Alumni Boek 2025

‘Mijn vriend kreeg te horen: ze studeert wiskunde, is ze dan wel leuk?’

 

Met enige schroom benader ik Jacquelien Scherpen voor een interview. Zij is net enkele maanden eerder aangetreden als rector van de Rijksuniversiteit Groningen, en ik vraag mij af of zo iemand niet wat beters te doen heeft dan mij te woord te staan. Groot is mijn verbazing als ik binnen een paar uur een reactie krijg: ‘Ja, leuk!’.

Jacquelien heeft haar leven lang in omgevingen gezeten waarin vrouwen sterk in de minderheid waren en soms zelfs uitzonderingen. In dit interview vertelt ze over haar ervaringen met vooroordelen en hoe die haar strijdbaar hebben gemaakt. Door haar succesvolle carrière in de techniek is ze een rolmodel geworden en dat grijpt ze aan om vrouwen te motiveren de techniek in te gaan.

 Hoe ben je in Twente en bij TW terechtgekomen?
‘Ik ben opgegroeid in Schoonebeek en mijn ouders zagen een studie verder weg dan Groningen of Enschede niet zitten. Ik ben bij beide universiteiten bij diverse opleidingen wezen kijken, zoals informatica, scheikundige technologie, wiskunde en econometrie. Uiteindelijk ben ik gevallen voor de voorlichting in Twente, men wist TW heel mooi neer te zetten. Daarnaast was het ook wel de economisch-wiskundige variant die mij naar Twente trok. Ik was al bezig met wat je met je studie kon doen en dacht: het bankwezen heeft de toekomst. Een studie zuivere wiskunde heb ik nooit overwogen. Die leidde in mijn ogen bijna altijd naar het leraarschap op een middelbare school. En dat wilde ik niet, ik had net een paar wiskundeleraren zien stranden.’

Wat vind je mooi aan wiskunde?
‘Het gestructureerde, de logische redeneerwijze die erin zit. Je gaat uit van een paar axioma’s en paar regels en baseert daar een heel bouwwerk op.’

Is er iets in het dagelijks leven waaraan je kunt zien dat je wiskundige bent?
‘In het dagelijks leven ben ik altijd op zoek naar logica in argumenten. Ik heb niks met argumenten waar geen opbouw in zit.’

Ging je trouw naar de colleges?
‘Ik ging vaak naar de colleges, maar ook wel eens voor de gezelligheid, zeker naar de hoorcolleges. Ik heb niet bij alle colleges even goed opgelet en kreeg wel eens op mijn donder van docent Wesselius: hou je mond nou eens. Achteraf denk ik: hij had wel gelijk. Als ik zelf colleges geef, zeg ik ook wel eens: als je een theekransje wilt hebben, doe je dat maar in de pauze of hierbuiten, maar niet hier.’

Na je promotie heb je gewerkt in groepen met diverse disciplines. Hoe was dat?
‘Aan de TU Delft werkte ik met studenten elektrotechniek en werktuigbouwkunde. Ik heb geleerd dat je die op een andere  manier moet aanspreken dan ik gewend was. Als wiskundige begin je met de logica: ik heb een stelling en die ga ik bewijzen. Voor niet-wiskundigen kun je er wel logica in brengen, maar je moet het geen stelling en bewijs noemen. Je moet er eigenlijk naar toe redeneren.
Ik heb ook moeten leren hoe je publicaties schrijft in de meer toegepaste hoek. Vanuit de wiskunde ben je gewend een publicatie op te bouwen volgens het patroon: definities, lemma, stelling, bewijs. Dat werkt niet goed als je toegepast publiceert. Er moet begeleidende tekst bij, de context van de toepassing moet aandacht krijgen.
Eigenlijk ben je van alles niks. De techneuten zeggen: jullie zijn zo wiskundig, met jullie wiskundige methodes, de zuiver wiskundigen zeggen: jullie zijn te veel toegepast, te veel techneuten. Maar dat past wel bij mij, om mij daartussen te bewegen.’

Wat is je stijl van besturen? Valt daar nog iets wiskundigs in te herkennen?
‘Ik laat mij graag overtuigen door logische argumenten, dat heeft met mijn wiskundige achtergrond te maken. Ik begin altijd heel open in discussies. Maar heb je een zaak uitvoerig besproken en zijn de argumenten duidelijk, dan wil ik ook een heldere  beslissing nemen, dat is mijn stijl. Je hebt mensen die blijven wikken en wegen, maar ik wil actie ondernemen zodra de stappen zijn doorlopen en de argumenten helder zijn. Als je een kans ziet, moet je daar op inspringen en er actie op inzetten.
Als iemand iets wil, is mijn benadering dus: geef mij je argumenten en overtuig mij. Dat werkt niet altijd. Sommige mensen zijn van: ‘doe het nou voor mij’, of proberen je door hun enthousiasme te overtuigen.  
Ik heb de neiging ongeduldig te worden als er minder logisch geredeneerd wordt. Ik weet dat van mijzelf, en daar let ik op, ook als rector.’

Hoe is het om als vrouw rond te lopen in omgevingen die worden gedomineerd door mannen?
‘Bij TW waren relatief veel meisjes in mijn jaar, we waren met 16. Je kon veel aan elkaar hebben. Als je opdrachten samen met anderen moest doen, zocht je elkaar op. Qua medewerkers bleef het overigens wel erg achter. In Delft bij Elektrotechiek was het veel erger, dat was echt een mannenbolwerk.
Ik zet mij ervoor in dat meer meisjes techniek gaan studeren en ik probeer genderstereotyperingen als het gaat om techniek te doorbreken. Ik heb in 2023 bijvoorbeeld veel aandacht gekregen omdat het KIVI mij uitriep tot Ingenieur van het Jaar (de Prins Friso prijs). Zoiets probeer ik neer te zetten om vrouwen te motiveren de techniek in te gaan. Eerder heb ik dat ook gedaan toen ik in 2019 Ridder in Orde van de Nederlandse Leeuw werd.
Ik vind het trouwens schokkend om te ontdekken hoe weinig er veranderd is. Bij TW en ook bij ons in Groningen bij TW is het aandeel vrouwen in de staf nog steeds veel kleiner dan het aandeel meisjes in de studentenpopulatie. Ik weet niet hoe dat komt, in de pijplijn bij wiskunde loopt het niet helemaal lekker.’

Uitreiking Prins Friso prijs van het KIVI, als ingenieur van het jaar 2023. (Foto: KIVI)
Foto: KIVI
Uitreiking Prins Friso prijs van het KIVI, als ingenieur van het jaar 2023.

Heb je als vrouw met vooroordelen te maken gehad?
‘Jazeker, dat begon al op het vwo. Op het atheneum wilde ik een extra vak doen en ik twijfelde tussen Duits en Wiskunde 2. Ik ging naar de decaan voor advies en die zei: je moet Duits doen. Ik vond het belachelijk dat hij dat zei zonder door te vragen. Ik dacht natuurlijk: dat advies geeft hij omdat ik een meisje ben. Van vooroordelen word ik strijdbaar, dat had ik toen ook al, dan ga ik juist de andere kant op. Ik heb gekozen voor Wiskunde 2.
Dergelijke vooroordelen kom ik veel vaker tegen. Mijn vriend die te horen krijgt: zij studeert wiskunde, is ze dan wel leuk?
Vooral in Delft kwam ik in een echte mannenwereld terecht. Regelmatig kwam er iemand de kamer binnen: ik heb een afspraak met die en die. Dan dachten ze dat ik de secretaresse was. Ik ben er grapjes over gaan maken en heb mensen soms bewust de verkeerde kant op gestuurd.
Als ik een mail krijg van een student met een mannelijke voornaam die duidelijk niet op het college was geweest, met ‘Geachte heer Scherpen’, dan schreef ik terug: Geachte mevrouw. Nou, dan krijg je heel snel een antwoord. ‘Sorry, sorry’.
Ik kreeg een keer een stropdas toegestuurd, omdat ik bij een of andere gelegenheid aanwezig was. Ik  heb gereageerd: wat moet ik daarmee doen?’


Wil je meer ontdekken? 
Duik dieper in de wereld van verhalen en herinneringen. 
Schrijf je nu in voor het boek! 📖✨
Mis deze kans niet, reserveer je exemplaar vandaag nog!"