Aan de voorzitter van de Universiteitsraad | ||||
uw kenmerk | telefoon | 053-489 5678 | ||
ons kenmerk | DUB/367.435/ItP | fax | 053-489 4898 | |
datum | 19 april 2005 | i.a.k.tenpas@utwente.nl | ||
onderwerp | Conceptstatuten Stichting financieel beheer Federatie van Technische Universiteiten i.o. |
Conform artikel 8b van de Gemeenschappelijke Regeling drie Technische Universiteiten biedt het College van Bestuur u de conceptstatuten van de Stichting financieel beheer Federatie van Technische Universiteiten in oprichting ter advisering aan.
Namens het College van Bestuur,
Drs. P.A. Binsbergen
Secretaris van de Universiteit
OPRICHTING
van de stichting:
Stichting financieel beheer Federatie van Technische Universiteiten in oprichting,
gevestigd te Delft
Heden, ** tweeduizend vijf, is voor mij, mr. Cornelis Adrianus de Zeeuw, notaris te ’s-Gravenhage, verschenen:
de heer/mevrouw **, te dezen woonplaats kiezend ten kantore van Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, advocaten en notarissen, te (2595 AA) 's Gravenhage, Koningin Julianaplein 30, geboren te ** op **, te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van:
1. de publiekrechtelijke rechtspersoon: de Technische Universiteit Delft, met adres: (2628 BL) Delft, Julianalaan 134;
2. de publiekrechtelijke rechtspersoon: de Technische Universiteit Eindhoven, met adres: (5612 AZ) Eindhoven, Den Dolech 2,
3. de publiekrechtelijke rechtspersoon: de Universiteit Twente, met adres: (7522 NB) Twente, Drienerlolaan 5, en als zodanig deze rechtspersonen vertegenwoordigend voor na te melden rechtshandeling(en).
Volmacht.
Van de volmacht aan de comparant blijkt uit drie onderhandse akten van volmacht, welke aan deze akte worden gehecht.
De comparant heeft verklaard een stichting op te richten met de volgende statuten:
STATUTEN.
Naam en zetel.
Artikel 1.
1. De stichting draagt de naam: Stichting financieel beheer Federatie van Technische Universiteiten in oprichting.
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Delft.
Doel.
Artikel 2.
De stichting heeft ten doel het beheer van subsidies en gelden, waaronder die
van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die worden
toegekend ten behoeve van de Federatie van Technische Universiteiten in oprichting, welke federatie zal worden gevormd door de Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Eindhoven en de Universiteit Twente.
Vermogen.
Artikel 3.
Het vermogen van de stichting wordt gevormd door:
a. subsidies en giften;
b. hetgeen wordt verkregen door erfstellingen en legaten, met dien verstande dat erfstellingen niet anders kunnen worden aanvaard dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving;
c. andere baten.
Bestuur: samenstelling, benoeming en defungeren.
Artikel 4.
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit drie natuurlijke personen, zijnde de Voorzitters van de Colleges van Bestuur van de in artikel 2 genoemde universiteiten, mits de Voorzitters de benoeming als bestuurder van deze stichting uitdrukkelijk aanvaarden.
2. Indien een Voorzitter van een College van Bestuur de benoeming niet heeft aanvaard, benoemt het College van Bestuur van de desbetreffende in artikel 2 genoemde universiteit een ander lid van het College van Bestuur tot bestuurder.
3. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan.
4. Bestuurders worden benoemd voor onbepaalde tijd.
5. Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. doordat hij failliet wordt verklaard of hem surseance van betaling wordt verleend dan wel doordat de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard;
c. door zijn ondercuratelestelling of doordat hij anderszins het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
d. door zijn aftreden;
e. door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet voorzien;
f. door zijn defungereren als voorzitter van het College van Bestuur, of, ingeval lid 2 van dit artikel toepassing vindt, door zijn defungeren als lid van het College van Bestuur .
Bestuur: taak en bevoegdheden.
Artikel 5.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt en tot vertegenwoordiging van de stichting ter zake van deze handelingen.
3. Kosten die bestuurders in de uitoefening van hun functie maken, worden hun door de stichting vergoed.
Bestuur: vertegenwoordiging.
Artikel 6.
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
2. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan de voorzitter tezamen met de secretaris of de penningmeester.
3. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan een of meer bestuurders, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Bestuur: vergaderingen.
Artikel 7.
1. Vergaderingen van het bestuur worden gehouden zo dikwijls de voorzitter of beide overige bestuurders een vergadering bijeenroepen, doch ten minste tweemaal per jaar.
2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt schriftelijk door de in het voorgaande lid bedoelde personen, dan wel namens deze door de secretaris van het bestuur op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden ter plaatse binnen Nederland, te bepalen door degene die de vergadering bijeenriep dan wel deed bijeenroepen. Indien werd gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige bestuurders vóór het tijdstip van de vergadering schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen de besluitvorming te verzetten mits de vergadering voltallig is en geen van de bestuurders zich alsdan tegen besluitvorming verzet.
3. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.
4. Een bestuurder kan zich door een bij geschrift door hem daartoe gevolmachtigde medebestuurder ter vergadering doen vertegenwoordigen. Onder geschrift wordt te dezen verstaan elk via gangbare communicatiekanalen overgebracht en op schrift ontvangen bericht. Een bestuurder kan slechts één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen.
5. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur. Bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
Bestuur: besluitvorming.
Artikel 8.
1. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergadering worden gehouden, met dien verstande dat op verzoek van een of meer bestuurders stemmingen over personen schriftelijk geschieden.
2. Besluiten van het bestuur kunnen slechts bij unanimiteit worden genomen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, waarbij geldt dat hoogstens één bestuurder vertegenwoordigd mag worden door een medebestuurder.
3. Iedere bestuurder is bevoegd tot het uitbrengen van één stem. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
4. Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
5. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden door de secretaris of door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon notulen gehouden. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering en worden ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering ondertekend.
6. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en zij allen schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen deze wijze van besluitvorming te verzetten. Een besluit is alsdan genomen zodra alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt door de secretaris van het bestuur een relaas opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering wordt ondertekend. Het aldus vastgestelde relaas wordt tezamen met de in de eerste zin van dit lid bedoelde stukken bij de notulen gevoegd.
Directeur.
Artikel 9.
1. De stichting heeft een directeur.
2. De directeur is verantwoordelijk voor de financiële controleaspecten van de projecten alsmede voor de kwaliteit van de uitvoerende werkzaamheden van de stichting.
3. De directeur wordt benoemd door het bestuur en dient werkzaam te zijn als financieel deskundige bij een van de in artikel 2 genoemde universiteiten, niet zijnde de universiteit waar de voorzitter van de stichting werkzaam is.
4. De directeur wordt benoemd voor onbepaalde tijd.
5. De directeur defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. doordat hij failliet wordt verklaard of hem surseance van betaling wordt verleend dan wel doordat de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard;
c. door zijn ondercuratelestelling of doordat hij anderszins het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
d. door zijn aftreden;
e. door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen in de wet voorzien;
f. door zijn ontslag, verleend door het bestuur;
g. door zijn defungereren als financieel deskundige medewerker bij zijn universiteit.
Boekjaar en jaarstukken.
Artikel 10.
1. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken en op papier te stellen. Het bestuur zal, alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een registeraccountant, accountant‑administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 393 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de in het vorige lid bedoelde stukken.
4. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaar te bewaren.
Reglementen.
Artikel 11.
1. Het bestuur is bevoegd reglementen, waarin nadere regels worden gegeven over het functioneren van de stichting en haar bestuur, vast te stellen, te wijzigen of op te heffen.
2. Op de vaststelling, wijziging en opheffing van reglementen is het bepaalde in artikel 12, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing.
Statutenwijziging.
Artikel 12.
1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen, na verkregen goedkeuring van de Colleges van Bestuur van de in artikel 2 genoemde universiteiten.
2. Een besluit van het bestuur tot statutenwijziging dient met unanieme stemmen te zijn genomen in een vergadering van het bestuur waarin alle bestuurders aanwezig zijn of ten hoogste één bestuurder vertegenwoordigd is door een medebestuurder.
3. Bij de oproeping tot de vergadering waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.
4. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is bevoegd deze akte te doen verlijden.
5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Ontbinding en vereffening.
Artikel 13.
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden na verkregen goedkeuring van de Colleges van Bestuur van de in artikel 2 genoemde universiteiten.
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in het tweede en derde lid van het vorige artikel van overeenkomstige toepassing.
3. Voor zover de rechter geen andere vereffenaars heeft benoemd, worden de bestuurders vereffenaars van het vermogen van de ontbonden stichting.
4. De vereffenaars doen aan het handelsregister opgaaf van de ontbinding alsmede van hun optreden als zodanig en van de gegevens over henzelf die van een bestuurder worden verlangd.
5. Het bestuur stelt bij het besluit tot ontbinding de bestemming van het overschot na vereffening vast –welke bestemming zoveel mogelijk in overeenstemming met de doelstelling van de stichting dient te zijn- en wijst tevens een bewaarder voor de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting aan.
6. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voorzover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden "in liquidatie".
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren nadat de stichting heeft opgehouden te bestaan onder berusting van de door het bestuur in zijn ontbindingsbesluit aangewezen bewaarder. Deze persoon is gehouden binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht zijn aanwijzing alsook zijn naam en adres ter inschrijving op te geven aan het handelsregister.
Slotbepaling.
Artikel 14.
1. Voor de eerste maal worden het bestuur en de directeur bij deze akte benoemd.
2. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december tweeduizend vijf.
EINDE STATUTEN.
Slotverklaring.
Ten slotte heeft de comparant, handelend als vermeld, verklaard dat bij deze oprichting worden benoemd tot bestuurders en directeur van de stichting in de achter hun naam vermelde functie:
1. Ir. G.J. van Luijk, wonende te (**) **, **, geboren te ** op **: voorzitter;
2. Ing. A.H. Lundqvist, wonende te (**) **, **, geboren te ** op **: penningmeester;
3. Drs. H.W. te Beest, wonende te (**) **, **, geboren te ** op **: secretaris;
4. de heer drs. H.J.H. Lenoir, wonende te (**) **, **, geboren te ** op **: directeur.
Slot akte.
De comparant is mij, notaris, bekend.
WAARVAN AKTE in minuut is verleden te 's-Gravenhage op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.
Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte aan de comparant en het geven van een toelichting daarop, heeft de comparant verklaard tijdig voor het verlijden van deze akte gelegenheid te hebben gehad om van de inhoud van deze akte kennis te nemen en daarvan ook kennis te hebben genomen, met de inhoud van deze akte in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.
Onmiddellijk na voorlezing van in elk geval die gedeelten van deze akte, waarvan de wet voorlezing verplicht stelt, is deze akte vervolgens eerst door de comparant en onmiddellijk daarna door mij, notaris, ondertekend.