Rolf te Velde rondde zijn Master Public Management af in 2013. Inmiddels is hij niet meer werkzaam in de publieke sector. Niettemin plukt hij nog steeds de vruchten van de master. Zo onderhoudt hij nog steeds contact met de UT, andere studenten en ook van de kennis uit zijn thesis maakt hij gebruik. ‘Door de master heb ik geleerd om breder en meer naar concernbelangen te kijken.’
‘Ik begon aan de master om een bredere blik en meer strategisch inzicht te krijgen. Veel deed ik intuïtief. Nu heb ik meer theoretische basis en inzicht gekregen. Dat was prettig, omdat ik tegelijkertijd een nieuwe stap in mijn carrière zette, waarbij vooral dat strategisch inzicht meer werd gevraagd. Voor de master was ik projectmanager bij waterschap Regge en Dinkel. Toen ik klaar was met de opleiding was Regge en Dinkel inmiddels Vechtstromen geworden en was ik een van de directieleden.’ Inmiddels heeft Rolf te Velde de publieke sector verlaten. In mei 2019 maakte hij de overstap naar de private sector om directeur van ingenieursbedrijf Aveco de Bondt en Asset.Insight. te worden. Asset.Insight. is een bedrijf dat zich bezighoudt met inspecties, monitoring en datagedreven oplossingen voor water, spoor, industrie en infra. Beide bedrijven zijn onderdeel van Koninklijke VolkerWessels.
Tijd- en plaatsonafhankelijk werken
Te Velde rondde de masteropleiding in 2013 af. Heeft hij er nog steeds wat aan? ‘Zeker. Mijn thesis ging bijvoorbeeld over tijd- en plaatsonafhankelijk werken, toen heette dat nog het nieuwe werken. Nieuw is het natuurlijk niet meer, maar actueel wel, zeker nu veel mensen door de coronamaatregelen thuiswerken. Ik heb mijn onderzoek en de theorie erbij gepakt toen corona ervoor zorgde dat ook wij binnen het bedrijf massaal gingen thuiswerken. Ik concludeerde dat die theorie nog steeds actueel is. Vooral jonge mensen vinden het moeilijk om zichzelf te ontwikkelen als ze geen of minder contact met collega’s hebben. Ze missen de overdracht en uitwisseling van kennis. Ook hoor je vaak dat mensen de sociale cohesie missen. Digitaal samenwerken is technisch inmiddels goed mogelijk, maar de praktijk is weerbarstig; mensen willen toch graag onderling contact. Binnen ons bedrijf verzorg ik nu bijvoorbeeld webinars voor het personeel, waarin we de stand van zaken van het bedrijf doornemen. Dit doen we interactief; mensen kunnen vragen stellen, waar ook direct een antwoord op komt. Ook de vrijdagmiddelborrel gaat digitaal door. Dat zijn eigenlijk heel eenvoudige oplossingen, maar ze werken.’
Concernbelangen en persoonlijke ontwikkeling
Dat zijn masterthesis nog steeds bruikbaar is, komt volgens Te Velde ook door zijn begeleiders. ‘Jan de Leede en Olaf Fisscher legden de lat hoog. Dat vond ik toen wel eens lastig, maar achteraf ben ik ze erg dankbaar. Ik begreep daardoor echt wat het was om wetenschappelijk onderzoek te doen; eerst nadenken en een onderzoeksmodel maken. En heel god nadenken welke vragen je stelt en waarom. Door de thesis heb ik ook beter geleerd om naar concernbelangen te kijken, die breder zijn dan het teambelang alleen.’ Te Velde heeft nog meer voorbeelden van de opbrengst van de master. ‘Je volgt de master met mensen vanuit allerlei verschillende geledingen en wisselt onderling veel uit. Het was een hechte groep, ik heb nog steeds korte lijnen met medestudenten. Ook persoonlijke ontwikkeling is belangrijk tijdens de master. Je krijgt beter inzicht in jezelf en je eigen handelen.’
Publieke en private sector
Niettemin is er het nodige veranderd sinds Te Velde is afgestudeerd. ‘De wereld is snel veranderd. We staan voor grote gemeenschappelijke opgaven als de energietransitie en klimaatadaptatie. Daar zijn programma’s aan gekoppeld die vragen om samenwerking tussen allerlei partijen, zeker ook tussen overheid en bedrijfsleven.’ Welke verschillen ziet Rolf te Velde tussen de publieke en private sector? ‘De snelheid van handelen is in het bedrijfsleven hoger. In het bedrijfsleven ben je afhankelijk van klanten en opdrachten. Dat betekent inspelen op − en meebewegen met − de wensen van opdrachtgevers. In de publieke sector zijn er meer uiteenlopende stakeholders en zijn de beslissingstrajecten vaak iets langer. Dat maakt de dynamiek anders, al kan je ook bij de overheid prima ondernemen als je de ruimte krijgt en neemt. Veel van de skills die ik leerde in de master en in mijn werk in de publieke sector zet ik nu ook in: koers bepalen, richting vertalen naar uitvoering, verandering realiseren en sturen op hoofdlijnen. Maar ook bestuurlijke en politieke sensitiviteit bijvoorbeeld. Koninklijke VolkerWessels is een groot bedrijf waarbinnen ook bestuurlijke krachten en verhoudingen spelen. Daarnaast werk ik nog steeds in een omgeving waarin ik veel contacten heb met (semi-)overheden. Bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, maar ook waterschappen, provincies en gemeenten. Ik spreek hun taal.’