Maandag 24 oktober 2022
Educatieve goudmijn
Alberto: ‘Dat is lang geleden, Inge!’
Inge: ‘Inderdaad. Hoe gaat het met je?’
Alberto: ‘Goed, dank je wel.’
Inge: ‘Weet je, ik wilde jou al sinds het begin van deze verhalenserie interviewen. Uiteindelijk moest ik een beetje water bij de wijn doen. Eerst een uur lang over mezelf praten – wat ik heel moeilijk vind – en daarna mocht ik jou vragen stellen.’
Alberto: ‘Ik vroeg me af of ik zelf wel genoeg interessante dingen te vertellen zou hebben, dus ik snap wat je bedoelt.’
Inge: ‘Nou, ik weet wel zeker dat je genoeg te vertellen hebt! Je was ingenieur in de mijnbouw en houd je nu bezig met onderhoud. Hoe is dat gegaan?’
Alberto: ‘Ik heb mijnbouwkunde gestudeerd, maar mijn PhD ging over arbeidsomstandigheden. Over de veiligheid van mijnwerkers en de betrouwbaarheid van het systeem, en hoe je die twee kunt garanderen. Dat raakt al aan onderhoud. Toen ik een vacature zag bij de Maintenance Engineering groep van de UT heb ik gesolliciteerd, en hier ben ik dan.’
‘Weet je, onderhoud is overal. We komen er niet vanaf, ook al zouden we dat willen. Heel weinig producten, apparaten of systemen kunnen zo worden ontworpen dat er helemaal geen onderhoud nodig is.’
Inge: ‘Hoe verhoudt zich dat tot onze wegwerpmaatschappij?’
Alberto: ‘Goede vraag! Wij stimuleren onze studenten om na te denken over hoe we de levensduur van een product kunnen verlengen. Door het zo te ontwerpen dat het langer meegaat en makkelijk te onderhouden is. De Fairphone is een goed voorbeeld. Een modulaire telefoon die je niet na twee of drie jaar weggooit, maar die je kunt upgraden door de modules te vervangen. Dit is een echte verandering in mentaliteit die afstand neemt van wegwerpartikelen.’
Inge: ‘Toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, spraken we over heel andere dingen. We kwamen in contact omdat je via Erasmus+ aan onderwijsprojecten wilde werken, toch?’
Alberto: ‘Ja, inderdaad.’
Inge: ‘Ik lees dat je nog steeds erg betrokken bent bij dit soort projecten. Je lijkt me ook een gemotiveerde onderzoeker. Ik vraag me af, hoe zie jij het verband tussen onderwijs en onderzoek? En welke van de twee is je grootste passie?’
Alberto: ‘Hmm, ik denk dat ik over beide even gepassioneerd ben. Ze zijn alle twee belangrijk voor me. Maar, als je ‘universiteit’ opzoekt in het woordenboek, staat er eerst onderwijs, niet onderzoek. Ik zie goed onderwijs als mijn belangrijkste taak. Een inspirerende docent zijn is moeilijk. Ik wil dat graag voor studenten zijn, maar ik weet niet zeker of ze mij al zo zien.’
Inge: ‘Vraag het aan je studenten, zou ik zeggen.’
Alberto: ‘Of niet, dan kan ik het idee nog even koesteren dat ik misschien ooit een inspirerende docent word. Ik herinner me hoe een aantal van mijn eigen professoren me intellectueel écht uitdaagden. Ik doe mijn best om daar ook te komen. Door mijn onderwijsvaardigheden voortdurend te verbeteren en er bovenop te zitten. Ik ben niet van plan om over twintig jaar nog steeds dezelfde presentaties te gebruiken als vandaag.’
‘Goede onderzoekers zijn niet altijd de beste leraren. Omgekeerd zijn er heel goede docenten die verplicht worden om wetenschappelijk onderzoek te doen, ook al vinden ze dat helemaal niet leuk. Dat zorgt voor spanning, stress en teleurstelling. En ongelukkige studenten. Mensen de kans geven om te doen wat ze het liefst doen, is een mooi idee.
Inge: ‘Dat sluit aan bij het debat dat we voeren in de Nederlandse academische wereld over erkennen en waarderen.’
Alberto: ‘Inderdaad. Natuurlijk kan de academische output een onderdeel blijven van de beoordeling van academici. Maar onze publicaties vormen slechts een van de spelregels. Net als onderwijs. En er is meer. We moeten ook kijken naar onze maatschappelijke impact.’
Inge: ‘Heb je daarom een van de Sustainable Development Goals als achtergrondafbeelding op je LinkedIn-profielpagina?’
Alberto: ‘Ja, het doel ‘Kwaliteitsonderwijs’ vind ik belangrijk. We móeten goed onderwijs bieden aan toekomstige generaties. Ik vind trouwens dat we dat op de UT goed doen. Maar veel mensen krijgen niet de kansen die wij hier krijgen. Via initiatieven als de EDUbox wil ik graag onderwijs bieden aan gemarginaliseerde en achtergestelde gemeenschappen. Ik geloof echt dat onderwijs een van de belangrijkste bouwstenen is voor de samenleving.’
Inge: ‘EDUbox?’
Alberto: ‘Ja, een flexibele, op zichzelf staande, off-grid en modulaire leeromgeving. EDUbox is onderdeel van ons werk op het gebied van Humanitarian Engineering. Je kunt hem gemakkelijk verplaatsen en onderwijs bieden waar je maar wilt – van hoger onderwijs tot beroepsonderwijs. Het oorspronkelijke idee was om onderwijsfaciliteiten naar vluchtelingen te brengen. Het bredere hoofddoel van EDUbox is om mensen onderwijs te bieden die daar anders geen toegang toe zouden hebben.’
‘Samen met studenten hebben we een conceptontwerp ontwikkeld. Op dit moment zijn we hier op de UT-campus bezig met een prototype. De volgende stop is een presentatie op de Dutch Design Week, voordat we de installatie verplaatsen naar Yarmouk University, in Jordanië. Daar beginnen we met de testfase. Yarmouk University ligt vlakbij een vluchtelingenkamp. De mensen die daar wonen krijgen via EDUbox toegang tot training en onderwijs.’
Inge: ‘En als de test succesvol is, gaan jullie er meer maken?’
Alberto: ‘Ja, dat is het plan. Niet alleen voor gebruik in ontwikkelingslanden trouwens. Ook in Europa zijn er gemarginaliseerde en kansarme gemeenschappen. Kijk ik naar mijn eigen land, Italië, dan kan ik gemakkelijk een aantal locaties aanwijzen waar EDUbox een echte impact zou kunnen hebben.’
Inge: ‘Veel succes met jullie missie. Zie je? Je hebt meer dan genoeg interessante dingen te vertellen. Ik wist dat het een goed idee was om je te interviewen. Dank je wel.’
Alberto: ‘Jij ook bedankt!’