UR 11-072 Brief SLO: Opleiding Onderwijskunde UT


Aan het College van Bestuur van de Universiteit Twente


cc

prof. dr. H.W.A.M. Coonen, decaan faculteit Gedragswetenschappen

drs. H.J. van Essen, voorzitter van de Raad van Toezicht

dr. J.I.A. Visscher-Voerman, opleidingsdirecteur Onderwijskunde

drs. F.L. Lagendijk, Voorzitter Universiteitsraad

W. Koet, Voorziter Faculteitsraad GW
















Opleiding Onderwijskunde

aan de UT

Geacht College,


Vanzelfsprekend hebben wij vernomen over het bedreigde voortbestaan van de opleiding Onderwijskunde aan de UT. Daarover willen wij vanuit SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkleing) graag onze zorg uitspreken.

SLO heeft langjarige, zeer positieve ervaringen met tientallen stagiaires, afstudeerders, promovendi, medewerkers en hoogleraren van de opleiding Onderwijskunde. Velen van hen zijn momenteel ook werkzaam bij de SLO. Daarnaast bestaan er veelvuldige werkcontacten en samenwerkingsverbanden tussen UT en SLO. Het zal u duidelijk zijn dat wij het eventuele verdwijnen van de Twentse onderwijskunde dan ook zeer zouden betreuren.


Tevens zou ondergetekende u van enige afstand (maar wel met enige betrokkenheid als zelf nog in deeltijd aan de UT/onderwijskunde verbonden hoogleraar), wellicht ten overvloede, enige suggesties willen aanreiken voor een oplossingsrichting:

Aangezien een eigen bacheloropleiding Onderwijskunde om financiële redenen waarschijnlijk niet handhaafbaar is, zou het aanbeveling verdienen via keuzeonderdelen wel een oriëntatie op een masteropleiding Onderwijskunde in te bouwen in de bachelorsopleidingen van Psychologie en Communicatiewetenschappen.

Handhaaf, c.q. maak een doorstart mogelijk van een hernieuwde masteropleiding Onderwijskunde. Zo'n opleiding voorziet onmiskenbaar in behoeftes van studenten en werkgevers. Ook het recente advies van de Commissie De Graaff onderstreept het belang van dergelijke onderwijskunde-masters.

Accentueer in die opleiding het breed gewaardeerde profiel van onderwijskundig ontwerpen, met ook een aanzienlijke dosis aandacht voor ICT-toepassingen in het onderwijs, aansluitend bij de generieke UT-profilering.

Positioneer die opleiding dicht bij ELAN, ter versterking van de verbintenis met de onderwijspraktijk en ter stimulering van professionalisering van het leraarsberoep.

Creëer een opleidingsgprogramma dat flexibele routes kent voor uiteenlopende doelgroepen (bachelorsdoorstromers, kandidaten vanuit de lerarenopleiding, in de praktijk fungerende docenten, internationale studenten).

Breng het onderwijskundig (inclusief vakdidactisch) onderzoek vanuit zowel ELAN als de (waarschijnlijk nieuwe) organisatorische eenheid die de hernieuwde mastersopleiding gaat verzorgen bijeen in een integraal programma.

Aldus zou een ware (universitaire) School of Education kunnen ontstaan die overigens prima werkrelaties kan onderhouden met de eerder met hbo-partnerinstellingen opgerichte regionale Twente School of Education.



Hoogachtend,

prof.dr. J.J.H. van den Akker

algemeen directeur SLO