Wat houdt je werk in?
‘Ik geef leiding aan het CARA Lab, begeleid er een groep PhD-studenten bestaande uit AI-engineers, biomedical engineers en TG’ers. We doen onderzoek naar de inzet van Artificial Intelligence op de cardiologieafdeling. Het lab is een vijfjarig project, een samenwerking tussen het Radboudumc, het Amsterdam UMC en Abbott, een groot Amerikaans MedTech bedrijf. We ontwikkelen een toepassing die Optical Coherence Tomography (OCT) beelden tijdens een hartkatheterisatie automatisch kan analyseren. Om daar wat dieper op in te gaan: tijdens een dotterbehandeling maak je met OCT beelden van de binnenkant van de kransslagader. Als er bijvoorbeeld ergens vet of kalk in de vaatwand zit waardoor een vernauwing ontstaat, kunnen we dat dankzij OCT nauwkeurig in kaart brengen. Zo’n beeldvorming bestaat uit meer dan vijfhonderd plaatjes. Het is voor de operateur vrijwel niet te doen om die allemaal realtime te bekijken en daar een mening over te geven. Met behulp van AI willen wij een slimme oplossing bedenken die deze beelden automatisch beoordeelt.’
Hoe ben je bij het Radboudumc beland?
‘Als TG-student ben ik hier in 2013 als stagiair binnengekomen. Ik werd op de afdeling cardiologie geplaatst, onder dokter Brouwer. Ik werd al snel door zijn enthousiasme gevangen. Na het afronden van mijn master in 2015 ben ik ook op de cardiologieafdeling gaan werken. Er was destijds een onderzoeksafdeling waar in samenwerking met industriële partners veel klinische studies, zogenaamde trials, werden gedaan. Op onze afdeling werden bijvoorbeeld mensen met een ICD een x-aantal jaar gevolgd. Voor mij als TG’er was dat een mooie kans om patiënten te spreken, ze aan het onderzoek te binden en te volgen. Met het geld dat onze afdeling met deze trials genereerde, kregen wij de kans om ons eigen onderzoek op te zetten. Het was uitdagend werk, alleen bleef er in de praktijk weinig tijd over voor het eigen onderzoek. Toen er in 2018 een nieuw afdelingshoofd kwam, professor Van Royen, kwam er een eind aan de trialafdeling in deze vorm. Toen kon ik mij vol op mijn eigen PhD storten.’
Was je achteraf niet liever direct na het afronden van je master aan een PhD begonnen?
‘Nee. Op papier heb ik tussen 2018 en 2021 mijn promotie gedaan, maar in de jaren daarvoor werkte ik er ook al aan. Weliswaar in een aparte constructie, maar dat bood me wel de mogelijkheid om klinische ervaring op te doen. Dat vond en vind ik nog steeds erg waardevol. Na mijn PhD heb ik een postdocfunctie gehad op de afdeling fysiologie, waar ik onderzoek deed naar vaatgezondheid. Dat was in samenwerking met de UT. Ook ben ik begonnen aan een postdoc op de neurologie-afdeling, waar ik hartritmeveranderingen bij de ziekte van Parkinson onderzocht, maar mijn ambitie bleef om een plek op de cardiologie-afdeling te krijgen. Dus toen de mogelijkheid voorbijkwam om als manager van het CARA Lab aan de slag te gaan, zag ik dat als een kans die ik niet kon weigeren. Wat dat betreft ben ik heel tevreden over de opbouw van mijn carrière.’
Je houdt je nu bezig met kunstmatige intelligentie. Wat trekt jou hierin?
‘We werken aan de oplossingen van morgen, dat is erg gaaf. Het doel is om een tool te ontwikkelen die over vier jaar daadwerkelijk gebruikt kan worden door artsen. Wel is het een andere richting dan waarin ik mijn master heb gevolgd. Ik ben officieel een MSS’er, maar zit nu meer aan de beeldvormingskant. Wat ik erg leuk vind, is dat ik in deze functie de kans krijg mijn onderzoeksskills over te brengen op nieuwe PhD-studenten. Het is een mooie stap in mijn carrière, dat ik naast zelf onderzoek doen ook leiding mag geven. Daarnaast vind ik het gaaf dat het lab een samenwerking is tussen een technische en een klinische groep.’
Heb je in je werk profijt van je opleiding als TG’er?
‘Honderd procent. Als TG’er leer je heel kritisch, systematisch en mechanistisch te denken. Je leert om klinische en technische input tegen elkaar af te zetten. Ik ben geen AI-engineer, maar ik snap wel wat zij doen en welke techniek erachter zit. Andersom snap ik ook welke wensen een cardioloog heeft. Met de informatie uit de klinische kant kan ik de engineer aansturen, terwijl ik de cardioloog kan voeden met de info uit de technische kant, om zo tot een goede oplossing te komen. Als TG’er ben je een belangrijke schakel tussen die twee werelden. Het is een mooi spanningsveld om in te werken.’
Willem Korenromp, mei 2024