Ons verhaal#055 Joanneke’s verrijkende therapietechnieken

#055 Joanneke’s verrijkende therapietechnieken

Het verhaal van Christoff’s chirurgische precisie is een verhaal over Joanneke’s verrijkende therapietechnieken

Een Zuid-Afrikaanse Braai, verslavingsbehandeling en technologie: wat hebben ze met elkaar te maken? Als een ware detective probeert psychiater Joanneke van der Nagel constant in te spelen op de belevingswereld van cliënten om hen van A naar B te helpen.   Creatieve technieken, zoals het gebruik van een VR-omgeving, helpen haar hierbij. Nu vraagt UT-collega Christoff Heunis zich af: hoort hypnose daar ook bij? Klopt er überhaupt iets van het stereotype psychoanalyse?

Klik voor de Engelse versie

Maandag 15 november 2021 

Mogelijkhedendetective

Christoff: ‘Joanneke, aangezien je psychiater bent, neem ik aan dat jij meestal degene bent die mensen vragen stelt. Nu is het tijd om de rollen om te draaien. Je bent ook epidemioloog. Mag ik je een ziektedetective noemen?'

Joanneke: ‘Haha, dat is interessant. Ik heb mezelf nooit eerder als een detective beschouwd. Daarbij zou ik mezelf niet omschrijven als een detective van ziekten. Mijn specialiteit psychiatrie beschouw ik in een bredere context. Ik werk met mensen die over het algemeen niet slechts één medisch probleem hebben. Integendeel, een hele reeks factoren beïnvloedt hoe het met hen gaat. Het is mijn taak om deze onderliggende problemen op te sporen en op te lossen.'

Christoff: ‘Als ik aan psychotherapie denk, denk ik aan hypnose. Is dat iets wat je in je werk verwerkt?'

Joanneke: ‘Ik niet, maar ik snap wat je bedoelt. Hypnose maakt deel uit van het beeld dat de popcultuur schetst van psychiaters. Het stereotype psychoanalyse, waarbij de patiënt op de bank ligt en over zichzelf praat tegen een bebaarde man met een monocle. Dat beeld is niet helemaal onjuist. Ik heb wel een bank in mijn kantoor, maar die is voor mij, om af en toe mijn benen te laten rusten. Bovendien gaat psychiatrie nu eenmaal gepaard met veel praattherapie en een behandeling met medicijnen. Maar bij HMI proberen we dat aan te vullen met andere technieken.’

Christoff: 'Wat is er mis met praten en medicatie?'

Joanneke: ‘Er is niets mis mee, maar het is niet voor al mijn patiënten optimaal. Over het algemeen hebben de mensen met wie ik werk moeite met introspectie, vanwege een verstandelijke beperking of verslaving. Als je zelf niet kunt reflecteren, zal het niet helpen om over jezelf te praten met een therapeut. De detective in mij is dus altijd op zoek naar manieren om iemand, ondanks zijn beperkingen, van A naar B te helpen.’ 

Christoff: ‘Kun je een voorbeeld geven van een alternatieve techniek die je toepast?’

Joanneke: ‘Je komt toch uit Zuid-Afrika? Dan moet je bekend zijn met Braais. Een Braai draait om gezelligheid, eten en alcohol drinken. Stel je nu voor dat je een drankprobleem had en we wilden je gedrag in deze situatie oefenen. In traditionele therapie zou ik gewoon zeggen: 'Stel je voor dat je bij een Braai bent.'

Christoff: ‘Die mis ik zeker. Vertel vooral verder!'

Joanneke: ‘Ik zie het, je hele gezicht straalt! We zouden natuurlijk kunnen praten over hoe je zou kunnen minderen met drinken bij Braais, maar het is erg moeilijk om te voorspellen hoe je je daadwerkelijk zou gedragen. Daarom bouwen we bij HMI momenteel aan een virtuele omgeving waarin patiënten hun cognitieve gedragsvaardigheden kunnen oefenen in uiterst realistische, triggerende scenario's. Met VR kun je de Braai zien en horen. Op die manier kunnen we mensen met verslavingen helpen omgaan met enorme verleidingen.'

Christoff: ‘Ik neem aan dat je in je werk een breed spectrum aan persoonlijkheden tegenkomt. Zijn er bepaalde persoonlijkheden of gevallen die je werk bijzonder moeilijk maken?'

Joanneke: ‘Ik vind het eerder interessant dan moeilijk. Tuurlijk, soms is het een uitdaging om je te verbinden met zowel de hoogopgeleiden en welgestelden, als met mensen die in armoede leven of een lager IQ hebben. Over het algemeen helpt het om mezelf als persoon te presenteren, met al mijn sterke en zwakke punten.’

‘Veel mensen voelen zich niet op hun gemak als je ze aanspreekt in je denkbeeldige witte jas. In de medische opleiding wordt ons een professionele houding en gespreksstijl aangeleerd. Naar mijn mening benadrukt het de sociale afstand tussen de patiënt en de psychiater. Dat is jammer. Kwetsbare groepen hebben de hoogste morbiditeit en mortaliteit, maar nog te weinig toegang tot de medische wereld.’

Christoff: ‘De UT werkt momenteel aan een meer inclusieve universiteit. Hoe denk je dat we dit kunnen bereiken?’

Joanneke: ‘Toegankelijke communicatie vind ik een belangrijke eerste stap. Er is een enorme vooringenomenheid in de manier waarop we onderzoek doen. De selectiecriteria, de manier waarop we mensen werven, hoe we geïnformeerde toestemming proberen te verkrijgen. De voorwaarden voor deelname zijn veel te complex. Het is allemaal heel erg gericht op onze eigen academische bubbel. Als we een inclusieve universiteit willen zijn en oplossingen willen bieden die een grote groep mensen helpen, hebben we een gerichte aanpak nodig om dit tegen te gaan. Als onderdeel van de BKO ontwerp ik een cursus genaamd ‘Break Your Academic Bubble’. Ik denk dat dat een eerste stap is om meer inclusieve interventies te ontwikkelen.’

Christoff: ‘Ik hoop het. Ik heb een tweelingzus met een lichamelijke handicap en ik heb gezien wat voor hindernissen ze moest overwinnen.’

Joanneke: ‘Ik herinner me nog de eerste keer dat ik in een rolstoel door de poortjes van Station Enschede ging. Voor het rollen van je rolstoel heb je beide handen nodig, maar ook een hand om met je OV-chipkaart de poort te openen. Het is echt onmogelijk. En dat is nog maar een klein voorbeeld.’

Christoff: ‘Ik kan me goed inleven in je passie voor inclusiviteit. We zouden er waarschijnlijk uren over kunnen praten. Bij een braai, misschien?' 

Joanneke: ‘Klinkt als een plan. Al moet het dan wel vegetarisch zijn.’ 

Christoff: 'Maak je geen zorgen, mijn vriendin is vegetariër, dus ik ken alle goede gerechten.'

Christoff Heunis (1992)

behaalde zijn master in biomedische technologie aan de Universiteit van Stellenbosch in Zuid-Afrika. In 2017 kwam hij naar de UT om te promoveren in het Surgical Robotics Lab van de afdeling Biomechanical Engineering (Faculteit Engineering Technology). Tijdens zijn doctoraat ontwikkelde hij het Advanced Robotics for Magnetic Manipulation (ARMM)-systeem - een chirurgisch robotplatform om chirurgische katheters nauwkeurig te verplaatsen met behulp van extern gegenereerde elektromagnetische velden. Christoff werkt momenteel aan het commercialiseren van zijn werk om deze technologie naar operatiekamers in Nederland en Duitsland te brengen.

Joanneke van der Nagel (1974) 

is als onderzoeker verbonden aan de vakgroep Human Media Interaction van de faculteit Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science (EEMCS). Haar aandacht gaat uit naar het toegankelijk maken van technologische innovaties in de zorg, waaronder virtual reality, voor de meest kwetsbare doelgroepen. Behalve aan de UT werkt ze als psychiater bij zorgorganisatie Aveleijn en bij Tactus verslavingszorg. Bij Tactus leidt ze het Centrum Verslaving & Licht verstandelijke beperking. Joanneke studeerde geneeskunde en wijsbegeerte, behaalde haar registratie als klinisch epidemioloog en deed promotieonderzoek naar middelengebruik en -misbruik door mensen met een verstandelijke beperking. Ze maakt zich hard voor inclusieve gezondheidszorg, zowel op het gebied van eHealth-toepassingen als voor inclusieve onderzoeksstrategieën. Haar streven is het opzetten van een wetenschappelijk centrum en een onderwijsminor voor inclusief onderzoek bij de UT.