Je werkt momenteel in het Catharina Ziekenhuis, wat doe je daar precies?
‘Ik werk als technisch geneeskundige op de afdeling klinische fysica. Het is een tijdelijke functie vanwege een zwangerschapsverlof. Samen met de klinisch fysici zijn we verantwoordelijk voor alle medische apparatuur in het ziekenhuis. Het is mijn taak om mee te denken met artsen over de vervanging en aanschaf van apparatuur. We begeleiden het aanschaftraject en lossen problemen op met de huidige apparatuur in het ziekenhuis. Daarnaast werk ik aan een project met een 3D-printer, waarmee we bijvoorbeeld boormallen maken voor de kaakchirurgie. Het is leuk werk dat goed aansluit bij mijn achtergrond als technisch geneeskundige, al mis ik soms de aansluiting met de klinische praktijk in het ziekenhuis.’
Je carrière begon in het bedrijfsleven. Hoe ging dat?
‘Ik koos er niet bewust voor. Na mijn afstuderen kon ik na heel wat sollicitaties aan de slag bij het bedrijf Topicus, waar onder andere elektronische patiëntendossiers worden gemaakt. Ik ging langs bij huisartsen en praktijkondersteuners om hun wensen omtrent het patiëntendossier op te halen, en besprak dit met het ontwikkelteam. Het leuke aan de baan was de link met de medische wereld, maar uiteindelijk maakten we gewoon software… Ik wilde meer met de klinische praktijk. In 2017 kreeg ik de kans op een echte TG-baan bij Instituut Verbeeten in Tilburg. Het was een erg leuke plek, waar ik meewerkte aan de implementatie van een nieuwe techniek voor radiotherapie behandelingen. Dankzij deze techniek hoeven patiënten bijvoorbeeld tijdens de bestraling van hersentumoren niet langer een thermoplastisch masker te dragen, maar worden ze met behulp van een oppervlaktescanner heel precies gepositioneerd. Dit is veel prettiger voor de patiënt. Bij Verbeeten begon ik ook aan mijn promotieonderzoek over de klinische haalbaarheid van deze oppervlaktescanner. Dit onderzoek ben ik op dit moment aan het afronden.’
WAT IS EIGENLIJK HET VERSCHIL TUSSEN HET BEDRIJFSLEVEN EN HET ZIEKENHUIS?
‘Ik denk dat in een ziekenhuis de patiëntenzorg altijd voorgaat, wat terecht is natuurlijk. Maar als onderzoeker is het soms vervelend wanneer een afspraak hierdoor niet doorgaat. In het bedrijfsleven lijkt meer tijd voor dergelijke afspraken, ook omdat je vaker opereert als één team.’
WELKE STAGES HEB JE TIJDENS JE STUDIE DOORLOPEN?
‘Ik deed twee stages in het MST, bij longgeneeskunde en bij anaesthesie. Mijn stageopdrachten ging prima, maar ik merkte dat de klinische ervaring soms een beetje zoeken was. Collega’s wisten niet precies wat ik kon en mocht. Ik zei: ik kan hetzelfde als een coassistent. Daarna kwam het meestal wel goed.’
WAS HET MOEILIJK OM NA JE OPLEIDING EEN PASSENDE BAAN TE VINDEN?
‘Ja, ik heb veel gesolliciteerd. Veel mensen doen een promotieonderzoek na hun afstuderen. Maar daarna blijft het de vraag: wat nu? Er zijn nog niet zoveel TG-functies in het ziekenhuis. Het is een conservatieve wereld, waar weliswaar veel ideeën zijn, maar het geldpotje om het uit te voeren ontbreekt vaak. Ik denk dat het tijd nodig heeft, voordat de volledige potentie van technisch geneeskundigen wordt benut. Tot die tijd moeten we als TG’ers vooral laten zien wat we kunnen.’
Tekst: U-Today, Jelle Posthuma, september 2022