Maandag 7 Juni 2021
Je hart volgen op onbekend terrein
Linda: ‘Hoi Luca, ik heb voor dit interview natuurlijk even op je LinkedIn-profiel gekeken. Zag dat je een PhD doet in de materiaalkunde én dat je al op zoek bent naar een nieuwe uitdaging buiten de UT. Daar komen we vast nog over te spreken. Ook zag ik dat je in Canada gestudeerd hebt. Waar zat je precies?’
Luca: ‘Klopt, ik woonde en studeerde een tijdje in Vancouver, British-Columbia. Ik wil daar heel graag nog eens heen. Canada is fantastisch. Ben jij er wel eens geweest?’
Linda: ‘Ja, ook in Vancouver en aan de westkust, op vakantie. Daar heb ik toen onder andere gewildwaterraft en paardgereden in de bergen. Onvergetelijk. Het land, de natuur, de mensen. Canadezen zien nergens problemen – alles kan! Het is daar zo weids en relaxed. En je staat binnen een uur vanuit Vancouver in de bergen, met je t-shirtje in de eeuwige sneeuw. Mijn man en ik sparen nu om met de kinderen een keer door Canada te trekken.’
Luca: ‘Wat een mooi vooruitzicht! Ik heb jou ook al even gegoogled, natuurlijk.
Je bent neerlandica, hebt een verleden als projectmanager en blogger, en nu ben je communicatieadviseur voor onder meer de faculteit BMS. Wat houdt jouw werk op de UT precies in?’
Linda: ‘Mijn baan is heel veelzijdig. Van teksten schrijven, tot strategisch advies en het opzetten van communicatieprojecten. Stuk voor stuk dingen die ik leuk vind en waar ik veel van mezelf in kwijt kan. De kern is dat ik mensen wil verbinden. Aan elkaar én aan hun gezamenlijke doel. Ik wil niet alleen een trucje doen, maar echt verschil maken met wie ik ben en wat ik kan. Bijvoorbeeld door de maatschappelijke meerwaarde van onze onderzoeken te laten zien. En door met slimme communicatie al onze doelgroepen binnen en buiten de UT te bereiken. Zelf vind ik het leef- en werkklimaat en het welzijn van studenten en medewerkers op de UT heel belangrijk. Daarom heb ik me aangesloten bij de Shaping Expert Group ‘Inclusion’ en ben ik communicatieadviseur en co-projectleider voor de (online) theatervoorstelling Mindlab.’
Luca: ‘Mooi om te horen, zeg. Zo te horen verveel je je niet?
Linda: ‘Nee, inderdaad. Op de UT is zóveel te doen. Als ik overal ja op zou zeggen, zou ik 24/7 kunnen werken. Dat komt misschien ook omdat ik zoveel verschillende dingen leuk vind. Je kunt mij eigenlijk alles vragen. Ik zeg altijd: “ik wil alles doen, behalve koffie halen.” Dat weiger ik categorisch, omdat ik dat vanwege mijn beperking niet kan. Als je mij koffie laat halen, klotst de helft er onderweg uit en krijg je zo’n Haags bakkie!’
Luca: ‘Haha, nee dat wil niemand. Jij gaat volgens mij heel nuchter met je beperking om, klopt dat?
Linda: ‘Ja, ik denk het wel. Ik heb als blogger veel over mijn beperking geschreven. Dat probeerde ik dan altijd luchtig te houden. Humor vind ik belangrijk – je moet er ook om kunnen lachen. Het laatste wat ik wil is medelijden. Natuurlijk heb ik wel eens dagen dat ik ervan baal. Maar dan denk ik: wat klaag ik nou? Ik heb een leuk gezin, een leuke baan, wat wil je nog meer? Sommige dingen kosten me extra inspanning, dat is dan maar zo. Sinds kort schrijf ik in mijn vrije tijd fictie. Mijn hoofdpersoon had eerst een lichamelijke beperking, maar ik merkte dat ik een hekel aan haar kreeg. Nu hebben mijn personages gewoon een boel psychische nood, maar ze kunnen in elk geval wel gewoon lopen, haha! Ooit moeten deze schrijfprobeersels samenkomen in een roman.’
Luca: ‘O, daar ben ik heel benieuwd naar. Laat je het me weten als het zover is?
Linda: ‘Zal ik doen. En jij? Wat is jouw toekomstdroom?’
Luca: ‘Dat vind ik moeilijk om te zeggen. Wat ik over vijf jaar doe? Geen idee – ik leef vooral in het nu. Wat ik wel weet, is dat ik na mijn PhD iets anders wil. Ik ben me nu aan het oriënteren op een baan en met verschillende bedrijven in gesprek.’
Linda: ‘Dat snap ik wel, je wilt je vleugels uitslaan. Ben benieuwd hoe je jouw kennis en vaardigheden buiten de academische wereld gaat inzetten.’
Luca: ‘Ik ook. Als PhD-kandidaat had ik lange tijd niet zo’n beeld van mijn kansen op de arbeidsmarkt. Het is ook best een spannende vraag – wat ga ik hierna doen? Begrijpelijk dat mensen die uitstellen en in hun veilige academische bubbel blijven. Ik wil dat niet en ben vrij assertief, dus heb ik er werk van gemaakt. Maar van mij mag er vanuit de UT op dit gebied wel wat meer aandacht naar PhD’s. Al is het maar een seintje in het derde jaar: ga deze sollicitatiecursus eens doen, of maak een afspraak met een loopbaancoach. Daar heb je recht op, maar dat weet bijna niemand.’
Linda: ‘Kijk, dat is een mooie tip, die neem ik mee. En goed dat je er werk van maakt.
Ik herken wel wat je zegt. PhD-kandidaten zijn een heel specifieke doelgroep – ergens tussen studenten en vaste medewerkers in – die soms een beetje tussen wal en schip dreigt te vallen. Daar moeten we alert op blijven. En wat jouw carrière betreft, daar maak ik me totaal geen zorgen over. Ik blijf jou lekker volgen via LinkedIn, dan kan ik toch zien waar je over vijf jaar terecht bent gekomen.’
Luca: ‘Goeie! En dan kunnen we ook nog eens tips uitwisselen voor Canada. Misschien wel over de oostkust, want dat is voor ons nog onbekend terrein.’