PROJECTEN IN MODULES

Tijdens het negende EWI onderwijsseminar vertelt docent Jaco van der Pol over zijn ervaringen bij het vak Verification Engineering. Ronan van der Zee reageert op zijn verhaal. Er zijn meer dan 35 EWI-docenten/medewerkers aanwezig tijdens dit seminar.

Opening

Hans Romkema opent de bijeenkomst. Het onderwerp is Projecten in modules. We hebben het dan over projecten als werkvorm. Dit onderwerp sluit aan bij het nieuwe module-onderwijs.

Presentatie Jaco van de Pol

Jaco van der Pol geeft zijn projectvak aan tweedejaarsstudenten Bachelor Computer Science. Gemiddeld nemen 12 tot 16 studenten deel aan het vak. Zij worden verdeeld in groepjes van 3 à 4 personen. De doelen bij dit vak zijn in het algemeen: - plannen - samenwerken - tot een product komen. Dit vak dient als voorbereiding op een groot designproject in het derde jaar. Specifiek doel is het leren modelleren en analyseren.

Deelnemers aan dit vak mogen kiezen uit vier opdrachten. De studenten krijgen een (vage) omschrijving van de opdrachten. Nadat een groep een keuze gemaakt heeft, start de ontwerpfase. Ze moeten beschrijven hoe het systeem zich zou moeten gaan gedragen. Vervolgens wordt dit systeem ontworpen, waarna de implementatie- en de testfase wordt bereikt. Uiteindelijk produceert de groep modellen en een verslag.

Jaco gebruikt de term Frustration based education, er is weerstand nodig om het vak op deze manier te volgen. Het helpt studenten te leren

Dit vraagt inzet van de docent;

Wat hebben studenten geleerd aan het einde van dit vak?

Verder merkt Jaco op dat het belangrijk is om de studenten duidelijk deadlines te geven en ze hier ook aan te houden. Laat ze hun resultaten aan de andere groepen presenteren.

Als afsluiting wordt genoemd dat dit vak ook in een Honours programma wordt aangeboden. Hierbij is het meest opmerkelijk dat deze studenten erg positief zijn wanneer zij in contact worden gebracht met andere (slimme) studenten om hun opdracht te bediscussiëren en te presenteren.

Reactie van Ronan van der Zee

Ronan van der Zee reageert op de presentatie van Jaco en op vragen van andere aanwezigen.

Is het erg als de deelnemers aan je vak van alles googelen? Ronan moedigt dit juist aan. Zolang de student maar kan laten zien wat hij zelf heeft toegevoegd aan wat hij heeft gevonden.

Als je te weinig structuur biedt tijdens je vak komen studenten niet verder. Het stellen van deadlines, het aanbieden van tools en technieken, het geven van feedback vallen hieronder. Verder vergt het in goede banen leiden van het groepsproces de nodige inspanning.

Tot slot merkt Ronan op dat hij heeft ervaren dat studenten niet altijd leren wat je van te voren verwacht. Hij vindt dat een positief punt.

Discussie

In de discussie die hierna ontstaat worden praktische vragen gesteld.

Is deze werkvorm geschikt voor grote groepen (80-100 studenten)? Opdelen in kleinere groepen is dan logisch.

Als studenten niet leren wat je van te voren verwacht, behalen ze dan wel de vooropgestelde leerdoelen? Een gedeelte van de aanwezigen is van mening dat dit ook niet altijd nodig is (alleen het halen van de kerndoelen is genoeg). Een ander is juist van mening dat als de leerdoelen niet worden gehaald, je het resultaat met een onvoldoende moet beoordelen. Anders kan je je leerdoelen net zo goed afschaffen.

In het module-onderwijs gebruiken we theoretische kennis en praktische vaardigheden naast elkaar. Dit werkt voor de student stimulerend. Maar er wordt ook gesteld dat het effect van “ouderwetse” hoorcolleges niet moet worden onderschat.

Feedback geven is tijdrovend maar noodzakelijk. Studenten vragen erom. Dan werkt peer review goed.

Op de vraag of wiskundeonderwijs ook geschikt is om in projectvorm aan te bieden wordt in deze discussie niet eenduidig een antwoord geformuleerd.