Wijzigingen vergoedingsregeling UR (onderdeel van de “Regeling Vergoedingen Medezeggenschapsorganen Universiteit Twente 2003”)
II Universiteitsraad
Artikel 2 Vergoeding
1. | Studenten die zitting hebben in de universiteitsraad ontvangen een vacatiegeld van € 1.990 per zittingsjaar. |
2. | Personeelsleden die zitting hebben in de universiteitsraad ontvangen een gratificatie van € 365 per zittingsjaar. |
3. | Voor personeelsleden die zitting hebben in de universiteitsraad ontvangt de eenheid waar het personeelslid werkzaam is een compensatie, die overeenkomt met 12% van de personele kosten bij een volledig dienstverband. De personele kosten bestaan uit het salaris van het personeelslid, inclusief sociale lasten, en een opslag van 20% voor overhead van de betrokken eenheid (huisvesting, ICT e.d.) |
4. | De in lid 1 tot en met 3 genoemde vergoedingen komen ten laste van het daarvoor centraal ingesteld budget. |
Artikel 3 Aanvullende vergoeding
1. | Studenten die als lid van de universiteitsraad een bijzondere functie vervullen, ontvangen een aanvullend vacatiegeld van € 850 per zittingsjaar. |
2. | De student die voorzitter is van de universiteitsraad ontvangt in plaats van het in lid 1 genoemde bedrag een aanvullend vacatiegeld van € 1400 per zittingsjaar. |
3. | Voor personeelsleden die als lid van de universiteitsraad een bijzondere functie vervullen, ontvangt de eenheid waar het personeelslid werkzaam is een aanvullende compensatie. |
4. | Het personeelslid dat voorzitter is van de universiteitsraad ontvangt een aanvullende gratificatie van € 365 per zittingsjaar. |
5. | De in lid 1 tot en met 3 genoemde aanvullende vergoedingen komen ten laste van het daarvoor centraal ingesteld budget. |
Toelichting:
Artikel 3
Bij bijzondere functies (lid 1 en 3) wordt gedacht aan het voorzitterschap van de UR, van een fractie of van een commissie.
Het aanvullende vacatiegeld voor studentleden (lid 1 en 2) is volledig belast. De bedragen worden bruto uitbetaald. De ontvanger dient dit als inkomsten op te geven bij de belastingdienst/studiefinanciering.
Voor de toekenning van een aanvullende compensatie aan eenheden (lid 3), is in totaal 0,65 fte beschikbaar. Bij aanvang van ieder zittingsjaar beslist de UR over de verdeling van de beschikbare compensatie over de bijzondere functies. De UR stelt de eenheden schriftelijk in kennis van dit besluit. De aanvullende compensatie wordt berekend op basis van de brutosalarisschaal, inclusief opslag voor sociale lasten, van het betreffende personeelslid. Daaraan wordt een opslag van 20% voor overhead van de betrokken eenheid (huisvesting, ICT e.d.) toegevoegd.
De aanvullende gratificatie voor de voorzitter van de UR (lid 4) is gebaseerd op artikel 8.9 lid 3 van de CAO Nederlandse Universiteiten. Het bedrag is volledig belast en wordt uitbetaald onder inhouding van de verschuldigde loonheffing.
Het centrale budget (lid 5) wordt beheerd door de griffie van de UR.
Ingangsdatum: 1 januari 2006
Voorstel gewijzigde vergoedingen (met opslag van 20%) per 1 januari 2006:
Totaal | basis | Vz UR | Vz Cie | Vz fractie | tot 1 jan `06 | |
Dick Meijer (EWI) | 0,42 | 0,12 | 0,30 | 0,14 + 0,35 | ||
Herbert Wormeester (TNW) | 0,25 | 0,12 | 0,13 | 0,14 + 0,15 | ||
Hanneke Becht (ITBE) | 0,25 | 0,12 | 0,13 | 0,14 + 0,15 | ||
Herman Poorthuis (ITBE) | 0,21 | 0,12 | 0.09 | 0,14 + 0,10 | ||
Rutger IJzermans (CTW) | 0,12 | 0,12 | 0,14 | |||
Frans Houweling (EWI) | 0,12 | 0,12 | 0,14 | |||
Gert Brinkman (GW) | 0,12 | 0,12 | 0,14 | |||
Bernadette Pol (BBT) | 0,12 | 0,12 | 0,14 | |||
Geerten Schrama (BBT) | --- | 0,14 | ||||
Totale personele inzet UR | 1,61 | + 0,12 p.m. voor onbezette zetel | 2.01 |