Ons verhaal#009 Alberts booming nanotechnologie

#009 Alberts booming nanotechnologie

Het verhaal van Brechjes vruchtbare grond is een verhaal over Alberts booming nanotechnologie

Brechje Maréchal staat graag met haar voeten in de klei. Vanuit die praktische, nuchtere houding creëert de beleidsmedewerker binnen de UT vruchtbare grond om de universiteit steeds verder te verduurzamen. Ook Albert van den Berg is regelmatig in de natuur te vinden. Hij maakt zich zorgen over de smeltende sneeuw in zijn geliefde Alpen. Maar hoe vertaalt hij die persoonlijke betrokkenheid naar zijn werk als hoogleraar? ‘Als universiteit moeten we vooroplopen.’

Klik voor de Engelse versie

Dinsdag 5 januari 2021

Over één ding zijn Albert van den Berg en Brechje Maréchal het roerend eens: onze groene toekomst begint vandaag. In 2030 wil de Universiteit Twente een duurzame organisatie zijn. Maar, vraagt Brechje zich af, hoe ziet Albert dat voor zich? Moeten we massaal stoppen met vliegen, of kunnen we erop vertrouwen dat wetenschappelijke vooruitgang het klimaatprobleem oplost? De beleidsmedewerker duurzaamheid voelt de green-minded hoogleraar aan de tand.

Brechje: ‘Hé, wat hangt daar voor fotocollage boven jouw bureau? Die berglandschappen komen me bekend voor… dat is Val d’Anniviers, of niet?’

Albert: ‘Klopt, in de Walliser Alpen! Grappig dat je erover begint, want daar in de bergen drong voor het eerst écht tot mij door wat klimaatverandering betekent. Een paar jaar terug liep ik met m’n dochter over de Aletsch Gletsjer. De berghut waar we sliepen, is ooit gebouwd op de rand daarvan. Maar wij moesten 150 meter klimmen om er te komen; al het ijs is weggesmolten. Dat kwam binnen. Jeetje, dacht ik, als we zo doorgaan, heeft de volgende generatie geen leefbare aarde meer. Ik ben niet de ultieme sustainability-persoon – mijn onderzoek gaat over medische chips, heel wat anders – maar sindsdien ben ik supergemotiveerd: CO2 is de boosdoener, de uitstoot moet stoppen.’

Geen business case

Brechje: ‘Hoe zie je jouw rol aan de UT in de duurzame beweging naar 2030?’

Albert: ‘Ik wil enthousiasmeren en duwtjes in de goede richting geven. Kijk, wij zijn super-Twents, in de zin van: we doen het harstikke goed, maar niemand weet het. Dat schiet niet op natuurlijk. Ik vind dat we meer dingen moeten doen waarmee we in de publiciteit komen. Gooi het dak vol zonnepanelen, roep ik wel eens. Dat is geen business case, krijg je dan te horen. Hoezo niet? Het is PR! Dat heeft waarde: we trekken er studenten mee, we zijn zichtbaar in het land. Onlangs hoorde ik dat de UT de meest energiezuinige technische universiteit van Nederland is. Nou, laat dat zien! Vrijwel niemand weet dat de vijver bij de Horst een koelinstallatie is. Of dat we meer dan duizend kubieke meter regenwater opslaan onder de campus. Plaats bordjes, zou ik zeggen. Maak het zichtbaar en tastbaar.’

Brechje: ‘We doen natuurlijk al veel, maar het klopt dat we zichtbaarder kunnen zijn. Als het gaat om groene keuzes, ga jij dan meer voor grote veranderingen of voor kleine dagelijkse dingen?’

Albert: ‘Eerlijk is eerlijk, ik ben geen figuur die bij het tandenpoetsen altijd netjes de kraan dichtdraait. Dat zou beter kunnen, dat geef ik toe. Maar ik ben wél bezig een duurzaam huis te bouwen met een regenopvanginstallatie. In die zin kies ik dus eerder voor stappen die veel impact hebben op mijn leven.’

Zesenvijftig zonnepanelen

Brechje: ‘Om in organisaties grote veranderingen door te voeren, heb je draagvlak nodig. Met alleen technische oplossingen kom je er niet, betrokkenheid en samenwerking zijn net zo belangrijk. Of zie jij dat anders?’

Albert: ‘Nee, dat ben ik helemaal met je eens. Je moet het onderwerp sexy maken, dan krijg je mensen mee. Neem de Tesla. Dat is een mooie auto, die mensen graag willen hebben. En dan is-ie óók nog duurzaam. Een groene woning hoeft wat mij betreft ook niet sober te zijn. Mijn nieuwe huis heeft een mosdak, warmtepomp, wateropvangsysteem en zesenvijftig zonnepanelen. Maar het is bovenal een huis waar ik graag wil wonen.’

Brechje: ‘Zesenvijftig zonnepanelen, haha! Heb je er zoveel nodig?’

Albert: ‘Ja, ik heb een elektrische auto, die vraagt best wat energie… Trouwens, over kleine stappen gesproken: vorig jaar hebben we een parkeerterrein op de campus laten bestrooien met greenSand, een mineraal dat CO2 opneemt. Daarover vertelde ik in mijn vakgroep. Vervolgens opperde een collega om de waterkoeler in het keukentje te vervangen door een installatie die kraanwater gebruikt. Al dat transport van waterflessen was eigenlijk onzin… Zo breng je elkaar op ideeën.’

Magische interventie

Brechje: ‘Zoiets als greenSand klinkt bijna als een magische interventie: zand strooien en daarmee het klimaatprobleem oplossen. Vind jij dat we het in die richting moeten zoeken? Of moeten we ook ons gedrag aanpassen?’

Albert: ‘Ja, we moeten zeker minder consumeren. Al ben ik ook een gadgetman...’

Brechje: ‘Ik denk ook dat we veel kunnen besparen op mobiliteit. Móet je echt reizen? Voor onderzoek zijn internationale ontmoetingen heel vruchtbaar, dat moet je niet willen verbieden. Maar het is wel nuttig om telkens de vraag te stellen: is deze reis nodig?’

Albert: ‘Inderdaad, ik vlieg niet meer voor een meeting van vijftig man naar Turkije. Aan de andere kant: ik heb makkelijk praten, jonge wetenschappers moeten nog internationale netwerken bouwen. Dus vind ik het moeilijk om te zeggen: je mag nooit meer vliegen. Maar reis je minder dan 800 kilometer, pak dan de trein.’

Ambitieuze plannen

Brechje: ‘Welke duurzame kansen zie jij voor het onderwijs? Ik hoor van studenten dat er nog weinig aandacht is voor duurzaamheid in de vakken die ze volgen.’

Albert: ‘Er is wel een sustainability-master, toch?’

Brechje: ‘Ja, maar ik bedoel dat duurzaamheid in elk vak terugkomt. Zie je het ook als jouw rol om dat te promoten?’

Albert: ‘Ik ben er wel voor dat in elke bachelor- en mastercyclus een keuzevak sustainability komt. Maar als je een theoretisch onderwerp bestudeert, heb je weinig te maken met duurzaamheid. Aan de andere kant: duurzame toepassingen kun je altijd stimuleren. Daar heeft ons onderzoek trouwens ook een grote rol in. Bij het MESA+ Institute hebben we het BRAINS-initiatief, en we kijken bijvoorbeeld naar duurzame materialen voor batterijen en Negative Emission Technologies (NET). Ook bij het Centre for Energy Innovation hebben ze heel ambitieuze plannen. En denk aan duurzame gezondheids- en voedingstechnologie. Trouwens, er gebeurt ongetwijfeld heel veel op de campus wat ik nog niet weet…’

Brechje: ‘Tot slot: welke rol vind jij dat wij dat de UT heeft in de transitie naar een duurzame samenleving? Moeten we daarin leidend zijn?’

Albert: ‘Zeker, als universiteit moeten we vooruitlopen. Dat wordt ook van ons verwacht. In de regio en in het land kijken ze: wat doen wij? Denkend aan die gletsjer: we hebben geen tijd te verliezen!’

BRECHJE MARÉCHAL MSC (1975)

is beleidsmedewerker Milieu en Duurzaamheid bij de UT. Ze werkte onder andere in Italië, de Filippijnen en bij Twente Milieu in Enschede, voordat ze in 2018 naar de UT kwam. Brechje werkt aan duurzaamheid in de bedrijfsvoering, waar ze al haar ervaring in praktijk brengt. Van haar achtergrond in milieukunde tot haar activiteiten in community development en van haar onderwijservaring tot haar onderzoek naar duurzame landbouw en bodembescherming.

Prof. dr. Albert van den Berg (1957)

is hoogleraar sensorsystemen voor biomedische en milieutoepassingen en wetenschappelijk directeur van MESA+ Institute for Nanotechnology. Hij doet onder meer onderzoek naar de manipulatie en beweging van vloeistoffen op micro- en macroniveau. Op basis van die studies ontwikkelt hij chips die kunnen worden gebruikt in de medische wereld. In 2009 ontving hij de Spinozapremie voor zijn werk.