Maandag 7 februari 2022
Net een rubik's cube
Raymond: ‘Hé, jij hebt een indrukwekkend LinkedIn-profiel. Business-development voor ondernemers…’
Alain: ‘Klopt, ik breng technologie naar de markt. Ik maakte carrière bij PinkRoccade, een technologisch bedrijf. Daar noemden ze me ‘de enige ondernemer in loondienst’. Nu onderneem ik inderdaad: ik investeer in beginnende techbedrijven. Pionieren, dat vind ik het leukst. Ik breng liever een nieuw bedrijf van nul naar één, dan dat ik een bestaand bedrijf nóg groter maak.’
Raymond: ‘Je bent dus niet in dienst bij de UT, en je bent ook al een tijdje afgestudeerd. Hoe kom je hier dan weer terecht?’
Alain: ‘In 2009 begon ik voor Novel-T, een spin-off van de UT die hightech-innovatie en ondernemerschap aanjaagt. Sinds mijn afstuderen in 1995 was ik niet meer op de universiteit geweest. Verdomd, dacht ik, er is bijna niets veranderd!’
Raymond: ‘En was dat ook zo?’
Alain: ‘Nou, toen ik beter keek, viel het mee hoor. Wat me opviel: toen ik begin jaren negentig studeerde, was er niet één buitenlandse student. Nu hoorde ik in De Waaier ineens mensen Duits en Engels praten. Sowieso: als je studeert, zit je in de onderwijsstroom. Je hebt geen flauw benul dat de universiteit ook een onderzoeksinstelling is. Ik denk dat je die stromen meer bij elkaar moet brengen.’
Raymond: ‘Dat gebeurt steeds meer: sommige collega’s zien studenten als junior-onderzoekers. Wat is op dit moment jouw binding met Novel-T en de UT?’
Alain: ‘Ik ben regelmatig gastspreker in Enschede. Onlangs gaf ik nog een presentatie aan mkb’ers, over de financiële kant van ondernemerschap. Pricing en businessmodellen en zo. En ik coach promovendi bij hun startup. Geweldig om te doen: promovendi zijn oprecht dankbaar dat je ze helpt.’
Raymond: ‘Welke tip heb jij voor anderen die een bedrijf willen starten?’
Alain: ‘Als ondernemer is het belangrijk dat je breed overzicht hebt. Je kijkt niet alleen vanuit de techniek of de financiële kant, álle aspecten zijn belangrijk. Aan goede marketing heb je weinig als je product slecht is. Het is net een Rubik’s Cube: je kunt wel één vlak helemaal perfect maken, maar als de andere niet kloppen, heb je niets.’
Raymond: ‘Nieuwe technologie naar de markt brengen, zie je dat ook terug in de Shaping2030-ambities van de UT?’
Alain: ‘Jawel, maar toen ik studeerde noemde de UT zichzelf de ondernemende universiteit. Dat die slogan is verdwenen, vind ik eeuwig zonde. Ondernemen is juist de kracht van de UT.’
Raymond: ‘Waarin zie je die kracht terug?’
Alain: ‘Als student besefte ik het nooit, maar ik heb niet alleen techniek gestudeerd. Ik kreeg ook maatschappij- en psychologievakken, communicatiekunde. Heel nuttig, want het gaat om acceptatie van bijvoorbeeld robots op de werkvloer, komt daar van alles bij kijken. Dat is het leuke van de UT: hier pak je alle aspecten samen.’
Raymond: ‘Vijftien jaar geleden sprak men wel over de inventieve ondernemer: iemand die de markt verovert met zijn nieuwe technologie. Is dat beeld veranderd?’
Alain: ‘Zeker. Vroeger moest je als uitvinder per se óók ondernemen. Nu zeggen we: laat die technische expert nou gewoon dingen uitvinden, en haal er iemand bij die écht ondernemer is. Iemand die denkt in strategie en marktkansen. Elk uur dat een uitvinder aan ondernemerschap besteedt, kan-ie niet besteden aan het doorontwikkelen van technologie. Terwijl het daar nu juist om ging. Dat is zoiets als wanneer de beste voetballer twee velden verderop gaat tennissen. Zonde!’
Raymond: ‘Dus eigenlijk zeg je: die uitvinder moet in staat zijn om een goed netwerk op te bouwen.’
Alain: ‘Klopt, je moet de juiste professionals om je heen verzamelen. En mensen moeten respect hebben voor elkaars expertise. Soms hoor ik iemand zeggen: oh god, met hem ga ik niet samenwerken. Maar je hoeft geen beste vrienden te worden om een goed team te zijn.’
Raymond: ‘Als je Shaping2030 ziet als vehikel voor ondernemerschap, wat zou de UT dan kunnen betekenen voor regio Twente?’
Alain: ‘Veel bedrijven hebben vraagstukken waar nog niets mee wordt gedaan. Als ondernemer is het best moeilijk om toegang te krijgen tot de universiteit. Je hebt geen idee wat daarbinnen gebeurt. De UT heeft nu de Wetenschapswinkel, maar niet iedereen weet dat. Er ligt zo veel verborgen kwaliteit! Het helpt als we samen de brug slaan. Bij een aantal van mijn bedrijven werkt nu een dag per week een clubje studenten. Ze bouwen daar een prachtig cv op en stromen daarna zó de arbeidsmarkt op. En voor die bedrijven is het relatief goedkope arbeid.’
Raymond: ‘Iedereen zou zich bij ons kunnen melden, maar dat gebeurt nog niet altijd. Hoe zouden we het beter kunnen inrichten?’
Alain: ‘Ik denk dat je actief teams van studenten moet aanbieden aan bedrijven. Het liefst mbo’ers, hbo’ers en universiteitsstudenten door elkaar. Er ontstaan altijd goede ideeën als je mensen met verschillende achtergronden bij elkaar brengt. Maar je moet er een beetje achteraan zitten. De UT kan in samenwerking met bedrijven in de regio altijd een bak afstudeeropdrachten klaar hebben staan. Zeker bij toegepast onderzoek – dat heeft enorme meerwaarde voor de maatschappij.’
Raymond: ‘Goed punt! Ik kan me ook voorstellen dat we als UT’ers nog actiever ons persoonlijke netwerk in kunnen zetten. Zeg, zou die slogan ‘de ondernemende universiteit’ er van jou weer op mogen?’
Alain: ‘Nou, misschien in het Engels dan. Maar verder: absoluut, liever gisteren dan vandaag. Het is ook een self-fulfilling prophecy: op het moment dat je jezelf zo noemt, gaan mensen ernaar handelen.’