Tijdens het 8ste EWI onderwijsseminar vertelden twee docenten over hun ervaring met het activeren van studenten tijdens hoorcolleges. Er waren bij de docentenlunch ruim 30 docenten aanwezig.
Inleiding
Hans Romkema opende het seminar.
Sinds september 2010 worden er docentlunches/onderwijsseminars georganiseerd. De uitgangspunten hierbij waren
- de kwaliteit van het EWI onderwijs is hoog,
- het doel is het uitwisselen van practices,
- we willen de dialoog stimuleren (beter weten van elkaar waar we mee bezig zijn).
De reacties op de lunches zijn positief, de opkomst is goed. Een kritisch geluid is dat de lunches vrijblijvend zijn. Maar daarom worden, bij geschikte onderwerpen, na ieder seminar onderwijspilots georganiseerd. Een paar docenten worden benaderd met de vraag of ze met het besproken thema willen experimenteren. De bereidheid van docenten om hieraan mee te doen is groot. De werkdruk maakt dat de voortgang van de pilots soms in gedrang komen.
De doelen van de pilots zijn:
- EWI-onderwijs nog beter maken,
- van elkaar leren,
- experimenteren.
Naar aanleiding van het seminar Interactie in hoorcolleges zijn drie docenten (Mariët Theune, Luuk Spreeuwers en Hil Meijer) samen met Karen Slotman (onderwijskundige) en Hans Romkema bij elkaar gekomen om te brainstormen over de mogelijkheden om in hun hoorcollege een experiment met interactie uit te voeren. Alle drie hebben dit op verschillende manieren gedaan. Na afloop zijn de ervaringen besproken. Hierbij is gebleken dat het experiment als positief is ervaren (docenten zetten hun werkwijze voort).
Twee van hen, Luuk Spreeuwers en Hil Meijer doen in dit seminar verslag van hun werkwijze en ervaringen.
Eerste spreker: Luuk Spreeuwers
Luuk Spreeuwers, geeft het vak Netwerkanalyse. Dit vak wordt gegeven in de B1 voor EE studenten. Het gaat om een 6.5 EC vak. De meeste studenten vinden het een zwaar vak.
Tijdens de hoorcolleges van het vak Netwerkanalyse laat Luuk de studenten oefenen. Hij heeft onderzocht op welke aspecten studenten bij het tentamen onvoldoende scoren. Deze stof wordt in het hoorcollege aan de studenten uitgelegd. Vervolgens heeft hij een keer papier en potlood uitgedeeld tijdens zijn college. Hij geeft een opgave en laat deze uitwerken. Tijdens dit uitwerken loopt Luuk langs de studenten en helpt hier en daar (met het geven van hints) bij het oplossen van het probleem.
Soms stelt Luuk de vraag welke studenten de opgave geheel niet of juist wel hebben begrepen. Eén van deze studenten wordt voor het bord uitgenodigd om te laten zien wat hij wel/niet snapt.
Voordelen van bovenstaande:
- Studenten zijn meer betrokken bij het uitwerken van opgaven
- Er wordt gediscussieerd over het probleem
- Focus van studenten op het proces wordt groter
- Zij vereenzelvigen zich meer met het proces
- Het onderbreekt een periode van intensief luisteren
Tweede spreker: Hil Meijer
Hil Meijer, geeft het vak Gewone Differentiaal Vergelijkingen. Dit vak wordt gegeven in B1 en B2 voor TW en TN studenten. Het gaat om een 5 EC vak. Het vak is vaak een struikelblok.
Hil noemt uit eigen ervaring dat hij vaak colleges volgde waarbij hij tijdens de colleges bemerkte dat hij op dat moment weinig van de stof snapte. Hij maakte aantekeningen die hij op een later tijdstip bestudeerde.
Hij is van mening dat je tijdens het hoorcollege de rode draad aan de studenten moet vertellen maar de studenten mogen/moeten zelf nadenken. Hierdoor snappen zij de stof beter. Ook Hil vertelt de studenten stukjes theorie waarna hij ze sommen laat oefenen. Hij spoort studenten aan tot uitwerken van oefeningen indien ze geen pen/papier bij zich hebben stimuleert hij tot samenwerken met buurman/vrouw. Studenten mogen zelf de crux ontdekken. Hij vat zijn ervaringen als volgt samen:
- Studenten vinden het vak hierdoor makkelijker te volgen
- Als docent zie ik waaraan ik bij mijn uitleg, extra aandacht aan moet besteden
- Sommige studenten vinden het college hierdoor te langzaam gaan.
Doordat sommige studenten het college te langzaam vinden gaan blijven zij misschien weg. Er ontstaat een discussie of dit wenselijk is. Hierbij wordt opgemerkt dat er in een groep vrijwel altijd sprake is van een (groot) verschil tussen de studenten (zowel in capaciteit als in motivatie).
Het direct antwoord geven op door de docent gestelde vragen door de slimmere studenten kan worden voorkomen door een daadwerkelijke stilte in te bouwen. Hierdoor krijgt ook de “minder” vlotte student de gelegenheid om over een probleem na te denken.
Tot slot
Hans Romkema sluit het onderwijsseminar af met de volgend aandachtspunten:
- Er is meer informatie over de diverse onderwerpen te vinden op: http://www.utwente.nl/ewi/onderwijskwaliteit/Onderwijsontwikkeling/
- Een onderwijspilot kan de start zijn voor het behalen van BKO
- Indien er behoefte is aan (onderwijskundige) ondersteuning ; meldt dit bij Hans Romkema
- Volgend seminar is rond 1 oktober