EWI Onderwijsseminar 5 oktober 2011
De praktijk van het toetsen
Als docent is men regelmatig bezig met het onderwerp toetsen. Er worden keuzes gemaakt over de vorm van de opgaven, hoe moeilijk/makkelijk de opgaven moeten zijn en welke beoordeling krijgen de opgaven. Zijn de behaalde cijfers een reële weergave van het kennisniveau van de studenten?
In dit seminar werden twee vormen van toetsen toegelicht.
Inleiding door Luuk Spreeuwers (Signals and Systems Group, EE)
Luuk vertelde over zijn manier van toetsen bij het vak Netwerkanalyse. Tot 2009 werd dit vak getoetst door middel van ‘interessante’ opgaven. Aan iedere opgave werden punten toebedeeld. Deze bepaalden 50% van het eindcijfer. De tussentijdse toets vormde de andere 50% van het cijfer.
Inleiding door Brigit Geveling (Bachelorcoördinator, TW)
Brigit vertelde over de bijzondere vorm van toetsen bij het vak Presentatie van een Wiskundig Onderwerp. Dit vak is opgenomen in het curriculum omdat het presenteren van een lastig technisch verhaal oefening vergt. Aspecten waarop beoordeeld wordt zijn de presentatievaardigheden, de wiskundige inhoud, de gegeven feedback en het reflectieverslag. Het belangrijkste aspect is echter de groei die de student moet tonen tussen de eerste en tweede presentatie.