Licht geclassificeerd vuurwerk, bedoeld voor consumenten, is veel gevaarlijker dan gedacht in het geval van brand in een opslagplaats. Zelfs bij dit 'licht' geclassificeerde vuurwerk bestaat het gevaar van massa-explosie en dat heeft gevolgen voor de blusinstructies. Dat is een van de belangrijkste conclusies van het onderzoeksteam van de vakgroep Bestuurskunde van de Universiteit Twente, dat in opdracht van de Tweede Kamer onderzocht hoe de overheid beter lering kan trekken uit rampen zoals die in Enschede en Culemborg. De onderzoekers ontdekten ook dat er bij de rijksoverheid in de aanloop naar de vuurwerkramp in Enschede veel meer speelde dan tot nu toe bekend was. (artikel)
ONDERZOEK NAAR VUURWERKRAMP
In opdracht van de Tweede Kamer heeft de Dienst Openbaar Bestuur van de UT vorig jaar onafhankelijk onderzoek gedaan naar de vuurwerkramp in Enschede van 13 mei 2000 en de vuurwerkramp in Culemborg (1991). Centraal stond de vraag hoe de overheid beter lering kan trekken uit soortgelijke rampen. Namens de UT voerden René Torenvlied, Simon Couwenberg en Michiel Heldeweg het onderzoek uit, samen met Matthijs Moorkamp (Radboud Universiteit). Aanleiding voor het onderzoek was de aangenomen motie van toenmalig SP-Kamerlid Renske Leijten. Hierin werd opgeroepen om "de bevindingen van klokkenluider Paul van Buitenen mee te nemen in een onafhankelijk onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede en de afhandeling daarvan". (U-today)
ONDERZOEKSTEAM
