Form 1

Geachte %naamdocent%,


De OKC wil uw vak evalueren. Deze evaluatie is niet gericht op uw functioneren als docent, maar op de vraag hoe het blok vorm krijgt en of de doelstellingen die de docenten met hun vak nastreven, ook werkelijk worden bereikt. Daarom vragen wij u dit formulier in te vullen.


Vak: %vaknaam%


1. Wat zijn de belangrijkste doelstellingen van uw vak? Deze kunnen zich behalve op kennis ook op vaardigheden of attitude richten. Op welk niveau moeten de studenten met de aangereikte kennis kunnen omgaan?

Wat het niveau betreft maken we een onderscheid in:

weten: reproduceren, imiteren, openstaan voor,…

inzien : verklaren, vergelijken, demonstreren, (de)monteren, gevoelig zijn voor, gemotiveerd zijn voor…

toepassen (standaardsituaties): uitwerken, ontwerpen, construeren, modelleren, vaardig gebruiken, overtuigen, aanbevelen,……..

integreren: uit zichzelf toepassen in nieuwe situaties, vakmanschap demonstreren, spontaan doen, verdedigen, een voorbeeld zijn, geboeid zijn

Onderwijsdoelen beschrijven wat de student moet kunnen na afloop van de cursus. De OKC stelt het dan ook op prijs dat u deze doelen zo concreet mogelijk formuleert in termen van ‘Na afloop van dit vak is de student in staat om….’


2. Wat is de inhoud van het vak?

Voor zover dit niet reeds is opgenomen in VIST, vraagt de OKC u een beknopte beschrijving (trefwoorden) te geven van de inhoud van het vak. Een checklist: concepten (grootheden, parameters, verschijnselen, systeemgedrag); wetten, regels, principes; modellen, condities; structuur, historische ontwikkeling, consequenties. Deze lijst wil overigens niet suggereren dat alle elementen in een vak zouden moeten voorkomen.


3. Wat zijn de vakken waarop uw vak voortbouwt?

4. Welke voorkennis veronderstelt u bij de studenten?

5. Welke vakken of blokken sluiten aan op uw vak?

6. Heeft u overleg gehad met de docenten van vorige en/of volgende vakken?

Zo ja, waarover? Met welk resultaat?

7. Heeft u bepaalde zaken aangepast in uw vak/blok, vergeleken met de vorige uitvoering?

* op inhoudelijk terrein:

* met betrekking tot de werkvormen:


8. Werkvormen


8.1 Hoorcollege


Aantal uren: ..........


Welk deel van de vakinhoud komt in de hoorcolleges aan de orde?

Welke doelstellingen wilt u met de hoorcolleges bereiken?

Waarom is voor deze werkvorm gekozen?

8.2 Werkcollege


Aantal uren: ..........


Welk deel van de vakinhoud komt in de werkcolleges aan de orde?

Welke doelstellingen wilt u met de werkcolleges bereiken?

Waarom is voor deze werkvorm gekozen?


8.3 Zelfstudie


Aantal uren (inclusief college- en tentamenvoorbereiding): ..........


Waarop is de zelfstudie met name gericht?


8.4 Groepswerk


Aantal uren: ..........


Welk deel van de vakinhoud komt in het groepswerk aan de orde?

Welke doelstellingen wilt u met het groepswerk bereiken?

Waarom is voor deze werkvorm gekozen?


8.5 Practicum


Aantal uren: ..........


Welk deel van de vakinhoud komt in het practicum aan de orde?

Welke doelstellingen wilt u met het practicum bereiken?

Waarom is voor deze werkvorm gekozen?


9. In welke vorm zal de toetsing plaatsvinden? (omcirkelen wat van toepassing is)

- gesloten / open studieboek

- mondeling / schriftelijk / deeltoetsen / journaal / rapport

- opdrachten die mee­tel­len: individueel / groepsgewijs

- andere wijze van toetsing, namelijk:


10. Is de toetsing voornamelijk gericht op kennis, vaardigheden of attitude?


11. Is het niveau van de toetsing hoofdzakelijk weten, inzien, toepassen of integreren?


12. Heeft u verdere opmerkingen die van belang zijn voor de evaluatie van het vak?