Jaarverslag OpLeidingsCommissie Technische Geneeskunde 2010-2011
In het collegejaar 2010-2011 was de samenstelling van de OLC als volgt:
Docentleden:
B. Koopman (voorzitter),
A. van Cappellen van Walsum,
A. de Keijzer
A. Lovink
C. Slump
Studentleden:
M. Grootenhuis (vice-voorzitter) en (voorzitter Student Vertegenwoordigings Commissie),
M. Koenrades
N. van Klink
J. Kraeiema
S. Sandker
Toehoorders:
R. van Doremalen (onderwijscommissaris Paradoks)
M. Grootenhuis (voorzitter Bachelor Student Vertegenwoordigings Commissie)
A. Grob (voorzitter Master Student Vertegenwoordigings Commissie)
S. Kamphuis (ab actis)
W. Bolster (griffier - BOZ)
Er is zes keer vergaderd over uiteenlopende onderwerpen. Hiervan kan kennis worden genomen via de notulen van de bijeenkomsten, die gepubliceerd staan op de website van de commissie. http://www.utwente.nl/tg/organisatie/OLC/
Een aantal onderwerpen staan hieronder weergegeven.
Tijdens de jaarlijkse ontmoeting met de opleidingsdirecteur werd onder andere gesproken over de visitatie van de masteropleiding Technical Medicine, de reorganisatieplannen van het College van Bestuur met betrekking tot het onderwijs en onderzoek, de wettelijke maatregel voor langstudeerders en het gevolg ervan voor de opleiding. Ook de stand van zaken rond het Experimenteer artikel in de Wet BIG voor Technische Geneeskunde werd besproken. De opleidingsdirecteur heeft vervolgens verslag gedaan van een landelijke werkgroep, ingesteld door het Ministerie van VWS, die een eindtermenprofiel heeft opgesteld voor een opleiding Technische Geneeskunde. Dit met het oog op het feit dat meerdere universiteiten binnen Nederland van plan zijn om een opleiding TG te gaan starten.
Het curriculum van de bachelor- en masteropleiding werd geƫvalueerd. Op enkele kleine verbeterpunten na werden beide curricula positief beoordeeld.
Voor de masteropleiding werd extra aandacht gevraagd voor het inrichten van de casus en de voorbereiding op het vak Radiation Expertise. Inmiddels is hiervoor vanuit de opleiding een e-learning module geschreven en aangeboden en de resultaten van het laatste tentamen waren beduidend beter.
De tekst van het Huishoudelijk Reglement van de commissie werd ge-update mede aan de hand van het nieuwe Faculteitsreglement TNW.
De klachtenregeling is doorgenomen en akkoord bevonden. Vooralsnog zijn er geen wijzingen c.q. aanvullingen.
Het curriculum van het tweede jaar van de masteropleiding bestaat uit 4 klinische stages van ieder 10 weken. Om deze stages goed te kunnen doorlopen is de opleiding van mening dat alle voorgaande examenonderdelen moeten zijn afgerond. Dit brengt een aantal in- en doorstroomregels met zich mee die in een periode van ca. 2 maand voorafgaand aan de start van een stage moeten worden getoetst. Resultaten uit de discussie over de in- en doorstroomregels werden binnen de opleiding meegenomen ten behoeve van het opstellen van definitieve regels.
De SVC (Student Vertegenwoordigings Commissie) heeft tijdens elke vergadering verslag gedaan van de actuele zaken die door hun werden behandeld.
In het afgelopen jaar heeft de commissie geadviseerd over de volgende zaken:
a.Herkansingsdata van mastervakken: Ter discussie stond de huidige werkwijze waarbij de herkansingsmogelijkheden voor een groot aantal mastervakken in overleg met de docent worden gepland. Op het voorstel van de opleiding om alle herkansingsmogelijkheden vast te leggen gedurende het collegejaar werd negatief geadviseerd.
b.Positief werd geadviseerd over het Bachelor curriculum 2011-2012, waarbij aandacht is gevraagd voor het curriculum van het derde jaar i.v.m. de hoeveelheid parallelle vakken in het tweede semester.
c.Positief werd geadviseerd over het Master curriculum 2011-2012 waarbij aandacht is gevraagd voor de startdatum van de casus en waarbij de suggestie is meegegeven om in de track MS het vak Circulation & Ventilation en de keuzeruimte om te wisselen.
d.De in- en doorstroomregels voor VC&PG onderwijs en Bachelor-stages zijn besproken en er is een positief advies over afgegeven. Unaniem waren de leden het erover eens dat deze regels ten goede komen aan het doorlopen van de bacheloropleiding en dat ze niet ten nadele zijn van de studeerbaarheid ervan. Wel zijn twijfels geuit over de ondersteuning van de toetsing ervan via Osiris.