Twenthe en de Duitse Hanze

14 november 2017                          14.30 uur                              Boerderij Bosch

Twenthe en de Duitse Hanze

Lezing door dr. Gerard Seyger, oud docent Duits en historisch taalkundige / taalkundig historicus.

Gerard Seyger, geboren en getogen in de regio en warm pleitbezorger voor de culturele identiteit van Twente, belicht de weinig bekende rol die de Hanze speelde in onze streek:  

     De betekenis van het Germaanse woord Hanze heeft in de loop van de tijd een interessante betekenisontwikkeling gehad. In de vierde eeuw betekende het simpel “groep”; van 800-1100 stond het voor “gewapende groep” en vanaf de dertiende eeuw betreft het een (via privileges) georganiseerde “Koopmanshanze” van Duitse handelaren. Ook het huidige Nederland behoorde destijds tot het Duitse Rijk.                                           Naast Hanzesteden aan het water (zee, grote rivier) lagen er veel Hanzesteden in het binnenland. Zowel Oldenzaal als ook Enschede kunnen (middellijke) Hanzesteden worden genoemd. De Duitse Hanze was een samenwerkingsverband via netwerken van handelaren en (later) steden, bloeiend en machtig, vooral tijdens de late middeleeuwen. Door samenwerking probeerden ze hun gezamenlijke handelsprivéleges te beschermen en uit te breiden. Vanaf het midden van de dertiende eeuw (ca. 1250) ontstonden (vooral) rond de Noord- en Oostzee (maar ook langs bijv. de IJssel) samenwerkingsverbanden van “Duitse” kooplieden met kooplieden uit steden als Lübeck, Keulen, Deventer, Kampen, Osnabrück en Münster. Ook steden als Hamburg, Breslau en Frankfurt (an der Oder) waren lid van de Duitse Hanze. Lübeck en Keulen hebben lang gestreden om de hegemonie. Handelskantoren had de Hanze in Londen, Brugge (B), Bergen (N) en Novgorod in Rusland. De Duitse Hanze vormde in die tijd veruit het belangrijkste en bekendste handelsnetwerk in Europa.                                           Ook vanuit Twenthe hebben zich vooral in de veertiende eeuw veel handelaren gevestigd in Hanze steden zoals Lübeck en Stralsund. Vrije en gegoede kooplieden konden in een nieuwe vestigingsplaats het burgerrecht verwerven. In oude documenten is terug te vinden of zij het burgerrecht ter plekke zelf konden betalen of dat zij in hun nieuwe stad gebruik van een borg moesten maken.