Dick Theisens - Symbol

Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Van den Kroonenbergprijs voor succesvol jong ondernemerschap, spraken wij uitgebreid met oud-winnaars. In deze aflevering komt Dick Theisens aan het woord, oprichter van Symbol, dat in 2013 de Van den Kroonenbergprijs won.

Interview: Gé Klein Wolterink & Maurice Essers
Tekst: Lidewey van Noord

Sprinkhaanverkoper en dj

Dick Theisens groeide op in Bergentheim, op een landbouwbedrijf, in een ondernemende omgeving dus. Het ondernemen werd hem met de paplepel ingegoten. Al op zijn vijfde ontpopte hij zich als een gewiekste entrepreneur: hij ving een sprinkhaan en wist die aan de buren te verkopen. Op school ruilde hij glimmende asfaltstenen, die hij van een nieuw geasfalteerde weg had geraapt, tegen knikkers. Ook zijn fascinatie voor techniek ontstond al vroeg. Een jongen uit de buurt had zelf een op afstand bestuurbaar vliegtuig gebouwd. “Dat wilde ik ook kunnen.”

Hij volgde het vwo in Hardenberg, maar moest een tijdje terug naar de havo, omdat vreemde talen hem niet goed lagen. Uiteindelijk slaagde hij toch voor zijn vwo-diploma en begon hij in 1988 aan de studie werktuigbouwkunde aan de Universiteit Twente. Lachend: “Ik dacht eindelijk klaar te zijn met de talen. Kreeg ik allemaal studieboeken in het Engels en het Duits.”

Het eerste jaar bleef Theisens nog thuis wonen, in het tweede jaar ging hij op kamers in Hengelo. “Ik zocht een bijbaantje en kwam al snel uit bij de discotheek Empire New York, een van de bekendste discotheken in Hengelo en populair onder studenten. Daar werkte ik als dj. In Hardenberg heb ik ook nog met Edwin Evers gedraaid.” Naast zijn dj-klussen had hij nog andere bijbanen, die zijn ondernemerslust aanwakkerden. Op zaterdag werkte hij in het bollenbedrijf van zijn ouders en hij was ook jarenlang docent-assistent van het vak technisch ontwerpen.

Theisens was een serieuze student. “Ik heb in precies zes jaar mijn studie afgerond.” Daarnaast was hij lid van AEGEE en van Heerendispuut P.C.S.A. Incognito, het eerste en oudste dispuut van AEGEE. Daar sloot hij vrede met de vreemde talen. “Vanuit AEGEE heb ik meerdere talencursussen in het buitenland gedaan, ook wel omdat het een goedkope manier was om op vakantie te gaan. Maar ik vond het ook interessant om meerdere landen te zien en mensen uit heel Europa te leren kennen.”

Encore: een grote hit

Theisens studeerde af in 1994. Het was crisis. “Ik werd nergens aangenomen. Daarom heb ik ervoor gekozen voor de klas te gaan staan als docent natuurkunde en scheikunde. Ik gaf les aan de derde en vierde klas van mavo en havo, maar zonder onderwijsbevoegdheid. Dat gebeurde in die tijd wel meer.” Hij vond het een leuke ervaring, maar ontdekte al snel dat zijn hart niet bij het middelbaar onderwijs lag.

In zijn afstudeerjaar begon Theisens zijn eerste bedrijf, Encore Media Systems, vanuit een kamertje op de UT. Het idee vloeide voort uit zijn werk als dj: Encore ontwikkelde systemen waarmee hele radiostudio’s konden worden geautomatiseerd. Theisens nam twee vrienden in dienst, een programmeur en een elektronicaspecialist. “Dat systeem voor radiostudio’s was zeer complex. We hebben er misschien een stuk of tien van verkocht. Bij de radio moet je het geluk hebben dat ze net een subsidie hebben gekregen, anders is er geen geld.”

Wat wel een grote hit werd: een simpele versie van dat geautomatiseerde muzieksysteem, voor de horeca. “Als je nu in cafés komt, zie je nog steeds wel eens muziekcomputers achter de bar staan. Oorspronkelijk maakten we die met cd-wisselaars, maar al vrij snel kreeg je toen mp3 en werden harde schijven groot genoeg om muziek te kunnen opslaan.” De concurrentie werkte nog met cassettebandjes: horecaondernemers kregen zes cassettebandjes per maand toegestuurd, de maand erop moesten ze die terugsturen en kregen ze zes nieuwe. “En toen kwamen wij met een systeem waar 2000 nummers op stonden. Onze afnemers kregen elke maand honderd nieuwe nummers toegestuurd. Automatisch, daar hoeven ze geen cassettebandjes voor in te leveren.”

In twee jaar tijd plaatste Encore 3500 muzieksystemen in Nederland, België en Frankijk. Al snel had het bedrijf veertig werknemers in dienst. Als eerste partij in Nederland, misschien zelfs ter wereld, tekende Encore een contract met een muziekrechtenorganisatie, BumaStemra, voor de distributie van digitale muziekbestanden. “Dat was voor BumaStemra helemaal nieuw, die hadden er zelfs nog nooit over nagedacht.”

Internet bestond nog niet. Wel waren er modemverbindingen waarop je kon inbellen, maar dat werkte niet voor muziek. Dus brandde Encore de nummers op cd’s; elke maand stuurden ze er duizenden naar geabonneerde klanten. Die cd moesten ze in de computer stoppen en dan werd het systeem automatisch voorzien van nieuwe muziek en software-updates. “Op een gegeven moment was er wel internet natuurlijk, maar toen was ik al vertrokken.”

Theisens begon zijn plezier in het bedrijf te verliezen toen er twee investeerders instapten en er op gegeven moment dertien aandeelhouders waren. “Dat was het niet voor mij. Ik was meer de aandeelhouders aan het managen dan dat ik met de business bezig was.” In deze periode heeft Theisens heel wat adviseurs voorbij zien komen. “Dat kostte veel geld, en de kwaliteit was lang niet altijd wat je ervan mocht verwachten.” Ook nam hij een partij in de hand om de systemen te verkopen, die achteraf bepaald niet betrouwbaar bleek. “Die vent is uiteindelijk in de bak beland.”

In Nederland werden de muzieksystemen van Encore meestal aangekocht door horeca, maar in België werden ze vooral gehuurd. “Er moest door ons dus veel geld in worden gestoken. Het idee was natuurlijk dat we elke maand geld binnenkregen uit de verhuur, maar de horeca is niet de meest trouwe betaler. Daarom konden we ook nergens terecht voor externe financiering.” Als een klant niet betaalde, kon Encore op afstand het systeem platleggen. Bij voorkeur natuurlijk op zaterdagavond, dan wil geen enkele tent zonder muziek zitten. “Dan stuurden we onze jongste werknemers op zaterdag op pad voor een rondje langs de wanbetalers. Die kwamen met duizenden euro’s weer terug. En dan draaide het systeem weer. Maar eigenlijk was dat onverantwoord.” In 2002 besloot Theisens dat het tijd was voor een nieuwe stap.

Encore heet nu anders, maar bestaat nog steeds. Het is niet uitgegroeid tot een soort Spotify, wat het in potentie had kunnen worden, maar richt zich nu meer op hardware dan op muziek. Vandaag de dag maakt de horeca vaak gebruik van Spotify. Maar Theisens ziet nog steeds wel eens soortgelijke spelers staan als die in zijn tijd bij Encore werden gemaakt.

Grote problemen oplossen

Nadat Theisens Encore Media Systems had verlaten, ging hij aan de slag als zelfstandig adviseur. Zo’n acht jaar werkte hij als zzp’er, met name voor Texas Instruments en Sensata. “Eerst zat ik in de design engineering, maar al vrij snel ben ik overgestapt naar process engineering. Er zijn namelijk altijd wel problemen binnen een organisatie: productielijnen waar dingen uitvallen, storingen, kwaliteitsproblemen.” Toen hij eenmaal een aantal van die kwesties had gladgestreken, wat voor die bedrijven resulteerde in kwaliteitsverbetering, doorlooptijdverkorting en lagere kosten, kreeg hij steeds meer verzoeken van klanten die hun processen wilden optimaliseren.

Die grote problemen oplossen vond hij het leukste om te doen. “Want als het niet lukt, kun je er niets aan doen, aangezien het zo groot is dat het ook niemand anders lukt. Maar krijg je het wel voor elkaar, dan krijg je steeds interessantere opdrachten. Zo kwam ik bijvoorbeeld in Mexico terecht, in een interim-team bij een bedrijf dat niet goed liep. Met zes anderen, vier Amerikanen en twee Nederlanders, heb ik daar drieënhalve maand het management versterkt. Ik kon veel doen daar, problemen oplossen, nieuwe lijnen neerzetten. Dat was ontzettend leuk.”

Texas Instruments en Sensata liepen op het gebied van methodes om hardnekkige kwaliteitsproblemen op te lossen voor op andere bedrijven. Theisens leerde er werken met Lean en Six Sigma, twee methodieken die hem uiteindelijk inspireerden om zijn bedrijf Symbol op te richten. “De grote lijnen van alles wat ik nu doe en toepas heb ik daar geleerd.” Vandaag de dag zijn er nog maar weinig bedrijven die niet acteren zoals Sensata en Texas Instruments twintig jaar geleden al acteerden. “Het was echt een goede leerschool, ze waren hun tijd ver vooruit.”

De oprichting van Symbol

Na acht jaar als zelfstandig adviseur te hebben gewerkt, begon het bij Theisens te kriebelen: hij wilde weer een bedrijf opbouwen. Hij besloot de consultancy en training in te gaan, op het gebied van Lean en Six Sigma. In januari 2008 richtte hij Symbol op en nam hij zijn eerste werknemer in dienst. “We zijn begonnen op wat later de eerste dag van de kredietcrisis bleek te zijn. Een moeilijke tijd, want we hadden mensen in dienst genomen, maar nog geen vet op de botten.” Maar na die zware start, werd Symbol een succes. Inmiddels heeft het bedrijf zo’n dertig medewerkers in dienst.

In de tijd dat Symbol werd opgericht, waren Lean en Six Sigma nog twee losstaande methodieken. Concurrerende bedrijven maakten een keuze voor een van beide. Theisens daarentegen was ervan overtuigd dat juist de combinatie van Lean en Six Sigma tot de beste resultaten leidde. “Lean gaat meer om het verkorten van doorlooptijden. Dus alles wat tijdgerelateerd is, met name logistieke processen, pak je aan met Lean. Als je efficiënt produceert gaat de kwaliteit ook omhoog. Vervolgens kun je met Six Sigma statistische technieken toepassen om variatie te reduceren, met als doel om hardnekkige kwaliteitsproblemen op te lossen. Dat kun je alleen efficiënt doen als je, dankzij Lean, een stabiel proces hebt. In 2008 was werken op het grensvlak van Lean en Six Sigma echt een nieuwe denkwijze.”

Iemand die in die beginperiode heel belangrijk was voor Theisens en Symbol, was professor Fred van Houten van de Universiteit Twente. Theisens klopte bij hem aan en stipte aan dat hij alles wat hij bij Texas Instruments en Sensata had geleerd, niet had geleerd tijdens zijn studie werktuigbouwkunde. “Terwijl dat eigenlijk wel zou moeten. Proces- en productieproblemen aanpakken, oplossen en voorkomen, dat zijn zeer relevante vaardigheden voor een werktuigbouwer. Ik zei dat ik graag trainingen wilde gaan geven aan bedrijven en vroeg of de universiteit daarvoor een certificering kon verschaffen. Een bijzondere vraag als startend bedrijf aan een universiteit natuurlijk, maar Fred van Houten wilde hier graag aan meewerken.”

Professor Van Houten stelde voor het groot aan te pakken. Zijn plan was om nog een aantal andere partijen te benaderen en bij de Europese Commissie een aanvraag in te dienen voor een project in het kader van het Leonardo da Vinci-programma van de Europese Unie, dat als doel heeft de kwaliteit van beroepsopleidingen in de EU te verbeteren. Met een aantal internationale partijen konden ze zo gezamenlijk de Europese standaard neerzetten voor onderwijs over het combineren van Lean en Six Sigma. In twee jaar tijd ontwikkelden ze het lesmateriaal en de examens en begon Theisens met het onderwijzen van het vak Lean Six Sigma aan de UT. Tot op de dag van vandaag verzorgt Symbol dat vak aan de UT, inmiddels voor 140 studenten per jaar. Maar ze doceren het niet alleen aan studenten, ook aan mensen uit het bedrijfsleven.

Voor de uitkomsten van het Europese project richtte Theisens aan aparte bv op, de Lean Six Sigma Academy (LSSA), een certificeringsorganisatie die losstaat van Symbol. Wereldwijd maken zo’n dertig partijen gebruik van de LSSA body of knowledge en examens. Ook schreef Theisens meerdere boeken over Lean Six Sigma, die onder meer vanuit de LSSA worden uitgegeven.

De mooiste erkenning

In 2013 werd de Van den Kroonenbergprijs uitgereikt aan Symbol. “We waren toen vijf jaar bezig, dus we waren door de opstartfase heen en hadden klanten. 2013 was voor ons een belangrijk jaar. We hadden een bedrijfje in Zwolle overgenomen, dat uit acht man bestond, dus die overname was voor ons best omvangrijk. Ook hebben we een bedrijfspand neergezet en we stonden in de Fast 50 als snelle groeier.”

Maar voor Theisens was de Van den Kroonenbergprijs de mooiste erkenning. “Omdat het een inhoudelijke prijs is. De jury kijkt naar wat je doet en hoe je onderneemt, naar wat je hebt betekend voor Twente en voor de samenwerking met de universiteit. Het gaat om veel meer dan alleen snel groeien.” Zeker sinds de coronacrisis vindt Theisens dat snelle groeien ook niet meer het belangrijkste wat er is. “Wij hebben het altijd belangrijk gevonden dat we kwaliteit uitstralen, dat we iets neerzetten waar de universiteit trots op kan zijn.”

Dat Symbol lesgeeft aan de UT, is goed voor het bedrijf, meent Theisens. “We geven een mastervak, dus bij geïnteresseerde studenten liggen we na hun afstuderen nog vers in het geheugen. We halen zo talent binnen. Niet alleen van de UT, hoor, onze medewerkers komen uit heel Nederland. Onze consultants hebben meestal een achtergrond in werktuigbouwkunde, technische bedrijfskunde of chemie.”

Beter, sneller, goedkoper

Niet alleen bedrijven die tegen grote problemen aanlopen kloppen aan bij Symbol. Ook bedrijven die al heel goed bezig weten Symbol te vinden. “Het kan altijd anders of beter, en sneller en goedkoper. Bedrijven weten dat, alleen weten ze soms niet hoe ze het moeten aanpakken en waar ze zich op moeten richten. Ze komen bij ons omdat ze een stap willen maken. Bijvoorbeeld als het gaat om uitvinden waar hun prioriteiten liggen, of inhoudelijk, als ze nieuwe technieken moeten aanleren om te kunnen groeien.”

Theisens spreekt in de wij-vorm over Symbol. Ook al is hij nog altijd de enige aandeelhouder en directeur, hij doet het zeker niet alleen; hij werkt samen met een klein managementteam. “Ik vind het mooi om dat niet alleen te doen. Er zit echt een organisatie achter. Naast een team van ervaren consultants en trainers hebben we een marketingteam, een verkoopteam en een backoffice. We hebben ondertussen ook een kantoor in Amersfoort en in Eindhoven. We zijn een klein bedrijf, maar we hebben het goed op orde, want alle dingen die we bij klanten uitleggen, proberen we natuurlijk ook zelf te implementeren. En ook voor ons geldt dat het altijd slimmer en beter kan.”

Niet alleen Symbol werd een succes, zelfs met Theisens’ talen kwam het uiteindelijk allemaal nog goed. Inmiddels spreekt hij goed Duits. “Ik ben veel in Duitsland geweest, heb talencursussen gevolgd, een paar maanden stagegelopen in Zwitserland. En ik heb enkele boeken geschreven, zowel in het Nederlands als in het Engels.” Lachend: “Maar die heb ik wel laten nakijken, hoor.”