ALV 2016

VOORSTEL ALV UT-KRING OP, VERGADERING OP 1 NOV 2016


Datum: 10 oktober 2016

Kenmerk: --



Aan: Algemene Ledenvergadering (ALV) van de UT-Kring (vergadering op 1 november 2016)

Van: Bestuur UT-Kring



Onderwerp: Vaststellen van het bijgesteld Huishoudelijk reglement van de vereniging.



1.Samenvatting

Het geldende huishoudelijk reglement stamt uit 1993 en is sindsdien ongewijzigd gebleven. Het bestuur heeft het reglement doorgenomen en op sommige punten aangepast aan de praktijk van 2016. Een tweede aanleiding voor die actualisatie was de vraag naar de eventuele hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders van subverenigingen voor het doen en laten van hun subvereniging. Dat zou het geval kunnen zijn als de subvereniging een zelfstandige vereniging is maar met de status van een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid. De UT-Kring zelf is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en kent daardoor geen persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders.

In het eerste deel van dit voorstel verduidelijken we wat wordt bedoeld met beperkte en volledige rechtsbevoegd van een vereniging. Daarna onderzoeken we hetgeen qua verhoudingen is geregeld binnen de UT-Kring tussen het bestuur en de subverenigingen in statuten en huishoudelijk reglement. Vraag daarbij: zijn de subverenigingen integraal onderdeel van de UT-Kring of niet? De conclusie is dat de subverenigingen deel uitmaken van de organisatie van de UT-Kring, dus deel uitmaken van een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die dan ook als vereniging aansprakelijk is.

Vervolgens presenteren wij de complete tekst van het huishoudelijk reglement met een aantal voorstellen voor bijstelling. Elk wijzigingsvoorstel is voorzien van uitleg en argumenten.


Het bestuur verzoekt de ALV het voorstel voor bijstelling van Huishoudelijk reglement in zijn algemene jaarvergadering te behandelen en vast te stellen.


2.Rechtsbevoegdheid, verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid binnen een vereniging

De wet maakt onderscheid naar twee soorten verenigingen: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid en de vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid.

Rechtsbevoegdheid wil zeggen dat de vereniging zelfstandig drager van rechten en plichten is.

Van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid zijn de statuten opgenomen in een notariële akte. Dat is allen het geval bij de UT-Kring zelf. Zo’n vereniging kan dezelfde rechten en verplichtingen aangaan als iedere volwassen burger, dus registergoederen (bijvoorbeeld een gebouw) verkrijgen en op naam hebben staan, of zelfs erfgenaam zijn.


Alle andere verenigingen, zonder notarieel vastgelegde statuten, hebben beperkte rechtsbevoegdheid. Dus kunnen geen registergoederen op naam hebben staan of erfgenaam zijn. Wezenlijk is echter het volgende verschil: de bestuurders van een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid zijn in het algemeen, naast de vereniging, persoonlijk voor schulden aansprakelijk, soms zelfs tot na hun aftreden. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid kent deze persoonlijke aansprakelijkheid niet.



De subverenigingen en de statuten van de UT-Kring

Van belang is of de subverenigingen binnen de UT-Kring op eigen benen staan en in die zin zelf een zelfstandige vereniging zijn (met al of niet volledige rechtsbevoegdheid). In de statuten en het huidige huishoudelijk reglement van de UT-Kring is het volgende geregeld op dit punt. De passages waar staat hoe de UT-Kring toezicht uitoefent staan cursief gedrukt.


3.Statuten UT-Kring artikel 16 t/m 22 over de subverenigingen

Artikel 16.

1.

Indien een aantal leden gezamenlijk een bepaalde activiteit in verenigingsverband wil uitoefenen, verzoeken zij het bestuur om als subvereniging te mogen optreden.


2.

Het bestuur beslist over dit verzoek.


3.

Een subvereniging maakt als vereniging met beperkte dan wel volledige rechts­be­voegd­heid deel uit van de organisatie van de vereniging.


4.

Toetreding als lid tot een subvereniging is slechts mogelijk voor leden van de vereniging, alsmede de partners en minderjarige kinderen van leden van de vereniging.

Artikel 17.

1.

De subvereniging is gerechtigd, boven de contributie aan de vereniging, contributie te innen van haar leden.


2.

De contributie van de leden van de subvereniging dient te worden vastgesteld in overleg met en na goedkeuring van het bestuur van de vereniging.

Artikel 18.

De financiële middelen van een subvereniging bestaan uit:

a.

contributies van leden van de subvereniging;


b.

bijdragen van de leden van de subvereniging;


c.

eventuele bijdragen uit de kas van de vereniging;


d.

overige baten.

Artikel 19.

Een subvereniging kiest een bestuur bestaande uit ten minste drie en ten hoogste elf personen.

Artikel 20.

1.

Indien t bestuur van de vereniging dit nodig acht wordt één van de bestuurders van de vereniging aangesteld als gedelegeerd lid van het bestuur van de subvereniging. Hij brengt desgevraagd of uit eigener beweging verslag uit omtrent de activiteiten en de stand der financiën van de betreffende subvereniging.


2.

Het gedelegeerd lid ziet erop toe, dat de activiteiten van de (leden van de) subvereniging niet strijdig zijn met het belang van de vereniging in zijn geheel.

Artikel 21.

1.

Telkens wanneer het bestuur van de vereniging zulks nodig acht en in ieder geval wanneer bij een subvereniging ten minste vijftig leden zijn aangesloten, dient de subvereniging een huishoudelijk reglement voor haar activiteiten vast te stellen.


2.

Dit reglement behoeft de goedkeuring van het bestuur van de vereniging en mag niet in strijd zijn met de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging.

Artikel 22.

Indien de activiteiten van een subvereniging naar het oordeel van het bestuur van de vereniging of van de algemene vergadering van de vereniging het voortbestaan van die subvereniging niet rechtvaardigen, kan het bestuur van de vereniging haar leden verzoeken de desbetreffende subvereniging te ontbinden.


Het huidige Huishoudelijk reglement over de subverenigingen

Artikel 8.

1.

Met inachtneming van het daaromtrent in de statuten bepaalde stelt de subvereniging een huishoudelijk reglement voor haar activiteiten vast. De vaststelling behoeft een meer­der­heid van twee/derde deel van de tijdens de ledenvergadering van de subvereniging geldig uitgebrachte stemmen.


2.

In dit reglement dienen de taken en verantwoordelijkheden van de penningmeester van de subvereniging op dezelfde manier te worden vastgesteld als in artikel 6 van dit huishoudelijk reglement.


3.

De subvereniging dient zich te laten inschrijven in het verenigingsregister van de Kamer van Koophandel.


4.

Indien de subvereniging statuten wil opstellen voor haar activiteiten geldt dat deze de goedkeuring behoeven van het bestuur van de vereniging en niet in strijd mogen zijn met de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging.

Artikel 9.

1.

De subvereniging brengt jaarlijks van haar activiteiten verslag uit aan het bestuur van de vereniging. Dit verslag houdt in ieder geval in de nominatieve opgave van haar leden en het overzicht van de besteding der geldmiddelen in het afgelopen jaar en het verslag van de kascommissie.


2.

Uiterlijk één maand voor de jaarlijkse algemene vergadering dient de subvereniging de begroting van inkomsten en uitgaven voor het komende jaar in bij het bestuur.


Discussie en voorstel

Kijkend naar de cursief aangeduide regels in de statuten en het huishoudelijk reglement is naar de mening van het bestuur de zeggenschap van de UT-Kring over de subverenigingen goed geregeld. Het bestuur heeft bij correcte toepassing van de regels voldoende mogelijkheden om bij te sturen als dat nodig is. De subverenigingen maken daardoor inderdaad deel uit van de organisatie van de UT-Kring, zoals de statuten in artikel 16 lid 3 stellen. De subverenigingen zijn dus geen zelfstandige verenigingen.

Dat betekent dat een subvereniging de goedkeuring voor de essentiële beslissingen nodig heeft van de moedervereniging, de UT-Kring. En dat is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid dus zonder hoofdelijke aansprakelijkheid.

Het bestuur stelt vervolgens voor om in artikel 8 lid 3 de inschrijving in het handelsregister (genoemd wordt het verenigingsregister van de KvK, maar dat is kennelijk opgegaan in het Handelsregister) niet dwingend op te leggen. Sommige subverenigingen zijn zo klein dat inschrijving slechts rompslomp oplevert.


De tekst van artikel 8 lid 3 wordt dan

“3. De subvereniging kan zich laten inschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.”


4.Voorstel bijstelling tekst Huishoudelijk reglement


Hieronder volgt het bestuursvoorstel voor een actualisering van het huishoudelijk reglement van de UT-Kring. Toelichting is opgenomen in cursieve tekst.


VOORSTEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT UT-KRING, VASTGESTELD DOOR DE ALV OP 1 NOVEMBER 2016

DEFINITIES


Waar in dit reglement wordt gesproken over Universiteit wordt bedoeld de Universiteit Twente te Enschede.

Waar in dit reglement sprake is van een aanduiding van een mannelijk persoon wordt daarmee ook een vrouwelijk persoon bedoeld.



LEDEN EN DONATEURS


Artikel 1.

Het lidmaatschap kan worden verkregen door schriftelijke aanmelding bij de secretaris of penningmeester.


Artikel 2.

Waar in artikel 4, lid 3c van de statuten sprake is van een ‘bijzondere persoonlijke relatie tot de Universiteit of de vereniging’ worden bedoeld:

1.

medewerkers van bedrijven die een vestiging op de campus hebben en hun werk­zaam­heden voor ten minste 0,5 deel van hun werktijd op de campus verrichten;


2.

medewerkers die door instellingen of bedrijven voor meer dan 0,5 deel van hun werktijd gedetacheerd zijn bij een beheerseenheid van de Universiteit;


3.

gepensioneerden van bedrijven en instellingen volgens de vorige twee categorieën die aansluitend op hun werkzaamheden bij de Universiteit zijn gepensioneerd.



Voorstel bestuur: de specificatie in lid 1,2 en 3 van artikel 2 schrappen. Die specificatie is niet onredelijk maar dekt niet alles af. Het bestuur stelt voor in artikel 2 op te nemen dat het aan het bestuur wordt over gelaten welke bijzondere ‘toelatingen’ mogelijk zijn, in lijn met de actuele praktijk. Dit sluit goed aan bij de discussie over buitenleden van subverenigingen en de interne subsidieverdeling

De tekst wordt dan:

Artikel 2.

Waar in artikel 4, lid 3c van de statuten sprake is van een ‘bijzondere persoonlijke relatie tot de Universiteit of de vereniging’ worden gedoeld op individuele personen, die naar het oordeel van het bestuur bedoelde bijzondere personele relatie tot de Universiteit of de vereniging hebben.



Artikel 3.

1.

Als donateur kan men zich aanmelden bij één der bestuurders.


2.

Het donateurschap wordt aangegaan voor één jaar en gaat in na voldoening van de in artikel 5 vastgestelde bijdrage.


Voorstel bestuur: Het is onduidelijk of en hoeveel donateurs de UT-Kring feitelijk heeft en welke rechten en verplichtingen die hebben. Artikel 7 van de statuten gaat over donateurs en zegt daar niets over, alleen dat eventuele rechten en verplichtingen van donateurs alleen via de statuten kunnen worden toegekend. Naar de mening van het bestuur is artikel 3 een leeg artikel dat kan vervallen.



GELDMIDDELEN/CONTRIBUTIE


Artikel 4.

1.

Voor leden in dienst van de Universiteit bedraagt de contributie een door de algemene vergadering vast te stellen promillage van het maandsalaris dat op 1 januari van het betreffende jaar wordt genoten, met een minimum en een maximum van een door dezelfde vergadering vast te stellen bedrag.


2.

Voor leden die niet in dienst zijn van de Universiteit wordt de jaarlijks verschuldigde contributie vastgesteld door de algemene vergadering.

De jaarlijks te betalen contributie dient te worden voldaan binnen twee maanden nadat het lidmaatschap is ingegaan respectievelijk nadat een nieuw verenigingsjaar is begonnen.


Gemiddeld komt de bestaande wijze van contributie heffen uit op 15 euro per jaar per lid, maar met uitschieters naar boven en vooral beneden. Deeltijders betalen weinig en profiteren wel volledig mee.

Voorstel bestuur: opnemen voor lid 1 een vergelijkbare tekst als lid 2, zodat de algemene vergadering beslist over een voorstel van het bestuur. Het bestuur heeft dan de ruimte om met een andere regeling van de contributie te komen.

Tekstvoorstel lid 1:’ Voor leden in dienst van de Universiteit wordt de jaarlijkse contributie vastgesteld door de algemene ledenvergadering op voorstel van het bestuur.’


Artikel 5.

De minimale donatie bedraagt:

a.

voor natuurlijke personen f 15,- per jaar;


b.

voor rechtspersonen f 50,- per jaar;


c.

aan natuurlijke personen die een bijdrage ineens van ten minste f 100,- betalen kan door het bestuur het donateurschap voor het leven worden verleend.


Ook hier, hoeveel donateurs hebben we?

Voorstel bestuur: in ieder geval de bedragen veranderen in respectievelijk 15, 50 en 100 euro per jaar, maar kan als artikel vervallen als artikel 3 wordt geschrapt.



HET BESTUUR


Artikel 6.

1.

De voorzitter leidt de vergaderingen; bij zijn afwezigheid wordt zijn taak waargenomen door de vicevoorzitter.


2.

De secretaris notuleert alle vergaderingen, voert de ledenadministratie en correspon­dentie. Hij doet in de jaarvergadering verslag van het afgelopen verenigingsjaar door middel van het jaarverslag van het bestuur.


3.

De penningmeester is belast met:


a.

ontvangst, beheer en uitgave van financiële en andere middelen van de vereniging;


b.

het administreren van de ontvangsten en uitgaven op zodanige wijze, dat het te allen tijde mogelijk is de stand van financiële en andere middelen van de vereniging na te gaan;


c.

periodieke rapportage aan het bestuur inzake de stand van financiële en andere middelen, als regel op iedere vergadering van het bestuur;


d.

het opmaken van het financieel jaarverslag en begroting ten behoeve van de algemene vergadering.


4.

Alle overige bestuurswerkzaamheden worden in onderling overleg verdeeld.


De in lid 3c genoemde frequentie van periodieke rapportage, ‘als regel op iedere vergadering van het bestuur’ is in de praktijk niet haalbaar gebleken en ook niet nodig.

Voorstel bestuur: de zinsnede ‘als regel op iedere vergadering van het bestuur’ schrappen

Artikel 7.

1.

Bij een tussentijdse vacature vult het bestuur zichzelf zonodig aan. Deze actie behoeft de goedkeuring van de eerstvolgende algemene vergadering.


2.

Een tussentijdse bestuurswisseling brengt geen wijziging in het rooster van aftreden; een tussentijds benoemde bestuurder neemt de plaats in van zijn voorganger in het rooster van aftreden.


SUBVERENIGINGEN


Artikel 8.

1.

Met inachtneming van het daaromtrent in de statuten bepaalde stelt de subvereniging een huishoudelijk reglement voor haar activiteiten vast. De vaststelling behoeft een meer­der­heid van twee/derde deel van de tijdens de ledenvergadering van de subvereniging geldig uitgebrachte stemmen.


2.

In dit reglement dienen de taken en verantwoordelijkheden van de penningmeester van de subvereniging op dezelfde manier te worden vastgesteld als in artikel 6 van dit huishoudelijk reglement.


3.

De subvereniging dient zich te laten inschrijven in het verenigingsregister van de Kamer van Koophandel.


4.

Indien de subvereniging statuten wil opstellen voor haar activiteiten geldt dat deze de goedkeuring behoeven van het bestuur van de vereniging en niet in strijd mogen zijn met de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging.


Voorstel bestuur (zie hiervoor paragraaf 3):

Lid 3 wijzigen in. ‘De subvereniging kan zich laten inschrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.’

Lid 4 schrappen


Artikel 9.

1.

De subvereniging brengt jaarlijks van haar activiteiten verslag uit aan het bestuur van de vereniging. Dit verslag houdt in ieder geval in de nominatieve opgave van haar leden en het overzicht van de besteding der geldmiddelen in het afgelopen jaar en het verslag van de kascommissie.


2.

Uiterlijk één maand voor de jaarlijkse algemene vergadering dient de subvereniging de begroting van inkomsten en uitgaven voor het komende jaar in bij het bestuur.


COMMISSIES


Artikel 10.

Voor speciale werkzaamheden kunnen commissies worden ingesteld. De leden hiervan worden door het bestuur benoemd, behoudens het gestelde in artikel 11.


Artikel 11.

1.

De commissie ter controle van de getrouwheid van de rekening en de verantwoording van de penningmeester wordt jaarlijks benoemd door de jaarvergadering. De commissie bestaat uit drie leden en een plaatsvervangend lid, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur.


2.

De commissie onderzoekt de hiervoor bedoelde stukken en brengt aan de jaarver­gadering verslag uit van haar bevindingen.


3.

Het bestuur is verplicht de commissie alle door haar gewenste inzage in bescheiden en boeken van de vereniging te verschaffen.


ALGEMENE VERGADERINGEN


Artikel 12.

1.

Het bestuur maakt een agenda op voor elke algemene vergadering.


2.

Voorstellen ter toevoeging aan de agenda dienen uiterlijk twee maal 24 uur vóór de be­tref­fende vergadering schriftelijk bij de secretaris te zijn ingediend. Het voorstel moet zijn voorzien van een toelichting. Het bestuur beslist over plaatsing op de agenda.


3.

Voor een vergadering, bedoeld in artikel 9 lid 2 van de statuten, wordt de agenda opge­maakt door de in dat lid bedoelde leden. De secretaris is gehouden zijn medewerking te verlenen bij het verzenden van de oproep tot deze vergadering.


Artikel 13.

Ieder lid, dat een vergadering bijwoont, vermeldt zijn naam op de lijst, welke gereed ligt in de vergaderzaal.


Artikel 14.

1.

Over zaken kan mondeling, over personen moet schriftelijk worden gestemd. Per lid kan één stem worden uitgebracht. Benoemingen of verkiezingen kunnen echter ook bij acclamatie geschieden.


2.

Inzake een voorstel tot schriftelijke stemming over zaken wordt door de vergadering mondeling beslist.


3.

Stembiljetten welke niet zijn ingevuld dan wel de keuze niet duidelijk aangeven, zijn ongeldig.


4.

Indien bij de eerste stemming tussen meer dan twee alternatieven geen meerderheid wordt behaald als omschreven in de statuten vindt een tweede stemming plaats tussen die alternatieven waarop bij eerste stemming het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen uitgebracht werd.


5.

Bij staken van de stemmen beslist:


a.

waar het zaken betreft: het bestuur;


b.

waar het personen betreft: het lot.


6.

Het stemmen bij volmacht is niet toegestaan.


Artikel 15.


1.

Ten minste vijf stemgerechtigde leden kunnen een motie indienen. Deze motie wordt staande de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend en met onderbreking van het aan de orde zijnde onmiddellijk in behandeling genomen.


2.

Geen vergadering wordt gesloten zonder rondvraag.


VERKIEZINGEN


Artikel 16.

1.

Voor de jaarvergadering wordt door het bestuur voor een openvallende voorzittersplaats ten minste één kandidaat gesteld.

Voor de overige opengevallen plaatsen stelt het bestuur een aantal kandidaten, gelijk of groter dan het aantal plaatsen.

2.

Tegenkandidaten kunnen worden gesteld door ten minste 25 leden. De kandidaatstelling moet ten minste uiterlijk twee maal 24 uur vóór de aanvang der vergadering schriftelijk bij de secretaris worden ingediend, tezamen met een verklaring waaruit blijkt, dat be­trok­kene de kandidatuur aanvaardt.


3.

Is het aantal kandidaten gelijk aan het aantal vacatures, dan worden de kandidaten geacht bij enkele kandidaatstelling te zijn verkozen.

Overtreft het aantal kandidaten dat der vacatures, dan wordt voor elke vacature gestemd, overeenkomstig de bepalingen van het huishoudelijk reglement.


UITLEG DER BEPALINGEN


Artikel 17.

Daar waar geen overeenstemming bestaat omtrent de uitleg der bepalingen beslist het bestuur. Komt het bestuur hierin niet tot overeenstemming, dan beslist de voorzitter.

Na deze actie dient het bestuur uitspraak van de vereniging te vragen door middel van een voorstel tot wijziging van de statuten of het huishoudelijk reglement.


SLOTBEPALING


Alle leden worden bij de aanvang van hun lidmaatschap op de hoogte gebracht van het bestaan van de statuten en het huishoudelijk reglement. Indien een lid daarom verzoekt wordt hem een exemplaar van de statuten en het huishoudelijk reglement ter hand gesteld.


Aldus vastgesteld door de algemene vergadering van de vereniging, gehouden op 4 maart 1993 te Enschede.

Voorstel bestuur: aanpassen aan de datum van de komende algemene vergadering, najaar 2016.