Maandag 21 Juni 2021
Samen op ontdekkingstocht
Edwin: ‘Ik heb de eer niet een, maar drie collega’s te mogen interviewen. Wat is jullie grootste gemene deler?’
Arno: ‘Ontwikkeling was de afgelopen tijd een belangrijk overkoepelend thema voor ons. We hebben talentsessies georganiseerd met al onze medewerkers. Want: als we goed zicht hebben op al het talent dat we in huis hebben, zien we ook waar nog ruimte voor verbetering is en kunnen we mensen optimaal waarderen, motiveren en tot hun recht laten komen. We hebben die talentensessies bewust niet per team of afdeling gedaan, maar over de hele breedte van de faculteit. Het is mooi om te zien dat medewerkers zichzelf en elkaar nu beter kennen en beter weten te vinden. We hebben onszelf trouwens ook onder de loep genomen. En om onze ‘andere kleuren’ wat te versterken, hebben we coachingsessies gevolgd.’
Michiel: ‘Ook in de Shaping2030-expertgroep Individuals & Teams waarvoor ik input heb mogen leveren, gaat het over het erkennen en waarderen van medewerkers en hun talenten. Daar horen leidende principes bij als veiligheid, vertrouwen, diversiteit en inclusie. Hoe kunnen we waarborgen dat de UT een werk-, leer- en ontwikkelomgeving is die niemand uitsluit en geen barrières opwerpt, maar mogelijkheden en kansen biedt? Een plek is waar iedereen zich uitgenodigd en op een prettige manier uitgedaagd voelt? Super interessant om hierover mee te denken.’
Edwin: ‘ITC is de internationaalste faculteit van de UT. Hoe bevalt die werkomgeving?’
Michiel: ‘Ongeveer 95 procent van de studenten is afkomstig uit een land van buiten de EU. En ik schat dat van de stafleden ongeveer de helft van niet-Nederlandse origine is. Veel mensen met wie we werken, hebben een andere achtergrond, komen uit een andere cultuur en brengen andere zienswijzen en ideeën mee. Die diversiteit is heel leuk en dynamisch.’
Leon: ‘Onze missie is het versterken van de kennis en vaardigheden van studenten uit ontwikkelingslanden, zodat zij de organisaties in hun land van herkomst kunnen verbeteren. Dat is hartstikke mooi.’
Edwin: ‘Zeker! Zien de studenten dat zelf ook zo?’
Arno: ‘ITC-studenten zijn doorgaans iets ouder en hebben vaak al een baan en gezin. Dat zij naar Nederland kunnen komen om te studeren, is voor de meesten een enorme kans. En ja, dat merk je wel. Ze zijn enorm gedreven.’
Michiel: ‘Vaak hebben zij een beurs voor twee jaar. Het gros studeert ook binnen die tijd af – het is haast geen optie voor ze om er langer over te doen. Bij de docenten zie ik trouwens diezelfde gedrevenheid. Zij willen niets liever dan hun studenten iets leren waar ze écht iets aan hebben, waarmee ze hun dorp of stad verder kunnen brengen. Een aantal ITC-alumni is zelfs minister geworden in hun thuisland. Je kunt je voorstellen dat die gedrevenheid ons en onze collega’s enorm motiveert.’
Edwin: ‘Dat lijkt me voor een hr-manager heel fijn om te zien en te horen.’
Leon: ‘Dat is het zeker, want mijn streven is het verbeteren van de medewerkers en via hen het ITC-onderwijs en de organisatie. Daarbij leg ik de lat hoog. Uit eigen overtuiging en omdat dat hier dus heel goed kan.’
Edwin: ‘Hoe doe je dat dan?’
Leon: ‘Ik kijk bijvoorbeeld bij het invullen van een vacature altijd verder dan het standaard cv. Ik zoek mensen die iets nieuws durven uitproberen, uit een andere wereld of werkomgeving komen. Mensen aannemen die iets al feilloos kunnen, zou ik niet snel doen. Iemand met jarenlange ervaring als decaan opnieuw decaan maken? Nee, dan ga ik veel liever voor de universitair hoofddocent die wil doorgroeien als decaan. Dát is iemand die op ontdekkingstocht gaat, die heeft de drive, de durf en met een beetje geluk ook een dosis creativiteit.’
Edwin: ‘Ha, dat laatste spreekt mij natuurlijk bijzonder aan! Zonder creativiteit geen diversiteit. Arno en Michiel, herkennen jullie wat Leon zegt?’
Arno: ‘Dat denk ik wel. Ik had aardig wat van de gevraagde ervaring, maar controlling was nieuw voor me. Toch mocht ik aan de slag als hoofd financiën. Vooral in het begin moest ik dus veel zelf ontdekken en uitvogelen. Ik kon niet terugvallen op een eerder geleerd kunstje. Dat was best spannend, maar vooral heel interessant. Het dwong me tot het stellen van vragen: waarom doen we dit en waarom doen we het op deze manier? Leon zal dit beamen: een frisse kijk is niet alleen voor jezelf leerzaam, maar houdt ook je collega’s scherp. En daar profiteert de hele organisatie van.’
Leon: ‘Zo is het.’
Michiel: ‘Ook ik ben in zekere zin in het diepe gesprongen. Ik had wel leidinggevende ervaring, maar de onderwijswereld was helemaal nieuw voor me toen ik hier begon. Dat ik dat vertrouwen en die verantwoordelijkheid kreeg, waardeer ik enorm. Ik ervaar ook volop aanmoediging om me verder te ontwikkelen. Zo volg ik nu, aan de UT, de master public management om als leidinggevende nieuwe inzichten en vaardigheden op te over management in de publieke sector. Je hoeft hier niet stil te staan.’
Edwin: ‘Wanneer sluiten jullie een werkdag tevreden af?’
Leon: ‘Als ik de energie voel stromen. Als ik mijn team ergens net zo enthousiast over krijg als ik zelf ben, als ik bij een brainstorm een zaadje heb kunnen planten of als er na een overleg goede ideeën op papier staan, dan word ik daar heel blij van.’
Michiel: ‘Zoiets simpels als het wegwerken van mijn achterstallige mail geeft me een goed gevoel. Maar wat ik écht fijn vind, is als ik iedereen in het team weer even gesproken heb – over werk of juist over alles behálve werk. Ik heb in coronatijd goed gemerkt hoe belangrijk dat is. Het is gezellig, je leert elkaar steeds iets beter kennen en het is goed voor de samenwerking.’
Arno: ‘De grootste voldoening voel ik als ik samen met anderen succesvol een project afrond waarvoor we door een paar harde muurtjes zijn gegaan.’
Leon: ‘Weet je wat ook belangrijk is voor een fijne dag? Pauze nemen en op tijd stoppen. Pak dat moment tussen 12 en 13 uur, loop even naar buiten. En als je ’s ochtends om 8 uur achter je laptop zit, trek dan uiterlijk om 18 uur die stekker eruit. O ja, en deel geregeld met je collega’s wat er speelt. Wij doen dat in de vorm van een dagstart. Zo lopen we nooit achter de feiten aan.’
Edwin: ‘Goede tip als afsluiter, dankjewel!’