Maandag 31 oktober 2022
Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn’
Alberto: ‘Ha Michael, ik brand meteen los, oké? Hoe ben je ertoe gekomen om HR-adviseur te worden?’
Michael: ‘Mijn vader werkte in de financiële sector en als tiener leek het me logisch om in zijn voetsporen te treden. Ik studeerde bedrijfsadministratie, maar kwam er al snel achter dat ik me liever met mensen dan met getallen bezighoud. Mijn switch naar Personeel & Arbeid was de juiste keuze. Verbinding maken met mensen, zorgen dat zij hun werk onder goede voorwaarden en in prettige, eerlijke omstandigheden kunnen doen, bijdragen aan hun welzijn en werkgeluk, dat is een supermooie opdracht.’
Alberto: ‘Je hebt het woord beleid nog niet laten vallen. Hoe komt dat tot stand?’
Michael: ‘Bij HR werken we in het beleidsteam op basis van drie thema’s: talent, wellbeing en HR-basics. Dat doen we op projectbasis, in sprints van zes weken en met diverse teams, waarbij we ook mensen van andere afdelingen betrekken. Onlangs werkte ik bijvoorbeeld samen met een assistant professor en beleidsadviseur Research van BMS die onderzoek hadden gedaan naar inclusie binnen de UT. Intern onderzoek en beleid maken komen hier samen en het is heel waardevol en leuk om die actuele inzichten naar de praktijk te vertalen. Daarnaast verzamelen we zelf input. Onder meer aan de hand van medewerkertevredenheidsenquêtes en uit gesprekken. Heel veel gesprekken. HR-beleid is geen ‘verzinsel’ van onze afdeling. Goed beleid begint met vragen stellen. Wat speelt er allemaal? Hoe ervaar je dat? Waar loop je tegenaan? Wat heb je nodig? Die antwoorden halen we op allerlei manieren op in alle gelederen van de UT. Pas als we die input hebben, kunnen we gaan schrijven. En dan liever geen vuistdikke beleidsstukken – die belanden toch maar in een la – nee, kwaliteit boven kwantiteit.’
Alberto: ‘Hear, hear! Iets anders: ben je bekend met Smart Industry of Industry 4.0?’
Michael: ‘Nee, vertel eens.’
Alberto: ‘Smart Industry wordt ook wel de vierde industriële revolutie genoemd. Het behelst, in een notendop, de verregaande digitalisering van apparaten, productiemiddelen en organisaties. Denk je dat HR hier ook deel van uit kan maken?’
Michael: ‘Interessante vraag. Het eerste wat me nu te binnen schiet, is de inzet van AI bij werving en selectie. Ik weet er niet genoeg van, maar met het oog op inclusie, mijn HR-aandachtsgebied, zou AI wellicht ingezet kunnen worden voor een onbevooroordeelde eerste selectie van kandidaten. Dat zou dan bijdragen aan een fair en transparant selectieproces. En door gestandaardiseerde HR-processen volledig te automatisering zou AI ons werk uit handen kunnen nemen. Waarna de medewerker zich vervolgens meer richt op de controle en kwaliteitsverbetering van het werk. Win-win in mijn ogen.’
Alberto: ‘Ik zie zeker voordelen, maar ook nadelen. Want als je het hebt over werving en selectie, kan een robot waarschijnlijk goed kan selecteren op ‘harde data’ uit het cv. Maar zelf vind ik het minstens zo belangrijk om te polsen hoe iemand in de groep past. Dat is toch ook een belangrijk selectiecriterium?’
Michael: ‘We hoeven niet te kiezen, toch? Je kunt met de kandidaten die overblijven na die eerste selectie persoonlijk in gesprek. Bij het maken van een keuze moeten we vooral zelf blijven nadenken en invoelend blijven, maar een robot kan een handje helpen.’
Alberto: ‘Ik ben benieuwd naar de ontwikkelingen op dit gebied. Wat zijn ondertussen de trends in werving en selectie?’
Michael: ‘Trends vind ik niet zo interessant. Ik kijk liever naar de specifieke context: van wie komt de opdracht, wat is de vraag, uit welke vijver vissen we, hoe is de arbeidsmarkt? Misschien ontvang jij graag een video of presentatie van je sollicitanten, terwijl een ander zich liefst verdiept in lange sollicitatiebrieven voor die eerste indruk. Maar in beide gevallen geldt: bedenk je goed wát je van mensen vraagt en waaróm. Voor de functie van docent is het geen gek idee om alvast op video te zien hoe iemand zich weet te presenteren. Voor een archivaris is die vaardigheid veel minder relevant. Laat je die tweede dan toch een filmpje opnemen?’
Alberto: ‘En hoe voorkom je nou dat je al te snel mensen selecteert die op jezelf lijken, in wie je je herkent?’
Michael: ‘Er zijn verschillende manieren om werk te maken van diversiteit. We hebben er experts en de nodige tools voor in huis, dus maak daar gebruik van. Maar daaraan vooraf gaat dat je je van dit mechanisme bewust bent. Mensen gaan in een gesprek vaak onbewust op zoek naar overeenkomsten met de ander – in achtergrond, humor, hobby’s. Terwijl juist iemand in wie je jezelf niet direct herkent de perfecte aanvulling kan zijn voor het team. Eensgezindheid is prettig, maar leidt niet zo makkelijk tot kritische reflectie of nieuwe invalshoeken. Is je team eenmaal wat diverser, dan heeft dat meteen ook voordelen bij je volgende selectie.’
Alberto: ‘Hoe kunnen we diversiteit, gelijkheid en inclusie verder bevorderen aan de UT? Wat vraagt dat van ons allemaal?’
Michael: ‘Luisteren, écht luisteren naar wat de ander te vertellen heeft, dat is denk ik het belangrijkste. En dat klinkt makkelijker dan het is. Oprechte nieuwsgierigheid naar de ander helpt hierbij. Realiseer je in elk geval dat je niet altijd tot consensus hoeft te komen met elkaar. Probeer open te staan en respectvol om te gaan met verschillen, andere visies en meningen. Dat kan ongemakkelijk zijn, je moet er soms je comfortzone voor verlaten. Je zult je eigen onzekerheid moeten tonen en misschien leidt het af en toe tot onbegrip. Maar zonder wrijving geen glans.’
Alberto: ‘No pain no gain.’
Michael: ‘Precies.’
Alberto: ‘Klinkt als de slogan van een topsporter. Wat me brengt bij mijn laatste vraag: wat doe jij graag in je vrije tijd?’
Michael: ‘Mijn vrouw, onze twee dochters, familie en mijn vrienden zijn belangrijk voor me. Ik ben graag in hun gezelschap, zeker als er eten bij komt kijken. Ik houd erg van koken en lekker lang tafelen. Verder speel ik gitaar, ik zit ook in een bandje, en ren ik twee tot drie keer in de week om fit te blijven en mijn hoofd leeg te maken.’
Alberto: ‘Leuk allemaal! Hou je toevallig ook van goede koffie?’
Michael: ‘Zeker, laten we een keer afspreken op de campus!’