Ons verhaal#016 Fariens beveiligingstechnologie

#016 Fariens beveiligingstechnologie

Het verhaal van Marions pepermolen is een verhaal over Fariens beveiligingstechnologie

Marion Kamp is een smaakmaker. In een eerder gesprek met Sterre Mkatini vertelde ze dat mensen verbinden haar belangrijkste taak is als directeur bedrijfsvoering. Zo zorgt ze dat de samenwerking lekker loopt. Farien Prinsen Latka herkent dit als ‘de lijnen kort houden’ – iets dat ze als beveiligingsmedewerker ook graag doet: ‘Één team, één taak.’

Klik voor de Engelse versie

Maandag 1 februari 2021 

Steeds meer wereldburger

Hoe leven de ambities van Shaping2030 bij de beveiliging van de UT, vroeg Marion Kamp, portefeuillehouder Bedrijfsvoering bij de faculteit Behavioural, Management and Social sciences, zich af. Ze legt het voor aan Farien Prinsen Latka, die na een carrière bij Defensie op de campus kwam werken als beveiligingsmedewerker. ‘Bij de UT is het net als bij het leger: je hebt alle radertjes nodig om iets in beweging te krijgen.’

Marion: ‘Ik heb allerlei wilde ideeën bij jouw werk als beveiliger, maar eigenlijk heb ik er geen kaas van gegeten. Hoe ziet jouw dag er doorgaans uit?’

Farien: ‘Haha, dat hangt af van de dienst. Overdag is het veel sleutels uitgeven, telefoon opnemen – servicedeskwerk. En op incidenten afgaan natuurlijk, maar die zijn er gelukkig niet vaak. In de avond is het gebouwen sluiten en een oogje houden op de studenten, ’s nachts houd je het terrein in de gaten. De ene nacht loop je alleen door het pand, de andere heb je je handen vol aan een studentenfeest. Het mooie op de UT is dat je veel interactie met studenten en medewerkers hebt, je komt iedereen tegen.’

Marion: ‘Vind je het niet eng, in je eentje door zo’n leeg gebouw lopen?’

Farien: ‘De eerste keer dat ik ’s nachts alleen door de Horst liep, hoorde ik plots een gepiep, “ie-ie-eeh”. Ik schrok me rot. Bleek dat de printers een update maakten. Maar bang ben ik niet. Als ik mijn stem voluit lostrek in je oor… dat is wel een wapen hoor, en dat heb ik altijd paraat. Maar eerlijk: ik kijk geen spannende series voorafgaand aan mijn werk.’

Betrapt

Marion: ‘Wat is nou het spannendste dat je op de campus hebt meegemaakt?’

Farien: ‘In de Cubicus, met de jaarafsluiting. Groot feest, barbecues, een drukke nacht met continu klachten over geluidsoverlast. Ik was bezig met de afsluitrondes voor de nacht…’

Marion: ‘Ik voel al waar dit naartoe gaat…’

Farien: ‘Het was al half 5 en ik had de Cubicus nog geen tweede keer gecontroleerd. Dat voelde niet goed, ik dacht: ik ga nog even snel. Dus ik rén dat gebouw door en in mijn ooghoek… nee, dacht ik, ik zie het niet goed. Maar ik zag het wel goed. Een jongen en meisje, all the way. Ik snap het, heel spannend, worden we betrapt? Bij dezen: ja. Nu snel gaan, en volgende keer op je studentenkamer.’

Marion: ‘Moet je dan stiekem niet keihard lachen?’

Farien: ‘Zeker! Je moet er streng in zijn, maar het is ook grappig. Dan kom je op de meldkamer: wat ik nou heb meegemaakt!’

Één team, één taak

Marion: ‘Met Shaping2030 kijken we vooruit naar waar we met de UT naartoe willen. Wat zou jij binnen de beveiliging voor elkaar willen krijgen?’

Farien: ‘Mijn stokpaardje: de communicatielijnen kort houden, met elkaar praten in plaats van onderling klagen. Voordat ik bij de UT kwam, zat ik bij het leger. Dat is echt: één team, één taak. Hier zijn de afdelingen soms erg op zichzelf.’

Marion: ‘Verbinding zoeken, dus. Hoe doe jij dat?’

Farien: ‘Ik zit in de dienstraad van CFM, de medezeggenschap. En ik heb onlangs een Lean Green Belt cursus gedaan – omdat ik het leuk vind processen beter te maken, maar ook om anderen te leren kennen. Dan wordt de stap naar elkaar toe kleiner. En ik ga graag even bij mensen langs om een praatje te maken.’

Marion: ‘Mooi om te zien dat je daarin gedreven bent.’

Farien: ‘Wat mij betreft is het bij de UT net als bij het leger: je hebt alle radertjes nodig om iets in beweging te krijgen. Als facilitaire diensten zorgen we dat anderen hun werk kunnen doen – dat de hoogleraar zijn college kan geven, de labs klaar en veilig zijn voor proeven. Niemand zit lekker als de beveiliging niet op orde is.’

Marion: ‘Ik mis het trouwens wel hoor, zo even langs kunnen lopen voor een praatje. Met al het thuiswerken ben ik er wel achter gekomen hoeveel je regelt tussen neus en lippen door, gewoon door rond te lopen en mensen te ontmoeten.’

Farien: ‘Ja, dat begrijp ik wel. Wij zijn gewoon op het werk geweest, maar ik hoor het ook van mensen in de dienstraad. Je krijgt minder mee. Normaal sta je bij de koffieautomaat van “heb je dat mailtje gezien, wat vind jij?” Daarvoor moet je elkaar even zien.’

Botte eerlijkheid

Marion: ‘Waar ik nieuwsgierig naar ben: je komt uit het leger en werkt nu in de beveiliging – allebei mannenwerelden. Hoe is dat als vrouw?’

Farien: ‘Ik ben er eigenlijk wel aan gewend – van mijn achtste tot mijn zeventiende voetbalde ik tussen de jongens. Ik ben van roze en glitters, maar heb denk ik ook iets meer testosteron dan de gemiddelde vrouw. Je moet wel tegen bepaalde dingen kunnen.’

Marion: ‘Zoals wat bijvoorbeeld?’

Farien: ‘Je moet niet te gevoelig zijn, mannen kunnen botter uit de hoek komen. Maar het cliché over vrouwen is dan weer dat ze vervelend doen achter je rug om. Dan heb ik liever die botte eerlijkheid.

Als een moeder

Marion: ‘Diversiteit is ook een belangrijk thema op de UT. Ik geloof er heilig in dat teams die divers zijn – in kleur, gender, nationaliteit – beter en effectiever werken. Ben jij de enige vrouwelijke beveiliger?’

Farien: ‘Nee, eigenlijk zijn er best veel vrouwen, een stuk of vijf. We hebben van alles. Ik heb zelf Poolse roots. Een collega heeft een Turkse achtergrond, en ook qua leeftijdscategorieën hebben we een aardig divers team.’

Marion: ‘Dat klinkt goed!’

Farien: ‘Absoluut. Qua fysieke kracht blijft een man vaak sterker – daar kun je moeilijk over doen, maar dat is gewoon zo. Maar vrouwen zijn gemiddeld communicatief sterker. Dat heb je ook nodig in mijn vak. Een voorbeeldje: als studenten stiekem vuur maken, loop ik er rustig op af en zeg: als je het nu uitmaakt, maak ik er geen rapport van. Dan is het van: “Oh ja mevrouw, gaan we doen mevrouw”. Maar als ik er schreeuwend naartoe ren – “En nu maken jullie het uit, wat denken jullie wel, wat is jouw naam?” – rennen ze hooguit weg, dat heeft geen zin. Je moet het moederlijk aanpakken, rustig maar stevig.’

Marion: ‘En je vertelde dat je een Poolse achtergrond hebt…’

Farien: ‘Ja, mijn vader is Pools, en mijn man ook. Zijn oma leeft nog en woont aan de kust bij havenstad Gdansk. Een prachtige plek die uitkijkt op waar de Wisla, de grootste rivier van het land, de zee in stroomt. We gaan er elk jaar met ons gezin naartoe. Ik ben een Nederlander met een Poolse twist. Ik heb de Poolse nationaliteit, maar geen paspoort. Als Nederland tegen Polen voetbalt, ben ik in eerste instantie voor Nederland. Maar ik ben niet verdrietig als Polen wint.’

Marion: ‘En bij Polen tegen Italië…’

Farien: ‘Ben ik echt voor Polen, haha. Trouwens, dat vind ik ook mooi: de UT is gericht op internationalisering en verder kijken dan onze grenzen. Dat is belangrijk, zo worden we allemaal steeds meer wereldburger. Met onze eigen karakteristieken, daar kunnen we van elkaar leren, maar buiten de vaste hokjes.’

Marion: ‘Met elkaar in verbinding staan zonder oordeel of kader.’

Farien: ‘Precies.’

DRS. MARION KAMP

groeide op in Twente. Na een opleiding aan de HTS in Enschede en een studie bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, ging ze aan het werk als organisatieadviseur in de zorg. In 2001 kwam Marion als HR-adviseur naar de UT. Ze bekleedde verschillende managementfuncties en is sinds 2012 portefeuillehouder bedrijfsvoering bij de faculteit Behavioural, Management and Social Sciences.

Farien Prinsen Latka (1983)

begon haar carrière bij Defensie, waar ze verantwoordelijk was voor de communicatie bij de Lucht- en Verkeersleiding. Na een tussenstap van enkele jaren bij de Belastingdienst kwam ze in 2016 bij de UT werken als beveiligingsmedewerker.