Je combineert als TG’er drie functies. Kun je daar wat over vertellen?
‘Elke functie heeft zijn eigen verhaal. Ik ben sinds het voorjaar van 2020 in dienst bij ZGT. Aanvankelijk fulltime als onderzoekcoördinator complexe diabetes. Sinds juni 2023 werk ik als technisch geneeskundige vaatchirurgie. Die switch maakte ik omdat ik TG miste in mijn werk. Ik wilde meer met de inhoud bezig en meer patiëntcontact. Daarnaast ben ik als universitair docent in dienst bij de UT-vakgroep Biomedical Photonic Imaging (BMPI) en ben ik nauw betrokken bij een start-up met collega’s die ik tijdens mijn promotie bij het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis leerde kennen.’
Wat is dat voor start-up?
‘De naam is Wrable. We, mijn drie oud-collega’s en ik, ontwikkelden een apparaat dat krachtsporters helpt inzicht te krijgen in hun progressie. Hardlopers en wielrenners zien op een kastje of smartwatch precies wat het gevolg is van hun inzet, maar voor krachtsporters die spiermassa willen kweken, is dat nog niet mogelijk. Daar realiseerden wij een band voor die om armen of benen kan worden aangebracht. Het protoype werkt, maar we zijn nog opzoek naar mensen die ons kunnen helpen het product naar de consumentenmarkt te brengen.’
Hoe combineer je die drie functies?
‘Dat is altijd even zoeken, maar ik houd van de variatie. Van het schakelen op alle vlakken krijg ik juist energie. Van het onderzoek op de UT, de doe-sfeer in het ziekenhuis en het pionieren bij de start-up. Ik probeer veel overlap te zoeken, zeker tussen ziekenhuis en UT. Dat maakt de combinatie beter uit te voeren en versterkt elkaar bovendien. Op de UT zijn meer onderzoeksfaciliteiten aanwezig dan in een perifeer ziekenhuis. Dat brengt voordelen met zich mee bij het schrijven van subsidieaanvragen of wetenschappelijke artikelen. En door mijn werk bij ZGT pas ik mijn kennis toe, daar waar het verschil maakt voor mensen.’
Heb je als TG’er veel contact met patiënten?
‘Op het moment wat minder, vanwege het onderwijs dat ik in het najaar geef bij TG, maar binnenkort ga ik weer een dag per week patiënten zien. Innoveren en goed onderzoek verrichten, gaat veel makkelijker als je zelf op de werkvloer staat. Het geeft je werk een persoonlijk tintje, maar daar moet wel ruimte voor zijn naast alle andere taken.’
Wat zijn de grootste overeenkomsten tussen je functies? En wat de grootste verschillen?
‘Wat ik op alle drie plekken zie, is dat een TG’er niet van één onderwerp alles tot in detail weet. En dat zie ik als een kracht. Je werkt steeds aan het verbinden van verschillende vakgebieden en je weet genoeg om te begrijpen waar de krachten van iedereen liggen.’
De verschillen zijn ook duidelijk. Op de UT is goed onderzoek leidend. Dat is het doel en financieel resultaat is minder van belang. In de start-up draait alles om financieel resultaat. In de gezondheidszorg draait het veel meer om het doen. Alles gaat om de patiënt. Dat hoeft niet eens altijd wetenschappelijk perfect te gaan, als het maar werkt.’
Hoe kijk je terug op je studie?
‘De opleiding beviel goed, hetzelfde geldt voor de universiteit en de campus. Het onderwijs zat goed in elkaar en ik leerde veel. Dat ik tevreden terugkijk, kan haast niet anders, want anders zou ik er nu geen les geven. De stap naar universitair docent maakte ik door veel te netwerken. Dat is van groot belang. Hetzelfde geldt voor de sociale component. Niet alleen in menselijk opzicht, maar ook door een schakel te zijn in alle opzichten. Verschillende mensen en partijen aan elkaar koppelen kan je als TG’er veel opleveren.’
Datum interview: januari 2024