Grote kansen om slim samen te werken in het fysieke domein

Ga aan de slag

ga aan de slag met praktische projecten en betrek de burger er bij

In de publieke sector dienen zich allerlei mogelijkheden aan voor slimme, datagedreven oplossingen. Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente (UT), ziet ook veel perspectief in het fysieke domein.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Blijf niet te lang analyseren. Start met concrete projecten.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

‘Geluid, water, lucht of licht: we kunnen het allemaal steeds beter en steeds fijnmaziger meten. Dat biedt kansen voor nieuwe, hyperlokale oplossingen. Oplossingen waarbij je burgers actief betrekt bij het meten van de kwaliteit van hun eigen leefomgeving.’ Zijn advies aan gemeenten: ‘Blijf niet te lang analyseren. Start met concrete projecten. Zo ontwikkel je zelf kennis en benut je het potentieel en het enthousiasme van de gemeenschap. Het is de beste en snelste route naar een smart society.’

smart society

De smart society komt er aan, langzaam maar zeker. Daarvan is Maarten van Steen overtuigd. In de maatschappij die hem voor ogen staat, fungeert de digitalisering als aanjager voor nieuwe, slimme oplossingen die het samenleven voor iedereen aangenamer maken. Lokale overheden hebben hierin een sleutelrol.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Lokale overheden hebben hierin een sleutelrol.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Ze kunnen hun dienstverlening met de kansen die de digitalisering biedt, verfijnen en effectiever en doelgerichter maken. Maar dat kunnen ze niet alleen. Het begrip ‘society’ is niet voor niets zo gemunt. Het gaat om samenleven, samenwerken, samen doen. Overheden hebben burgers en bedrijven hard nodig bij het realiseren van hun digitale ambities. Zij moeten worden uitgedaagd en gestimuleerd om ieder vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid actief bij te dragen aan een slimme maatschappij. 

Ga aan de slag. Handvatten nodig?
Bekijk masterclass

Digitale service

Als onderzoeker heeft Van Steen goed zicht op de mogelijkheden die de digitalisering biedt in het sociaal domein. ‘Door digitale data te koppelen, bijvoorbeeld bij mensen die onder de Participatiewet en Wmo vallen, krijg je beter inzicht in iemands persoonlijke situatie. Ook kun je eerder multiproblematiek in gezinnen opsporen. Hierdoor kun je mensen gericht begeleiden naar werk of een andere vorm van activering.’

Tegelijkertijd zijn er volgens Van Steen ook volop mogelijkheden in het fysieke domein, zowel quick wins als interessante vergezichten. ‘Gemeenten hebben taken en verantwoordelijkheden op gebieden als veiligheid, infrastructuur, verkeer en vervoer. Ze zijn direct betrokken bij de kwaliteit van de leefomgeving. Ook daar kun je samen met burgers en bedrijven tot allerlei nieuwe, slimme oplossingen komen.’

Fysieke domein

Wat is allemaal mogelijk in het fysieke domein als we de digitale mogelijkheden gaan verzilveren?

‘Vooropgesteld: er zijn natuurlijk al allerlei digitale toepassingen in het fysieke domein. We kennen al fenomenen zoals slimme lantaarnpalen en slimme afvalverzameling. Voorzieningen die fungeren als zelfmelders.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Dit soort bestaande toepassingen zouden we vrij gemakkelijk kunnen uitbreiden en verbeteren.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Ze zijn voorzien van sensoren die verbonden zijn met het internet. Hierdoor kunnen automatisch vervolgacties plaatsvinden. Na een melding wordt de lantaarnpaal vervangen. En het afval wordt opgehaald zodra het bericht binnenkomt dat de container vol is. We kennen inmiddels ook allemaal de inzet van drones. Deze worden nu al regelmatig ingezet bij bijvoorbeeld windmolenparken om daar op grote hoogte de boel te inspecteren. De drones maken het onderhoud op moeilijk te bereiken plekken veel gemakkelijker. Rijkswaterstaat en ProRail zijn er ook al volop mee bezig, onder meer als hulpmiddel voor de inspecties van elektriciteitsmasten.
Gemeenten maken nu ook al vaak gebruik van slimme stoplichten. Hierbij meten sensoren die vlak bij het stoplicht zijn geplaatst het aantal wachtende fietsers; het stoplicht past zich hier vervolgens op aan en springt bijvoorbeeld eerder op groen. Dit soort bestaande toepassingen zouden we vrij gemakkelijk kunnen uitbreiden en verbeteren. We kunnen relatief eenvoudig meer sensoren op fietspaden leggen, desnoods in de gehele bebouwde kom, om de toestroom van fietsers beter te reguleren. Gemeenten als Eindhoven en Breda zijn daar al vrij ver mee. Ook zouden we nog veel meer en nog veel gerichter drones kunnen inzetten. En natuurlijk kunnen we nog veel meer machines en materialen met het internet verbinden en zo data verzamelen. Die beweging is al in volle gang.’

fundamentele omslag

Er wordt dus al volop gebruikgemaakt van digitale middelen in de fysieke omgeving. Krijgen we in de toekomst vooral meer bestaande toepassingen of moeten we ons voorbereiden op een meer fundamentele omslag?

‘Nee, het blijft zeker niet bij een uitbouw van het bestaande. Wat in mijn ogen echt vernieuwend is, en daarmee ook uitdagender voor mij als onderzoeker, zijn de enorme mogelijkheden die de nieuwe technologieën bieden voor de directe leefomgeving van mensen. We kunnen nu op een veel grotere schaal veel fijnmaziger de kwaliteit van de omgeving meten. Dat komt doordat je nu overal op cruciale plekken sensoren kunt inzetten. Als deze sensoren zijn verbonden met het internet wordt het mogelijk om data door te sturen en bij elkaar te brengen. Een voorbeeld? Je kunt dit soort sensoren gebruiken in natuurgebieden die direct naast agrarische gebieden liggen. Zo kom je heel specifiek te weten of, waar en in hoeverre vervuild grondwater vanuit agrarische gebieden in natuurgebieden terechtkomt. Je kunt ook sensoren in ondergrondse waterleidingen stoppen. Zo kun je heel lokaal monitoren of er stoffen in het water zitten die je daar niet wilt hebben. Het komt erop neer dat je in de leefomgeving, in het fysieke domein, echt alles kunt meten en weten. Je kunt overal, ook heel specifiek en locatiegebonden, data ophalen. Er komt op die manier steeds meer beslisinformatie beschikbaar, waar je als gemeente direct en snel je voordeel mee kunt doen.’

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

De nieuwe technologie is een uitgelezen kans om burgers en bedrijven meer te betrekken bij de publieke zaak.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

slimme samenleving  

We leven in een participatiemaatschappij die zich, als het aan u ligt, beweegt naar een ‘slimme samenleving’. Wat is precies de rol van burgers en bedrijven in de digitale transformatie van het fysieke domein?

‘Die rol wordt alleen maar groter. Sterker nog: de nieuwe technologie is een uitgelezen kans om burgers en bedrijven meer te betrekken bij de publieke zaak. De actieve inbreng van eigen inwoners maakt dat je als gemeente echt samen bezig bent met het creëren van een smart society. Iedereen heeft toegang tot moderne technologie, in de vorm van smartphones en apps. Laat mensen niet alleen maar klagen, maar vraag ze om mee te helpen. Laat burgers meedoen aan metingen waar ze zelf ook profijt van hebben.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Zet de app aan en meet mee!

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Een voorbeeld: auto’s zijn de ultieme sensoren om de kwaliteit van wegen te meten. Waarom zou je mensen niet inschakelen om, bijvoorbeeld via een app, de hobbels in wegen te meten en te melden? Verleid inwoners om mee te werken: “Zet de app aan en meet mee!” Maak het leuk en gemakkelijk en maak ook duidelijk wat je er als burger of bedrijf voor terug krijgt: betere wegen, snellere reparaties. Dit soort projecten zijn allemaal mogelijk. Stel dat inwoners zelf via sensoren de luchtkwaliteit in hun directe omgeving kunnen gaan meten en deze data via een app doorgeven aan het openbaar bestuur? Wat als burgers op een vergelijkbare manier de kwaliteit van het drinkwater in hun eigen huis kunnen meten en doorgeven? Stel dat een aantal mensen zelf geluidsmetingen gaat doen en dat de gemeente in aanvulling hierop ook meters ophangt. Dan krijg je als gemeente een heel nauwkeurige “geluidsfoto”. Voor de hele stad, maar als je dat wilt ook voor specifieke straten en wijken. Hierdoor kun je veel gerichter beleid gaan voeren.’

Onderzoeksprogramma's gericht op kwaliteit leefomgeving

Paul Havinga is, net als Maarten van Steen, hoogleraar bij Universiteit Twente. Havinga onderzoekt hoe we via draadloze, met het internet verbonden sensornetwerken optimaal gebruik kunnen maken van de flexibiliteit van moderne informatietechnologie. Het onderzoeksprogramma van Havinga omvat meerdere projecten waarbij burgers en bedrijven worden gefaciliteerd om de kwaliteit van de leefomgeving te helpen meten. Voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van software waarbij smartphones als sensor fungeren: ze kunnen hierdoor kuilen in de openbare weg detecteren en doorgeven. Bekijk de verschillende projecten bij UT.

Hoe beginnen als gemeente?

Dat zijn allemaal mooie plannen en interessante vergezichten. Hoe maak je als gemeente een eerste begin, zeker als je nog niet veel kennis hebt op dit gebied?

De onbekendheid met digitalisering is nog groot bij de overheid. Niet alleen in gemeenteland, ook bij de centrale overheid. Het ministerie van Binnenlandse Zaken geeft ruiterlijk toe dat het fors achterloopt. Ook lokale overheden hebben nog een flinke slag te slaan als het gaat om het beter benutten van digitale mogelijkheden. Het is ook wel logisch: veel gemeenten hebben hun handen vol aan praktische uitvoeringszaken. Er is doorgaans weinig ruimte voor dit soort nieuwe uitdagingen. Gevolg is wel dat er inmiddels een behoorlijke kloof zit tussen wat er technisch allemaal al kan en wat gemeenten weten. Juist daarom moeten gemeenten toch tijd vrij zien te maken voor de kansen die digitalisering biedt.

Digitalisering is niet eenvoudig, je stuit per definitie op obstakels. Het risico is dan dat een gemeente te lang analyseert en te weinig actie onderneemt. Mijn dringende advies is dan ook: pak als gemeente een actieve rol en ga dingen doen. Zet digitalisering op de actieagenda en start projecten op het gebied van digitalisering die praktisch van aard zijn.

Ga samen met burgers aan de slag met de inzet van nieuwe technologie voor lokale geluidsmetingen en watermetingen. We zijn allemaal gewend aan ‘bezint eer ge begint’. Bij digitalisering werkt het toch iets anders. Als je aan de slag gaat zie je vaak pas echt goed wat de kansen en de implicaties zijn en op welke vragen je antwoord moet zien te vinden. Welke hulpmiddelen, zoals sensoren en apps, moeten we ontwikkelen om een digitaal project van de grond te krijgen? Zijn er eventuele privacyproblemen? Welke regelgeving hebben we nodig om iets te kunnen laten slagen?

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Pak als gemeente een actieve rol en ga dingen doen. Zet digitalisering op de actieagenda.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Door zo te werken ontwikkel je als gemeente ook zelf kennis die je meeneemt naar een volgend project. Zo word je als gemeente steeds slimmer. Laat daarom vooral ook ambtenaren meelopen met het implementeren van nieuwe technologie. Ga niet alles uitzetten bij commerciële partijen. De kennis moet altijd ook bij de gemeente zelf landen. Zo kom je verder: kennis leidt tot nieuwe ideeën, nieuwe oplossingen, nieuwe vragen, nieuwe kennis.’ 

GEMEENTE ENSCHEDE ZOEKT DE GRENS OP

Enschede is een gemeente die bewust experimenteert met nieuwe technologie, met als doel om hier zo veel mogelijk van te leren. De gemeente installeert technologie al in een vroeg stadium zonder dat alle technologische, ethische en praktische implicaties duidelijk zijn. Een van deze projecten is het fotograferen van kentekens van auto’s voor de analyse van verkeersstromen. Door kentekens te fotograferen wordt duidelijk waar mensen vandaan komen (uit de stad zelf, uit Duitsland of uit de nabije omgeving), hoe ze rijden, waar ze parkeren. Gewapend met die kennis kan de gemeente de voorzieningen hierop afstemmen en bijvoorbeeld bepaalde routes optimaliseren. Belangrijk issue bij dit project is de privacy van de eigenaren van de gefotografeerde kentekens.

digitale data en ethiek

Als je aan de slag gaat met het verzamelen en gebruiken van digitale data stuit je onherroepelijk op ethische kwesties. Met hete hangijzers zoals privacy en bescherming persoonsgegevens als ‘usual suspects’. Zet dat niet een enorme rem op de mogelijkheden?

‘Het hele idee van een smart society – een gemeenschap die optimaal functioneert dankzij de mogelijkheden die de digitalisering biedt – staat of valt met datagedreven digitale oplossingen. Door het Internet of Things is het tegenwoordig mogelijk om alles en iedereen met elkaar te verbinden, niet alleen mensen maar ook machines en voorwerpen. Je kunt tegenwoordig als je dat wilt overal en altijd op iedere plek data ophalen en verwerken. En inderdaad is het zo dat de data die het meest interessant zijn, vaak betrekking hebben op het gedrag van mensen. Dat geldt zeker ook voor overheden.

Aan de slag op strategisch en tactisch niveau.
Bekijk Master Course

Gemeenten hebben vanuit het oogpunt van beleid graag inzicht in het gedrag van burgers, bedrijven en bezoekers. Het kan heel verleidelijk zijn om camera’s, eventueel zelfs drones, te gebruiken om bezoekersstromen te kunnen sturen of om beter inzicht te krijgen in winkelgedrag. Dit soort acties staan soms op gespannen voet met de privacy van mensen en met de bescherming van persoonsgegevens. Als je niet de juiste voorzorgsmaatregelen treft, kun je onbedoeld direct ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van mensen.’

Vervolgstappen privacy

Welke vervolgstappen kun je dan zetten, als je weet dat privacy een probleem vormt?

‘Je kunt het beste met meerdere partijen naar dit soort kwesties kijken. Als lokale overheid ben je hierin zelf een natuurlijke partij, ook vanuit het oogpunt van regelgeving. Maar juristen zijn ook onmisbaar, omdat zij de finesses van – vaak Europese – wetgeving kennen en kunnen duiden. Je hebt ook ethici nodig, zij kunnen van toegevoegde waarde zijn omdat ze ervaring hebben met dilemma’s en morele afwegingen: welk belang moet in een bepaalde situatie zwaarder wegen? En dan is er nog een groep die absoluut niet mag ontbreken: de techneuten, de IT’ers. Zij weten vaak als enige wat er überhaupt allemaal mogelijk is. Technologie stelt ons voor grote ethische kwesties, maar met dezelfde technologie kun je vaak ook bepaalde belemmeringen weghalen, zoals aantasting van de privacy, zoals bescherming van persoonsgegevens.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Technisch is het nu bijvoorbeeld al mogelijk om mensen weg te filteren uit beelden.

Maarten van Steen, wetenschappelijk directeur Digital Society Institute bij de Universiteit Twente

Een voorbeeld: er is strenge regelgeving voor drones in Nederland, vooral vanwege de veiligheid. In gebieden waar mensen wonen, is het bijvoorbeeld niet toegestaan om drones in te zetten voor het verzenden van pakketjes. Maar dat betekent niet dat je drones nooit voor andere doeleinden kunt inzetten. In feite zijn drones vliegende camera’s. Technisch is het nu bijvoorbeeld al mogelijk om mensen weg te filteren uit beelden voordat ze worden doorgezonden naar databases.

Het is bij het verzamelen van data sowieso altijd zaak om het doel scherp te hebben. Het wegfilteren van mensen is bijvoorbeeld geen passende technische oplossing als je drones wilt inzetten om de veiligheid te vergroten. Dan moet je dus iets anders verzinnen of besluiten dat drones in dit geval geen passende oplossing zijn.’  

PROJECT BIJ UT: MOBILITEIT METEN, ZONDER DAT DATA HERLEIDBAAR ZIJN TOT MENSEN

Maarten van Steen heeft op dit moment een groot mobiliteitsonderzoek in Enschede onder zijn hoede. Om bezoekersstromen te kunnen meten worden 1.500 sensoren ingezet op de campus van Universiteit Twente. De grote uitdaging bij dit project: de bewegingen van fietsers en andere bezoekers van de campus goed leren kennen zonder dat de onderliggende data herleidbaar zijn tot personen. Van Steen: ‘We willen zeer nauwkeurig kunnen meten, maar tegelijkertijd ook de privacy kunnen waarborgen. Dat is niet eenvoudig, we zoeken nog naar een passende technologische oplossing. Het is een interessant project: als we de privacykwestie weten te tackelen, wordt het mogelijk om dit soort metingen veel vaker uit te gaan voeren, bijvoorbeeld in alle binnensteden van Nederland.’ Meer informatie over het mobiliteitsonderzoek.

Vond u dit een interessant artikel? Lees ook het dubbelinterview 'Data hoeft geen big brother te zijn' tussen Maarten van Steen en Dick Laan van Gemeente Enschede.

Chat offline (info)
Om deze functionaliteit te gebruiken:
Accepteer cookies