peer instruction

Bij peer instruction staat het leren van de student centraal. Peer instruction werd voor het eerst gebruikt door Prof. Eric Mazur aan de Harvard University (USA) voor het vak fysica.

Edwin van Asseldonk (CTW)  is universitair docent bij de vakgroep Biomedische Werktuigbouwkunde. Hij heeft ervaring opgedaan met peer instruction in zijn colleges voor masterstudenten. Hij vertelt over zijn ervaringen.

Wat is peer instruction?

Bij peer instruction hanteert de docent het concept van teaching by question. Van de studenten wordt verwacht dat ze zich vooraf voorbereiden, zij moeten de collegestof  bestudeerd hebben. De docent zal tijdens het  hoorcollege niet alle theorie behandelen. In plaats daarvan deelt hij het college in drie of vier blokjes. Een blokje is opgebouwd rond één concept uit de theorie. Eerst behandelt de docent het concept, daarna gaan studenten in discussie op zoek naar het antwoord op een bijbehorende vraag. Dit herhaalt zich een paar keer. De methode is er op gericht alle studenten aan het nadenken te zetten.

Peer instruction in de praktijk

Edwin zet (uiterlijk) één dag voor het college een 3-tal vragen op Blackboard, de zo genoemde readingtest. Twee van deze vragen gaan over de inhoud en bij de laatste moeten studenten aangeven wat ze van de stof vonden. Vonden ze het moeilijk of juist niet, was het interessant of niet. Op deze manier worden studenten verplicht om goed voorbereid naar het college te gaan.

De antwoorden op de vragen over de inhoud leiden dan tot een peer instruction vraag. Het maken van de readertest geeft recht op bonuspunten. Dit is voor studenten een belangrijke trigger om  de stof van te voren te bestuderen.

Tijdens het college worden door Edwin peer instruction vragen gesteld. Alle studenten beantwoorden deze vraag m.b.v. een applicatie (Socrative, www.socrative.com  ) op de smartphone, tablet of laptop. De antwoorden op deze vragen zijn alleen voor de docent te zien. Afhankelijk van het aantal goede antwoorden laat Edwin de studenten een aantal minuten met elkaar discussiëren en proberen studenten elkaar van hun eigen antwoord te overtuigen. Na deze discussie geven de studenten opnieuw antwoord op de vraag (dit geeft soms erg grote verschillen) en wordt het juiste antwoord gegeven. Edwin laat aan de hand van een interactief voorbeeld zien hoe het systeem werkt.

Waarom peer instruction?

Edwin legt uit waarom hij voor deze methode heeft gekozen. Zijn ervaring is dat de studenten met deze methode actief betrokken zijn tijdens de colleges. Ook voorkom je met deze methode dat de “goede” studenten antwoord geven op elke vraag, ook de mindere studenten krijgen de kans om de vragen te beantwoorden.

Docent én student krijgen snel duidelijk of de stof wel of niet goed begrepen is.

Wetenschappelijk is bewezen dat peer instruction bijdraagt aan een beter probleemoplossend vermogen.

Evaluatie

Edwin laat de vakevaluatie zien. Studenten geven aan het leuk te vinden om deel te nemen aan deze collegevorm. Ze zijn actiever betrokken, snappen de stof beter en geven als advies op deze manier door te gaan. 90% van de studenten adviseert de docent door te gaan met deze methode.

Discussie

In de hierop volgende discussie komt aan de orde:

Hoe wordt het verschil ervaren tussen de goede en minder goede studenten? De goede studenten vinden het soms moeilijk om hun motivatie te geven. Dit is een erg goede oefening. De minder goede studenten weten al vroeg in de cursus hoe ze ervoor staan.