HUIZE LEOPOLD

Wat krijg je als je zo’n vijftig alumni en studenten bij elkaar zet? Dat ontdekten de huidige en voormalige bewoners van Huize Leopold. Het huis aan Campuslaan 53 organiseerde in oktober een eerste oud-huisgenotendag.

DOOR Marieke Vroom FOTOGRAFIE Frans Nikkels

Ding dong dang! Het omroepgeluid van de NS klinkt door de gangen van de campusflat. “Komen jullie naar de woonkamer?” vraagt Eelkje Kooistra (master Mechanical Engineering) door de intercom aan de huisgenoten die nog op hun kamer zitten te studeren. Het is maandagavond in de tentamenweek. Wie vandaag thuis eet, krijgt boerenkoolstamppot. Helemaal zelfgemaakt, want in Huize Leopold koken ze liever niet met pakjes en zakjes. “Zo’n omroepsysteem is heel handig, maar het zorgt wel voor een soort Pavlov-effect” zegt Johanneke ten Broeke (bachelor Technical Medicine). “Elke keer als ik nu op het station een omroepbericht hoor, krijg ik zin in eten.”

Bijnaam

De eerste studenten betrokken het huis in 1966, toen het nog gewoon Campuslaan 53 heette. Later werd het Diaspora genoemd, omdat de huisgenoten uit alle hoeken van het land kwamen. De huidige naam komt van een rode kater. Die heette eigenlijk The Brain, maar kreeg de bijnaam Leopold. Samen met soortgenoot Pinky vergezelde de kat de veertien bewoners. De katten zijn vernoemd naar een tekenfilm over twee laboratoriummuizen die de wereld willen veroveren. The Brain is inmiddels al een tijdje verdwenen en ook poes Pinky laat zich niet vaak meer zien, vertelt Karina Boekhoudt (premaster Computer Science). “Ze loopt hier nog ergens rond, maar waarschijnlijk heeft ze een huis gevonden waar ze nog meer te eten krijgt.” De menselijke oud-bewoners komen wél graag terug naar het huis. De huidige lichting spoorde voor de oudhuisgenotendag zoveel mogelijk alumni op, vertellen ze. Op 27 oktober stond de gezamenlijke woonkamer vol bewoners van verschillende generaties: van pas afgestudeerden tot gepensioneerden. “Eerst dachten we: er zijn allemaal oude mensen bij, moeten we die met u aanspreken?” zegt Lara Oosterom (master Industrial Design). “Maar ze keken heel verontwaardigd toen we dat deden.”

Hechte club

Frans Carelsen, alumnus chemische technologie, woonde van 1970 tot 1975 aan Campuslaan 53. Hij heeft altijd veel contact gehouden met de huisgenoten van toen. “We waren bij elkaars afstuderen, bruiloften en gingen op kraamvisite toen er kinderen kwamen. Onze vrouwen kunnen het ook goed met elkaar vinden. Nog steeds gaan we elk jaar met z’n allen een paar dagen weg in Nederland of het buitenland. Het was erg leuk om met de oud-huisgenotendag ook de eerdere bewoners weer te zien en studenten uit latere jaren te ontmoeten.” De alumni kregen een rondleiding door hun oude huis, waarvan de naam niet het enige was dat in de loop van de jaren veranderde. In 2001 moesten alle toenmalige bewoners de flat uit vanwege een renovatie. De keuken werd vergroot, het huis kreeg een balkon en er is een extra kamer bijgebouwd. Frans kwam erachter dat zijn kamer er niet meer is. “Het is nu een washok,” lacht hij. Ook de douches zijn verbouwd: “In mijn tijd woonden er alleen mannen en douchte je in één open ruimte. Nu wonen er ook vrouwen in het huis en zijn de douches afgeschermd.”

Klootschieten

Na de tour was het tijd voor een potje klootschieten. In gemengde teams en met een bolderkar vol bier legden de huidige en oud-bewoners een parcours af over de campus, waarbij ze een kloot, een houten bal verzwaard met lood, in zo min mogelijk worpen over de eindstreep moesten krijgen. Het klootschieten werd een paar jaar geleden door wat huisgenoten ontdekt tijdens een weekendje weg en is nu dé sport van het huis. Karina: “Er was nog geen vereniging voor studenten. Dat vonden we gek, want het is een Twentse sport. Daarom hebben wij er zelf maar een opgericht, met Leopold als clubhuis.” En dat is een beetje uit de hand gelopen, zegt ze. De Drienerlose Klootschietvereniging de Zeuven Reeën (spreek uit: zeu’m reejn) telt inmiddels zo’n tachtig leden.

Een geslaagde dag

Zowel de nieuwe als oude generaties huisgenoten vonden het een geslaagde dag. “Het was erg gezellig en de oud-huisgenoten waren echt superenthousiast. De groep die elk jaar nog met elkaar op vakantie gaat heeft ons zelfs uitgenodigd om een keer langs te komen,” vertelt Johanneke. “De club mensen past goed bij elkaar,” vindt Frans. “Er werden leuke activiteiten georganiseerd en er werd lekker voor ons gekookt.” Dat laatste had de alumnus niet verwacht van het studentenhuis. “Bij ons werd er vooral zo goedkoop mogelijk gekookt,” zegt hij, en dat deed nog wel eens afbreuk aan de smaak. Samen met wat oud-bewoners had hij daarom van tevoren afgesproken om een restaurantje te pakken als het eten niet zo best was. “Maar dat was niet nodig, het was heel goed!”

Dit artikel kun je lezen in het UT Alumni Magazine winter 2018/2019.