Waarom zou ik een evaluatieplan opstellen voor een TOM module?
Verliep de uitvoering van de module zoals bedoeld? Was de studielast goed geschat? De resultaten vallen tegen, hoe komt dat? Wat kan er een volgende keer beter?
Op deze en veel andere vragen krijg je via evaluaties antwoord. Een plan (van aanpak) zorgt er voor dat alle belangrijke vragen aan bod komen en verbeterpunten boven water komen. Een evaluatieplan zorgt er ook voor dat alle evaluatieactiviteiten gecoördineerd worden (wie, wat, wanneer) en dat de resultaten vastgelegd en gecommuniceerd worden.
STAP 1. Met welk doel wil je gaan evalueren?
Bij evaluatie gaat het vaak om de verbetering van het onderwijs. Maar soms speelt verantwoording ook een belangrijke rol. Met welk doel of doelen evalueer je? Bij verantwoording: verantwoording aan wie? Wat wil diegene weten?
Bij verbetering: zijn er aanwijzingen voor probleem- of verbeterpunten?
STAP 2. Wat wil je te weten komen?
Over welke punten wil je iets te weten komen? Op welke punten wil je je richten tijdens deze evaluaties? Je kunt binnen één module beter niet alle punten tegelijkertijd aan gaan pakken, dus kies een paar speerpunten uit waarop je je wilt gaan richten. Dit kan bijvoorbeeld het onderwerp toetsing of tutoring zijn. De evaluatieactiviteiten die je vervolgens in gaat plannen richten zich dan (vooral) op deze onderwerpen.
STAP 3. Hoe ga je evalueren?
Wat ga je doen om de informatie te verzamelen? Soms wordt gebruik gemaakt van een schriftelijke of online vragenlijst, maar voor het achterhalen van sommige typen informatie zijn andere methoden (of een combinatie van methoden) geschikter. Bij het bepalen van je evaluatiemethode zijn aantal aspecten belangrijk:
- Wil je open of gesloten vragen stellen?
- Wat voor een informatie wil je ophalen?
- Wie worden je respondenten (studenten of docenten)?
- Hoe veel respondenten wil je benaderen?
Deze vragen zijn allemaal belangrijk om te bepalen welke evaluatieactiviteiten je in gaat zetten. Voor voorbeelden en verdere uitleg van de activiteiten voor het evalueren van studentenervaringen kun je hier klikken.
STAP 4. Wie / wat zijn je infomatiebronnen?
Welke bronnen ga je gebruiken voor het verzamelen van je informatie? Wie zijn bijvoorbeeld je respondenten? In eerste instantie wordt vaak alleen aan studenten gedacht. Denk goed na welke en hoe veel respondenten je wilt hebben. Zijn dit allemaal studenten uit dezelfde (project)groep of juist uit verschillende (project)groepen? Denk ook eens aan mededocenten, ook zij kunnen waardevolle bronnen van informatie zijn. Ook kun je veel informatie uit studieresultaten en slagingspercentages halen.
STAP 5. Wie gaat de evaluatie uitvoeren?
Doe je dit zelf als docent of modulecoördinator? Wordt dit gedaan door student(assistent)en, collega-docenten of wordt de evaluatie door een onafhankelijke evaluatiecommissie uitgevoerd?Aan het einde van de module wordt sowieso een (gestandaardiseerde) studentenenquête afgenomen (SEQ). Maar de overige evaluaties moeten door de opleidingen zelf gepland en uitgevoerd worden. Dit betekent niet dat je (als moduleteam) alle evaluaties zelf uit moet voeren. Het is ook mogelijk de onderwijscoördinator, een medewerker kwaliteitszorg, iemand van CELT of studentassistenten te vragen je hierbij te helpen.
STAP 6. Wanneer (en hoe) wordt de evaluatie uitgevoerd?
Maak een planning voor de praktische uitvoering van de evaluatie(s). Wanneer plan je een panelgesprek in? Welke week of weken laat je de studenten tijdschrijven? Op welk moment ga je de vragenlijsten afnemen en hoe ga je deze dan onder de respondenten verspreiden?In het lijstje met evaluaties op basis van studentervaringen wordt aangegeven wanneer (in de module) welke evaluatie activiteit het beste ingezet kan worden.Houd er rekening mee dat het moment van de evaluatie van invloed kan zijn op de resultaten. Ga je bijvoorbeeld voor of na een toets evalueren? Een evaluatie na de toetsing heeft als voordeel dat je de toets mee kunt nemen in de evaluatie. Een nadeel is dat de evaluatie kan worden beïnvloed door het beeld dat de student heeft over zijn toetsprestaties.
STAP 7. Hoe zien de resultaten van de evaluatie eruit?
Hoe ga je de evaluatieresultaten opleveren? Ga je per evaluatie een evaluatierapport schrijven? Bestaat dit rapport uit tekst, grafieken en/of afbeeldingen? Wie mag de evaluatieresultaten inzien? Hoe worden deze onder de belanghebbenden verspreid? Gelden hier regels voor binnen de opleiding? Check deze zaken (bijvoorbeeld bij de onderwijscoördinator of medewerker kwaliteitszorg van je opleiding/faculteit) voordat je aan je evaluatie begint.
STAP 8. Wat ga je met de resultaten van de evaluatie doen?
Wat wil je na de evaluatie met je resultaten gaan doen? Denk hier van tevoren over na, om te voorkomen dat de resultaten ergens in een stoffige doos eindigen. Wie neemt aan de hand van de evaluatieresultaten een beslissing? En waarom? Follow-up: Wie formuleert vervolgens concrete verbeteracties? En wanneer/ door wie worden deze uitgevoerd?
BRONVERMELDING
Artikel: Orientatie op Evaluatie (B. Camstra, Universiteit van Amsterdam, 1977)
Artikel: Evaluatieplan (E.B.Smuling, Universiteit Twente, 2003)
Presentatie: Hoe maakt je een evaluatieplan? (J. van den Berg, Universiteit Twente, 2007)
Boek: Leren en doceren (Kalleberg e.a., 2000)
Handleiding: UTQ Course 5, Quality Assurance and Course. Evaluation Manual (van den Berg, J. 2011