Opening Up Medicine. Dokters en Leiderschap 2.0

Optimale zorg door dokters vergt al lang niet meer louter en alleen medische kennis. Medisch Leiderschap 2.0 (ML 2.0) is een nieuw en veelomvattend begrip waarmee medici een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de huidige ingrijpende veranderingen in de zorg. Arts en UT-promovendus, Wouter Keijser: “De medische professional maakt zich op voor een grootschalige verandering in de zorg. In mijn proefschrift geef ik strategische handvatten voor beleidsmakers en zorgbestuurders om medici hierin beter te faciliteren. Daarnaast geef ik richtlijnen voor medisch leiderschap trainings- en coachingsprogramma’s waarmee dokters nog beter bij kunnen dragen aan de missie en cultuur van organisaties en regio’s waarin zij praktijk voeren.” 

In zijn proefschrift laat Keijser bijvoorbeeld zien hoe een trainingsprogramma in de praktijk bijdraagt aan de significante verbetering van de organisatiecultuur en patiëntveiligheid in een hartchirurgische afdeling. Keijser: “Veranderingen en de potentiele leiderschapsrol die dokters in de 21e eeuw kunnen spelen maken dat zij belangrijke niet-klinische competenties, bijvoorbeeld op het gebied van teamwork, netwerksamenwerking, zorg-innovatie en -verbetering, maar ook maatschappelijke vraagstukken, steeds meer aan hun repertoire willen en moeten toevoegen. Zelfreflectie en soft-skills leveren dokters op persoonlijk vlak al veel op, maar deze nieuwe vaardigheden dragen onder andere ook bij aan betere teamcohesie en innovatiekracht binnen zorg-organisaties en -regio’s. En uiteindelijk levert dat veel op ook voor patiënten.” 

Medisch leiderschap 2.0

Onderzoek laat volgens Keijser zien dat ML 2.0 vooral gaat over samenwerkingsvaardigheden. Veel artsen zijn nu al meer-en-meer, vanuit hun klinische expertise, op efficiënte en co-creatieve wijze bezig met collega’s en niet-medici om zorgprocessen te verbeteren en innovatie voor elkaar te krijgen. Medisch leiderschap maakt dat zij nog scherper en gemotiveerder kunnen afwisselen tussen gedeeld leiderschap, en samenwerkend of onderhandelend leiderschap. Artsen zouden zich niet moeten laten afschrikken om zich hierin verder te bekwamen: leiderschapstraining -mits goed voorbereid en gegeven- gaat hen zelf juist (tijds)winst bezorgen. 

Aanknopingspunten voor beleidsmakers

Dit onderzoek naar het oprekken van de niet-medische kanten van de identiteit van artsen biedt volgens Keijser ook managers, bestuurders en toezichthouders bruikbare aanknopingspunten over hoe zij medici beter kunnen faciliteren in hun bijdragen aan (e-)transformatie in en tussen hun zorgorganisaties. 

Internationale inbedding

Het door Keijser c.s. gemaakte Nederlandse Medisch Leiderschap Competenties Raamwerk, in samenwerking tussen Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, Stichting Platform Medisch Leiderschap en de Change Management & Organizational Behaviour vakgroep van de Universiteit Twente, blijkt goed ingebed in de internationale ontwikkeling van ML 2.0, ook in zijn proefschrift. 

Over Wouter Keijser

Al vroeg in zijn medische opleiding en later, tijdens zijn werkzaamheden binnen eHealth ontwikkelingen en governance in de zorg, verwonderde Keijser (1967) zich over de verhoudingen in de zorgpraktijk, en hoe dokters daarin een rol spelen. Ten behoeve van zorgkwaliteitsverbetering, (e-)innovatie, interdisciplinair teamwork en effectieve organisatieculturen in de praktijk onderzocht hij in zijn proefschrift de vraag: (Hoe) kan medisch leiderschap bijdragen aan zorgtransformatie? Wouter Keijser is promovendus bij de vakgroep Change Management & Organizational Behaviour, vakgroep BMS. Hij promoveert op vrijdag 13 december om 10.30 uur aan de Universiteit Twente, gebouw Waaier 4. Zijn promotiebegeleider is prof. dr. C.P.M. Wilderom. Keijser is als docent-onderzoeker parttime verbonden aan de Universiteit Twente (o.a., BSc Honours Program) en is als executive coach en strategisch adviseur werkzaam voor zorgorganisaties, maatschappen en overheidsinstanties in binnen- en buitenland.

Meer informatie

Link naar het proefschrift en bijbehorende stellingen. Contactpersoon voor de pers, Martine van Hillegersberg 06-20432674 (UT) of dhr. D.J. Keijser, 06-50663457.