Woensdag 9 december 2020
Stefan Kooij is opleidingsdirecteur bij Technische Natuurkunde. Hij bouwt graag een hechte band op met studenten, die hij beschouwt als toekomstige collega’s. Kersverse promovenda Sefora Tunc is één van hen; vandaag interviewt zij Stefan over zijn visie op onderwijs en zijn ambities. Een gesprek over ‘people first’, en over hoe we de samenwerking op de UT kunnen verbeteren. ‘We hebben allemaal een andere achtergrond, expertise en kijk. Daar kun je eindeloos over dimdammen. Liever kijk ik naar wat ons bindt.’
Sefora Tunc: ‘Hoi Stefan, leuk om je te ontmoeten! Ik ken je nog niet zo goed, kun je eens wat over jezelf vertellen?’
Stefan Kooij: ‘Hoi Sefora, insgelijks, jazeker kan ik dat. Ik ben in 2000 bij de UT begonnen als onderzoeker. Gaandeweg ben ik steeds meer het onderwijs ingerold. Sinds 2015 jaar ben ik opleidingsdirecteur bij Applied Physics, met veel plezier. We hebben een mooi team van studieadviseurs, docenten en coördinatoren. Samen met onze studenten ontwikkelen we interessante projecten en geven we vorm aan ons onderwijs.’
Studenten zijn collega’s van de toekomst
Sefora: ‘Je zegt niet voor niets ‘samen met studenten’, denk ik. Wat bedoel je daarmee?’
Stefan: ‘Ik geloof in onderwijs waarin studenten en docenten partners zijn. Tegen docenten zeg ik dan ook: zie een student niet als iemand die je moet klaarstomen voor een volgend tentamen, maar beschouw hem als je toekomstige collega. Dat geeft een heel andere mindset. Natuurlijk doe je de traditionele colleges, maar er is meer dan dat. Samen reflecteren op academische vaardigheden, bijvoorbeeld. Maar ook met studenten praten over de projecten, colleges en toetsen. Doen we de goede dingen? En doen we ze goed?’
Bouwen aan vertrouwen
Sefora: ‘Dat klinkt interessant. Hoe pak je dat aan?’
Stefan: ‘We organiseren borrels, evenementen of gezamenlijke studieavonden. Dat gaat dit jaar natuurlijk wat moeilijker, maar online redden we ons ook prima. Daarnet had ik nog een tutorgesprek met een groep eerstejaars, over een toets die ze slecht vonden. Ik probeer dan vooral goed te luisteren. Wat leeft er bij de studenten – waar zijn ze mee bezig? Daar wil ik bij aansluiten. Als mens, maar ook als docent. Dat betekent overigens niet dat we klakkeloos overnemen wat ze zeggen. Zeker niet. Maar juist door met elkaar in gesprek te gaan, begrijpen we elkaar beter en kunnen we elkaar verder helpen.’
Sefora: ‘Die dialoog veronderstelt dat studenten ook het achterste van hun tong laten zien. Is die ruimte er?’
Stefan: ‘Nou niet vanzelf, natuurlijk. Maar ik denk dat het ons aardig lukt. Laatst hadden we zo’n studieavond. ’s Avonds om 21.15 kwam ik in Carré, waren er nog twintig studenten aan het blokken voor hun tentamen! Voor het bord stond een ouderejaars uitleg te geven. Hij zei: ‘Hoi Stefan’ en iedereen ging gewoon door. Geweldig vond ik dat. Voor mij was het een bewijs dat niemand dacht: ‘Oei, daar hebben we een docent, nu geen domme dingen zeggen’. Die vertrouwensband creëren kost tijd en energie, maar het levert heel veel op. Dat zie je ook in de hoge waardering die we van studenten krijgen en de resultaten die we behalen.’
Natuurkundigen zijn ook mensen
Sefora: ‘Als ik je zo hoor praten, valt het me op dat de human touch bij jou heel sterk is, klopt dat?’
Stefan: ‘Ja, zeker. Want al zijn we dan een bijzonder en soms eigenwijs clubje: natuurkundigen zijn ook mensen hoor, haha! Ik wil niet alle Shaping buzzwords opdreunen, maar people first is voor mij de allerbelangrijkste. Inhoudelijk, maar ook in processen. Op de UT ontwikkelen we technologische kennis en innovaties waar mens en maatschappij voordeel bij hebben. Nu en in de toekomst. Maar people first zegt ook iets over hoe we met studenten en met collega’s willen omgaan. Daar zie ik nog ruimte voor verbetering. Bijvoorbeeld in de samenwerking tussen onderzoek en onderwijs, en tussen het primaire proces en de stafdiensten.’
Twee processen, één doel
Sefora: ‘Heb je daar een praktijkvoorbeeld van?’
Stefan: ‘Laatst nog, de online open dagen van de UT. We wisten natuurlijk dat we die open dagen anders moesten aanpakken. Vanuit de opleidingen hebben we al in een vroeg stadium ideeën aangedragen. De staf heeft daar naar mijn idee te weinig mee gedaan. Een gemiste kans. Want wij weten óók heel goed wat werkt voor onze toekomstige studenten. Begrijp me goed, ik wil hier niet klagen of mensen bekritiseren. We werken allemaal met de beste bedoelingen en iedereen heeft zijn eigen expertise. Als we meer naar elkaar luisteren, worden we alleen maar beter. Want het mooie is: we hebben samen hetzelfde doel. Namelijk dat we de juiste studenten aantrekken en zorgen dat ze goed terechtkomen.’
Onderzoek en onderwijs: samen sterk
Sefora: ‘Dat ben ik met je eens. Je noemde ook de samenwerking tussen onderzoek en onderwijs. Daar wil ik meer van weten, want ik wil na mijn promotie graag docent worden op de UT. Welke kansen voor samenwerking zie je daar?’
Stefan: ‘Goh, wat leuk Sefora! Ik kan het je van harte aanbevelen. Maar inderdaad, ik denk dat onderwijs en onderzoek nog meer samen kunnen optrekken. We ontwikkelen allerlei interfacultaire programma’s. Bijvoorbeeld op het gebied van vloeistofdynamica, materiaalkunde en robotica. Maar ons onderwijs is nog per faculteit georganiseerd. Dat betekent dat studiezoekers die interessante onderzoeksthema’s niet genoeg terugzien in ons onderwijsaanbod. Dat aanbod kunnen we een stuk toegankelijker en aantrekkelijker kunnen maken. Door niet in systemen, maar in mensen te denken.’
Elkaar verder helpen
Sefora: ‘Dan zijn we met Shaping 2030 goed onderweg, lijkt me. Waar ik nog wel benieuwd naar ben: wanneer ga jij tevreden naar huis?’
Stefan: Je hebt van die dagen dat er van alles in beweging komt. Dan kan ik met allerlei verschillende mensen – studenten, onderzoekers, docenten – stappen voorwaarts maken. En weet je wat mij echt voorwaarts heeft geholpen in mijn loopbaan, Sefora?’
Sefora: ‘Nou? Ik ben benieuwd!’
Stefan: ‘Toen ik promovendus was, had ik nooit gedacht dat ik opleidingsdirecteur zou worden. Het is op mijn pad gekomen. Ik bleek onderwijs leuk te vinden en doceren ging me goed af – dat gaat vaak samen. Je kunt van tevoren alles willen uitstippelen, maar ik zou zeggen: blijf dichtbij jezelf en doe vooral de dingen die je leuk vindt. En, heel belangrijk: pak je kansen. Die zijn er op de UT genoeg!’