Alex Pelsmaeker - Omikron

Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Van den Kroonenbergprijs voor succesvol jong ondernemerschap, spraken wij uitgebreid met oud-winnaars. In deze aflevering komt Alex Pelsmaeker aan het woord, oprichter van Omikron. Hij won in 1984 de eerste Van den Kroonenbergprijs.

Interview door Maurice Essers

Afluisterapparatuur in een sigarettendoos

Dat hij aan de UT ging studeren, in die tijd nog de Technische Hogeschool Twente, was volgens Alex Pelsmaeker gewoon logisch. Hij vond elektronica altijd al heel leuk. Op de middelbare school had Pelsmaeker een speciale doos van Philips waarmee je zelf elektronische apparatuur kon maken. In diezelfde periode richtte hij op school een club op, zodat hij zijn passie met vrienden kon delen. “Tijdens een werkweek knutselden we een afluisterapparaatje in elkaar, dat we verstopten in een sigarettendoos. Zo konden we meeluisteren met wat onze ouders onderling bespraken.” Maar ze richtten zich niet alleen op spionage, ze bedachten ook flitsers voor fotocamera’s, die ze zelfs verkochten. “Dat was helemaal nieuw in die tijd, iedereen werkte nog met flitslampjes.”

De leraren op school moedigden de leden van de club aan. De club kreeg toestemming om het handwerklokaal te gebruiken wanneer ze maar wilden. Pelsmaeker kreeg zelfs de sleutel van de school, zodat hij er ook na schooltijd nog in kon. “Het waren de jaren zeventig: vrijheid, blijheid. Soms huurden we films en gingen we op school een filmpje kijken ’s avonds. Eén keer kwam de politie langs, omdat iemand had gemeld dat er inbrekers op school rondliepen. Toen ik zei dat we toestemming hadden om daar na schooltijd te zijn, geloofden ze me eerst niet. Hebben ze de rector nog gebeld.” Een studie elektrotechniek lag na zijn middelbareschooltijd simpelweg voor de hand.

Matenweg 10

Toen Pelsmaeker zich in 1974 in Enschede meldde, was de THT nog een relatief nieuwe universiteit. Dat het een campusuniversiteit was, sprak hem in het bijzonder aan, dat was de reden dat hij niet voor Delft of Eindhoven koos. “Het voordeel was dat je meteen huisvesting had. Al was het ook in die tijd al een gedoe om als student aan een kamer te komen. Ik vond dat hospiteren heel spannend, dat je door de ballotage moest.”

Met zijn oud-huisgenoten heeft Pelsmaeker nog altijd contact. “De laatste tijd zien we elkaar zelfs weer wat vaker. In de tijd dat iedereen druk was met zijn carrière en jonge kinderen, zijn we elkaar wat uit het oog verloren, maar nu is iedereen met pensioen en zijn de kinderen het huis uit, dus het is hartstikke leuk om elkaar wat vaker op te zoeken en samen terug te blikken op onze studietijd.”

De flat aan de Matenweg 10 had zes kamers, maar één daarvan werd nooit verhuurd. “Die was te klein en had te weinig ramen. Dus die hebben we tot bar omgetoverd.”

Computers en meisjes

Pelsmaeker had plezier in zijn studie elektrotechniek, al was het wel anders dan hij had verwacht. “Ik dacht dat we echt zouden gaan ontwerpen, maar vooral de eerste jaren bestonden voornamelijk uit theorie en wiskunde. Elektromagnetisme, dat soort zaken. Ik vond de praktische kant leuker.”

Toen hij tijdens zijn studie in aanraking kwam met computers, programmeren en IT, merkte hij dat hij dat het interessantst vond. In die tijd bestond er nog geen aparte informaticaopleiding, het maakte deel uit van elektrotechniek. “Ik heb in de loop van mijn studie steeds meer die richting opgezocht en ben uiteindelijk ook in de IT blijven hangen.”

Over zijn studie, waar in die tijd vijfenhalf jaar voor stond, deed Pelsmaeker acht jaar. Tegenwoordig een lange tijd, maar in die jaren was dat nog heel gebruikelijk. “We hebben veel lol gemaakt. Je moest in je eerste jaar je propedeuse halen, anders mocht je niet verder met de rest van je opleiding, maar eigenlijk maakte het daarna niet zoveel meer uit. Je moest natuurlijk bepaalde vakken halen, maar in welk jaar je dat precies deed, mocht je zelf weten.”

Pelsmaeker studeerde af op de biomedische techniek, in die tijd een vrij nieuw specialisme. “Daar zat ook duidelijk een praktische kant aan natuurlijk, vanwege de patiënten.” Voor zijn afstudeerstage werkte hij twee jaar in het Diaconessenziekenhuis in Eindhoven, waar hij ook intern verbleef, in het zusterhuis, waar alle verplegers en verpleegsters woonden. “Op de THT zat ik altijd tussen mannen. Daar hadden we echt problemen om vrouwen te vinden voor de feestjes, al wisten meisjes uit de omgeving de THT wel te vinden. En nu woonde ik twee jaar met bijna alleen maar meisjes om me heen. Dat was een leuke tijd.”

Pelsmaeker deed in het Eindhovense ziekenhuis onderzoek naar spierdystrofie. Ze stimuleerden de spieren elektronisch, met naaldjes, en keken hoe de spier erop reageerde. De resultaten werden geanalyseerd met software. Zo probeerden ze te ontdekken of het mogelijk was om spieruitval vroegtijdig te diagnosticeren. “Een hele praktische toepassing, en voor het verwerken van de resultaten moesten we programmeren. In die tijd had je nog geen kleine computers; we hadden grotere systemen, echte bakken. Er zat een enorme la in, en daar zat de disk in.” Lachend: “Daar zat maar liefst vijf megabyte op. Ongelooflijk hoe hard die ontwikkeling is gegaan de laatste decennia.”

De beginjaren van Omikron

De Van den Kroonenbergprijs werd voor het eerst uitgereikt in 1984, en heette toen nog de UT Ondernemersprijs. Die eerste prijs ging naar Pelsmaeker, voor zijn bedrijf Omikron. “Die naam stamt nog uit de beginjaren van mijn opleiding. Ik ben toen begonnen met het bouwen van luidsprekersystemen, als hobby. Veel studenten deden dat in die tijd. Ik heb ze hier in de huiskamer nog steeds staan.” Pelsmaeker kon de boxen ontwikkelen omdat hij op de UT toegang had tot de PDP-10, een mainframecomputer die ook wel bekend stond onder de naam DECsystem-10. “Door middel van simulatie kon ik daarmee het ontwerp maken. We hebben in die tijd best wel een aantal exemplaren gebouwd en verkocht. De boxen zijn nog steeds erg goed, er zijn liefhebbers in Nederland die ze nog altijd gebruiken.”

Alle luidsprekers in die tijd hadden vrij korte namen. Pelsmaeker koos voor de Griekse letter omikron als bedrijfsnaam, die werd nog niet gebruikt en hij vond de naam passen bij de luidsprekerboxen. Hoewel de meeste van zijn studiegenoten na hun afstuderen het bedrijfsleven in gingen, lag het voor Pelsmaeker voor de hand om door te gaan met zijn bedrijf. “Ik vond het leuk om dingen te maken, altijd al.”

Al snel verkocht hij de muziekboxenbusiness en ging hij samenwerken met zijn afstudeer hoogleraar Kasper Boon. Boon was auteur van computerboeken en had ideeën voor nieuwe titels, maar om die te kunnen ontwikkelen, had hij wat meer programmeercapaciteit nodig. Daarvoor benaderde hij Pelsmaeker. “Om die boekjes te maken moesten er veel kleine programmaatjes worden gemaakt, in Basic, voor de homecomputermarkt. In veel gevallen ging het om praktische zaken, de hypotheekrente uitrekenen bijvoorbeeld. Maar we maakten ook spelletjes, waaronder hele leuke adventure-achtige spellen, met een mysterie dat je moest oplossen. Boon schreef de teksten en had alle ideeën, ik zorgde voor de uitvoering en ik huurde studenten in om de programma’s te schrijven.”

Een deel van de boekjes gaven ze in eigen beheer uit, er bestond zelfs nog een tijdje een uitgeverij Omikron, maar de meeste boeken werden door Addison-Wesley gepubliceerd, een grote Amerikaanse uitgever. “Een internationale uitgeverij, dus de boeken werden vertaald naar het Spaans, Engels, Duits en Frans, en wereldwijd verkocht.”

Dat hij als succesvolle jonge ondernemer de UT Ondernemersprijs kreeg, vond Pelsmaeker heel eervol, maar de prijs was nog op een andere manier heel belangrijk voor zijn bedrijf. In die tijd bestond de prijs namelijk uit een bedrag van 10.000 gulden en het geld stelde hem in staat Omikron verder te professionaliseren. “Ik heb er nieuwe computers van gekocht. Dat was een zinvolle investering, die konden we goed gebruiken.”

Dat zijn bedrijf de UT Ondernemersprijs had gewonnen, was ook een feitje dat Pelsmaeker wel eens benoemde in gesprekken met potentiële nieuwe opdrachtgevers. “Als ze meer over mijn achtergrond wilden weten, vertelde ik over de UT en die prijs. Dat heeft soms misschien wel geholpen om ze te overtuigen.”

 Eigen bushalte

In dat eerste jaar, waarin Omikron de boekjes met computerprogramma’s maakte, kwam het bedrijf meteen al goed van de grond. “Dat het met boekjes zou beginnen had ik nooit gedacht, maar wat maakte het uit. Toen die periode eenmaal voorbij was, ben ik meer in de richting van de echte techniek gegaan. Ik wilde van Omikron een bedrijf in software engineering maken. Daar lag toch echt mijn hart, bij de technische automatisering.”

Pelsmaeker nam een aantal mensen aan, in vaste dienst. Omikron huisde eerst in het BTC, het bedrijfstechnologische centrum, een gebouw tegenover de campus, dat inmiddels is afgebroken. Je kon er als UT-startup goedkoop bedrijfsruimtes huren. Later, toen het bedrijf groeide, trok Omikron naar een eigen gebouw, dat ze het Holborn-pand noemden. Het pand was gebouwd door Holborn, een bedrijf dat van 1979 tot 1983 futuristisch ogende computers fabriceerde. Nadat Holborn failliet ging, trok Omikron erin. “Voor het gebouw was een bushalte, die heette Omikron. Dat vond ik heel leuk, dat we een eigen halte hadden. Helaas is die inmiddels (jaren later) opgeheven.”

Na de vliegende start wachtte Omikron een zware tijd. “Een bedrijf runnen is een kwestie van goed ondernemerschap, maar ook wel van geluk hebben. Je moet goede ideeën hebben, goed werk leveren, maar zonder een dosis geluk red je het niet. Ik was een techneut, ik vond het heel interessant om problemen op te lossen en iets moois neer te zetten, maar andere facetten van het ondernemerschap, zoals een netwerk opbouwen en opdrachten binnenhalen, daar was ik minder goed in.”

Pelsmaeker probeerde het op te lossen door die verantwoordelijkheden bij anderen neer te leggen. Hij haalde investeerders binnen, die mede-eigenaar werden en een groot netwerk hadden, en hij huurde iemand in die de marketing voor zijn rekening nam. “Maar dat liep niet zo heel lekker. Misschien was het mijn fout dat ik iemand aannam die nog niet zoveel ervaring had en dus ook niet zoveel kostte, maar hij kreeg het niet voor elkaar om nieuwe opdrachten binnen te halen. En ook het netwerk van de investeerders leverde geen opdrachten op. Die hadden het toch ook verkeerd ingeschat.”

Een moeilijke tijd

Een beetje geluk had Omikron nog kunnen redden, maar ook dat bleef uit. Neem de samenwerking met Melkunie. Omikron hielp het bedrijf om het werk in hun magazijnen te automatiseren. Supermarkten bestelden dagelijks hun producten bij Melkunie, maar die bestellingen werden nog handmatig van de schappen in het magazijn gehaald en op de karretjes gelegd die de vrachtwagens in werden gerold. Melkunie had het werktuigbouwkundig bureau IPA opdracht gegeven om een mechanisch systeem te ontwikkelen dat op basis van de orders van supermarkten de producten van de schappen haalde en op de karretjes legde. Het enige mensenwerk dat overbleef was die karretjes de vrachtwagen in rijden en er bij de supermarkt weer uit.

IPA had alleen nog geen besturingssysteem voor hun mechaniek. Omikron werd ingeschakeld om dat te ontwikkelen. “Het was een mooie opdracht, want het was een grote uitdaging om dat te doen met de hardware die in die tijd beschikbaar was. De installatie werkte goed en Melkunie was heel tevreden. IPA kreeg de opdracht een tweede installatie te bouwen, maar  in plaats van de samenwerking voort te zetten, zei IPA: ‘We weten nu hoe het moet, dank je wel voor je mooie werk, we gaan het nu zelf doen met die besturing.’ Toen stonden we buitenspel.”

Uiteindelijk was dat voor alle partijen nadelig.  IPA kreeg de besturing niet voor elkaar en ging uiteindelijk zelfs aan de opdracht failliet.

Dat Omikron grote opdrachten binnenhaalde waar ze maandenlang, soms misschien wel een jaar aan werkten, was volgens Pelsmaeker hun valkuil. “We waren een klein bedrijf. Als je niet oppast val je als zo’n opdracht afloopt in een gat, omdat je nog geen nieuwe opdracht hebt.”

Een ander voorbeeld van een opdracht waarbij het niet volgens plan verliep was die voor het Centraal Boekhuis, het grote magazijn waar alle boekenvoorraden van Nederland liggen opgeslagen. Het CB wilde het magazijn automatiseren en gaf drie bedrijven de opdracht daarvoor een plan te ontwikkelen, waaronder Omikron. Toen Omikron hun plan presenteerde, was het CB heel enthousiast. “Ze zeiden: ‘Ja, dat is de manier waarop we het moeten doen.’ Dus wij dachten dat we die opdracht binnen hadden. Maar vervolgens zeiden ze: ‘We vinden jullie eigenlijk te klein om het uit te voeren, dus we gebruiken jullie concept, maar we vragen een van de andere bedrijven om het uit te werken en te realiseren.’ Misten we weer een opdracht.”

Andere klanten gingen gelukkig wel netjes met Omikron om. Een Duits distributiecentrum dat ook het magazijn wilde automatiseren schakelde de hulp van Omikron wel in. Het bedrijf werd heel succesvol en groeide uit van een business met enkele tientallen medewerkers tot een bedrijf met 800 werknemers. “En al die jaren, tot op de dag van vandaag, werk ik voor die klant. Zulke klanten moet je hebben, daar kun je op bouwen.”

Faillissement en belastingdienst

Eén goede klant is niet voldoende. Omikron zat op het randje van faillissement. Pelsmaeker besloot in te grijpen. “Tegenwoordig is het een strategie, je failliet laten verklaren en zo van je schuld afkomen, maar dat vond ik niet netjes, ik wilde een faillissement voorkomen. Dus ik moest de zaak fors terugbrengen in omvang en mensen ontslaan, heel vervelend vond ik dat.”

Helaas bleek het feit dat Pelsmaeker alles op alles had gezet om een faillissement te voorkomen en alles netjes af te handelen, uiteindelijk toch negatieve gevolgen te hebben. Omdat hij niet zeker wist of hij de komende maand zijn sociale lasten zou kunnen betalen, ging hij langs bij de Belastingdienst in de hoop afspraken te kunnen maken en tot een oplossing te komen. “De inspecteur zei: ‘Fijn dat je dit hebt gemeld, hier komen we zeker uit.’ Ik had echt een goed gevoel toen ik naar huis ging. De volgende ochtend kwam ik op de zaak en stond diezelfde inspecteur daar met een deurwaarder. Hij had de boel verzegeld en alles in beslag genomen, ook de producten die nog de deur uit moesten. En om alles nog erger te maken, verdubbelde hij de aanslag voor de maand erop, want ‘als je straks failliet gaat, krijgen we vaak maar de helft van  het geld binnen, dus op deze manier krijg ik toch mijn geld’. Dat is dus de Belastingdienst.”

Eerder had Pelsmaeker nog wel kunnen lachen om een aanvaring met de Belastingdienst. Bij de eerste inspectie die Omikron kreeg, nam de inspecteur de oude aangiftes door. “Bij een van de aangiftes zei hij: ‘Die accepteer ik niet, ik vind dat jullie te veel besteden aan koffie.’ Ik legde uit dat we met studenten werkten en veel inloop hadden, en dat programmeurs nu eenmaal veel koffie drinken. Maar die inspecteur bleef erbij dat het onmogelijk was dat er zoveel koffie werd gedronken en wilde de aftrekpost niet accepteren.”

Uiteindelijk lukte het Pelsmaeker om zijn werknemers hun laatste lonen nog uit te betalen en werd Omikron, zonder faillissement, grotendeels ontmanteld.. Ook hoefde hij – nadat hij heel veel kosten had gemaakt om bezwaar aan te tekenen – de dubbele aanslag niet te betalen. Maar zijn vertrouwen in de Belastingdienst is nooit meer hersteld. “En toen was ik eigenlijk weer terug bij af. Ik was weer gewoon zzp’er.”

Wel een zzp’er met schulden, maar zijn oude hoogleraar Kasper Boon, die inmiddels was overgestapt van de UT naar de Open Universiteit, bood hem een baan aan. Zeven jaar werkte Pelsmaeker in vaste dienst bij de Open Universiteit als cursusteamleider en leidde hij studenten op en nam hij examens af. In die jaren kon hij zijn schulden aflossen. Voor zijn trouwe klanten bleef hij ondertussen nog werken als zzp’er.

 Computer Solutions

Toen Pelsmaekers kinderen groter werden, besloot hij met het hele gezin naar Groningen te verhuizen. Ze kochten een boerderij met lekker veel grond eromheen. Pelsmaeker had zijn baan bij de Open Universiteit opgezegd en wilde in Groningen een nieuwe baan zoeken, maar precies op dat moment werd hij benaderd door een bedrijf uit Breda, Computer Solutions, een bedrijf in technische automatisering. Precies wat Pelsmaeker zocht en Computer Solutions wilde hem zo graag hebben dat ze hem een woning in Breda aanboden, zodat zijn gezin in Groningen kon blijven en hij doordeweeks in Breda kon zijn.

Voor Computer Solutions reisde Pelsmaeker regelmatig naar Centraal-Azië, naar Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, Tadzjikistan, Turkmenistan, Georgië en Letland. Het waren leuke, interessante projecten, en soms ook heel spannend wegens de politieke situatie in sommige van die landen. In de weekenden was hij vaak aan het klussen op de boerderij in Groningen, een oud pand. “Dat was fijn, om dan even met iets anders bezig te zijn dan met computers. Maar als ik er achteraf op terugkijk, was het ook wel een offer om zo vaak weg te zijn voor mijn werk en doordeweeks gescheiden te zijn van mijn gezin. Ik leefde voor mijn gevoel in twee verschillende werelden en begon steeds meer dingen te missen.”

Pelsmaeker werd steeds ongelukkiger en besloot in 2006 uiteindelijk een volledig nieuwe start te maken. Hij zegde zijn baan op en ging weer als zzp’er werken. Van zijn oude werkgever Computer Solutions kreeg hij een mooie opdracht mee, voor de luchtverkeersleiding op Schiphol. De klant in Duitsland had hij ook nog. Na de scheiding van zijn vrouw verhuisde hij vanuit Breda naar Amstelveen, om dichter bij Schiphol te wonen.

Schiphol

Op Schiphol werkte Pelsmaeker als zzp’er mee aan het luchtverkeerssysteem, met een team van twaalf programmeurs waarbinnen het niet helemaal lekker liep. Verschillende managers kregen het maar niet voor elkaar om het team op de rails te krijgen, en Pelsmaeker besloot de stoute schoenen aan te trekken en zijn diensten aan te bieden. “Ik zei dat ik wel wilde proberen de zaak te reorganiseren, maar volgens de leiding kon dat helemaal niet, omdat heel Schiphol op die belangrijke software dreef, dus dat team kon niet door een externe partij worden gerund. Dat begreep ik wel, maar toen niemand anders die klus bleek te willen doen, hebben ze me toch teamleider gemaakt.”

Pelsmaeker reorganiseerde het team en dat pakte goed uit. Maar toen kwam de financiële crisis en moesten alle zzp’ers eruit. “Ze hebben me zo lang mogelijk vastgehouden, maar uiteindelijk werd ik ook ontslagen. Ik was op mezelf teruggeworpen, geen werk, geen gezin. Uiteindelijk besloot ik mijn huis in Amstelveen te gaan verbouwen.”

Met zijn huis- en studiegenoten uit zijn studententijd heeft Pelsmaeker nog altijd contact. “Een paar jaar geleden zijn we na de alumnidag op de UT even gaan kijken op de Matenweg 10. Er was veel veranderd daar.” Zijn oudste zoon, die hij heeft leren programmeren, promoveert inmiddels in Delft, op IT-gebied. “Wat hij daar doet gaat mij wel boven de pet hoor, dat is heel ingewikkeld. Nu leert hij mij hoe het moet.” Zijn andere zoon is archeoloog en maakt archeologisch verantwoorde exposities voor musea en ook zijn dochter is heel creatief, zij heeft de kunstacademie gedaan.

Omikron software engineering bestaat tot op de dag van vandaag. Pelsmaeker is blijven werken voor de klant in Duitsland en doet soms nog andere klussen, ook al is hij officieel met pensioen. Hij hoopt nog heel lang te kunnen blijven werken, want problemen oplossen met een creatief idee, dat vindt hij nog altijd het leukste wat er is.