Het ‘hoe en waarom’ van governance in de decentralisatietrend

De transformatie

De transformatie van het sociale domein die in 2015 in gang is gezet met de drie decentralisaties van zorg, werk en jeugdhulp is een nieuwe stap in een bredere decentralisatietrend in binnenland én buitenland. De Wet Werk en Bijstand (2004), Wet Maatschappelijke Ondersteuning (2007), Wet Participatiebudget (2009), Participatiewet (2015), het zijn allemaal wetten die decentralisaties van machten, opdrachten, plichten en verantwoordelijkheden impliceren. Het zijn nieuwe juridische constructies (‘participatiewetgeving’), die uitdrukking geven aan een structurele transformatie van het openbaar bestuur. Ze zijn gebaseerd op nieuwe veranderstellingen op wat een overheid in het algemeen, en een gemeente in het bijzonder is, wat haar hedendaagse bestaansrecht is, waar haar huidige opdracht uit bestaat, waartoe zij dient, en hoe zij zichzelf opnieuw kan uitvinden en organiseren.

De trend

De decentralisatietrend geeft uitdrukking aan een transformatie van het publieke domein waarin een ‘andere overheid’ en nieuwe vormen van burgerschap, met nieuwe taken, plichten en verantwoordelijkheden, op nieuwe wijzen aan elkaar gerelateerd worden. De decentralisatietrend is een bestuurlijke beweging in het openbaar bestuur waarin rijksoverheden worden geconfronteerd met wereldvraagstukken, zoals grensoverschrijdende terreur, ecologische problemen en migratiecrises. Lokale overheden worden in toenemende mate verantwoordelijk gemaakt voor de kwaliteit van het sociale domein en het oplossen van ‘alledaagse’ sociale problemen. En het lokale probleemoplossend vermogen zit hem hierbij niet in de gemeente als ambtelijke organisatie maar in het zelf-oplossende potentieel van lokale burgers, buurten en maatschappelijke organisaties. De decentralisatietrend impliceert een gemeente die bouwt aan een lokale ‘participatiesamenleving’ waarin niet zo zeer verworven sociale rechten maar eigen verantwoordelijkheden richtinggevend zijn in de sociale probleemoplossing. De decentralisatietrend impliceert een breuk met de nationalisering, juridisering en bureaucratisering van het publieke domein.

Het proces

Waarom dan toch al die decentralisatie (en reorganisatie)? De decentralisatietrend, met haar begrippenapparaat van governance, eigen verantwoordelijkheid en participatie, is een internationaal verschijnsel dat zich voortdoet in het bestuurlijk bestel van de Westerse verzorgingsstaten die sinds de jaren 1980 aan het hervormen zijn. Dat hervormingsproces, inclusief decentralisaties, is een reactie op enerzijds veranderende internationale verhoudingen en anderzijds structurele transformaties van sociale verbanden in Westerse samenlevingen. In de afgelopen decennia zijn relaties minder vast geworden, minder langdurig, meer flexibel, meer genetwerkt en grensoverschrijdend; en in toenemende mate gefaciliteerd, en beïnvloed door digitale technologieën en (wereldwijde) massamedia. Nieuwe maatschappelijke transformaties, zoals post-industrialisering en globalisering of glokalisering, hernieuwen samenlevingen. Een gecentraliseerde staat – natiestaat, rechtsstaat, verzorgingsstaat, bureaucratische staat –, als belangwekkend instituut van dergelijke samenlevingen, is niet bij machte om de storm van dergelijke maatschappelijke transformaties te weerstaan: gij zult verder decentraliseren. In een voortdurend proces van nieuwe maatschappelijke problemen en bestuurlijke uitdagingen.

Ringo Ossewaarde 

Universitair Hoofddocent Sociologie van het Openbaar Bestuur in de vakgroep Bestuurskunde van de Universiteit Twente.



Chat offline (info)
Om deze functionaliteit te gebruiken:
Accepteer cookies