Prof.Dr. Ton de Jong

inzet technologie om onderwijs te verbeteren

‘Door toepassing van moderne technologie kunnen we onderwijs interactiever, efficiënter en flexibeler maken,’ aldus Ton de Jong, hoogleraar Instructietechnologie aan de Universiteit Twente. Duizenden studenten en docenten over de hele wereld gebruiken software die mede door hem is ontwikkeld.

Het onderzoeksgebied van De Jong is ‘onderzoekend leren. ‘Bij deze methode ligt het initiatief bij de studenten. Zij voeren experimenten uit en leren door actief te zijn, in plaats van slechts instructies op te volgen. Dit concept is niet nieuw, maar moderne technologie biedt nieuwe mogelijkheden voor de implementatie ervan. In mijn werk richten wij ons op online laboratoria waar studenten experimenten kunnen uitvoeren op het gebied van natuurkunde, scheikunde, biologie en in principe elk STEM-vak. Virtuele labs bieden een aantal voordelen in vergelijking met traditionele laboratoria. Experimenten kunnen herhaaldelijk en zonder gevaar worden uitgevoerd. Werken met, bijvoorbeeld, nucleair materiaal is in een virtueel lab geen probleem. Bovendien is het in een virtuele omgeving mogelijk om dingen te visualiseren die je in werkelijkheid met het blote oog niet kunt zien. Deze aanpak dwingt je om interactief te zijn en te investeren en niet alleen maar te consumeren wat je wordt aangeboden.’

Prof.Dr. Ton de Jong

Door toepassing van moderne technologie kunnen we onderwijs interactiever, efficiënter en flexibeler maken

Prof.Dr. Ton de Jong

De vele grootschalige Europese projecten waarbij professor De Jong betrokken is geweest, tonen aan dat er vraag is naar deze nieuwe onderwijsvorm. Een daarvan, het Go-Lab project, heeft een onderwijssysteem opgeleverd dat wereldwijd wordt gebruikt. ‘Go-Lab software biedt op dit moment meer dan 600 online laboratoria, waarvan een aantal door ons is ontwikkeld,’ zegt de UT-onderzoeker. De populariteit van Go-Lab is recent nog verder gestegen als gevolg van de coronacrisis en de lockdowns, waardoor het onderwijs thuis plaatsvindt. ‘Het gebruik is in de afgelopen maanden verdubbeld. We hebben een sprong gemaakt van 20.000 sessies per maand naar 40.000 sessies per maand. En de aantallen blijven snel groeien.’   

Het werk is echter nog niet klaar. ‘We werken nog steeds aan de optimalisatie van dit type onderwijs. Online leren door te onderzoeken is effectiever dan traditionele vormen van instructie, maar het is geen gemakkelijk proces voor studenten. Ze moeten zelf hun voortgang monitoren, hypotheses opstellen, een experiment ontwerpen en conclusies trekken. Ter ondersteuning bieden we softwaretools voor het uitvoeren van processen die anders moeilijk uitvoerbaar zouden zijn, bijvoorbeeld een hypothese formuleren of experimenten ontwerpen. We testen die apps en werken aan verdere verbetering. We willen bijvoorbeeld geautomatiseerde persoonlijke feedback inbouwen, waarmee studenten gepersonaliseerde tips krijgen, zodat ze progressie blijven boeken bij hun onderzoek. Dergelijke stappen zijn belangrijk. Omdat het aantal docenten in de exacte vakken blijft dalen, proberen we waar mogelijk automatisering te gebruiken. Daarnaast blijft fysiek onderwijs nog steeds belangrijk, daarom zijn we op zoek naar de juiste balans. Het werk gaat door, maar we hebben al een enorme wetenschappelijke impact gerealiseerd.’

onderwijs

Het zal niemand verbazen dat Ton de Jong als onderwijsexpert zijn onderzoek toepast in de onderwijspraktijk en omgekeerd. ‘Ik doceer psychologie en ik geef vaak grootschalige colleges. Ik houd ervan om voor een groot publiek te spreken, maar ik dacht dat het nog beter zou moeten kunnen. We hebben een platform, ZAP, gebouwd met ongeveer zeventig psychologische experimenten die ik tijdens mijn colleges bespreek en waarmee mijn studenten thuis kunnen werken. Ook hierbij werd de belangstelling voor een dergelijk online lab snel duidelijk. Ik heb ZAP verkocht aan een grote Amerikaanse uitgever, die al meer dan 100.000 licenties heeft verkocht. Ik pas mijn onderzoek graag toe in mijn colleges, omdat ik zie dat het onderwijs daardoor anders is dan bij traditionele colleges. Het onderwijs is meer enthousiasmerend, efficiënter en flexibeler en de mogelijkheden zijn eindeloos.’

Over Ton de Jong

Ton de Jong is hoogleraar Instructietechnologie binnen de faculteit BMS van de Universiteit Twente en hoofd van de vakgroep Instructietechnologie. Hij heeft Cognitieve/Onderwijspsychologie gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn studie werkte hij aan de Technische Universiteit Delft en later aan de Universiteit van Amsterdam en de Technische Universiteit Eindhoven, waar hij promoveerde op het onderwerp ‘probleemoplossen en kennisrepresentatie in natuurkunde voor beginnende studenten.’ In 1992 werd hij benoemd tot universitair hoofddocent aan de Universiteit Twente, vakgroep Instructietechnologie, en sinds juni 1998 is hij hoogleraar bij deze vakgroep. In 2001/2002 werkte hij tevens als (parttime) hoogleraar bij het Instituut voor Kennismedia aan de Eberhard Karls-Universiteit Tübingen (Duitsland). Van 2013 tot 2018 was hij opleidingsdirecteur voor de masteropleiding Toegepaste Onderwijskunde. Hij won de titel ‘Docent van het jaar 2017-2018’ voor de studie Psychologie aan de Universiteit Twente.

Ton de Jong is een gerenommeerd wetenschapper. Naast zijn drie publicaties in Science is hij (co)auteur van meer dan 130 tijdschriftartikelen en meer dan 90 hoofdstukken in boeken. Daarnaast heeft hij als (co)auteur meegewerkt aan een aantal boeken. Hij is verkozen lid van de Academia Europaea en fellow van AERA en ISLS. In 2013 ontving hij de Science Inquiry Based Instruction Prize en in 2017 ontving hij de AECT Distinguished Development Award.

Persfoto's

Deze persfoto's kunnen zonder copyright restricties worden gebruikt.