Aandachtspunten/Definitieve besluiten UR

Aandachtspunten uit de overlegvergadering van de Universiteitsraad van 29 september 2010


Verslag van de overlegvergadering van 19 mei 2010 (UR 10-189)

In de decembercyclus wordt het plan van aanpak minorenbeleid in de URaad besproken.


Portfolio Instellingsstrategie (UR 10- 221/UR 10-235)

(Besluit gemandateerd aan het presidium)

De Universiteitsraad,

gezien:

-Het agendaformulier gedateerd 29-9-2010;

-Het portfolio Instellingsstrategie gedateerd 29 september 2010 (UR 10 221);

gehoord:

-De mondelinge toelichting in de commissievergadering PSI van 8 september 2010;

overwegende dat:

-Het formuleren van een Instellingsplan als verplichting is opgenomen in de WHW;

-Het Instellingsplan de instemming behoeft van de URaad;

-Het Instellingsplan een geldigheidsduur heeft van zes jaar;

-Aan het Instellingsplan in grote mate de rechten van de URaad worden ontleend;

-De omgeving van de Universiteit zeer dynamisch van karakter is en niet vastgelegd kan worden voor een periode van zes jaar;

-Het daarom noodzakelijk is dat het Instellingsplan een meer dynamisch karakter krijgt in de vorm van een Portfolio Instellingsstrategie;

-De vigerende Strategische visie van de UT het kader vormt van dit portfolio;

-Alle hoofdthema’s van de Strategische Visie als hoofdstuk worden opgenomen in het portfolio;

-De vigerende en/of in voorbereiding zijnde strategische- en beleidsnota’s zijn opgenomen in de respectievelijke hoofdstukken;

-Per nota de rechten van de URaad staan aangegeven (informatie/advies/instemming);

gehoord de toezegging van het college dat:

De URaad jaarlijks in de eerste, informatieve bijeenkomst in september en eventueel in een overlegvergadering geïnformeerd wordt over het portfolio, en over voorgenomen aanvullingen en wijzigingen. Die laatste krijgt de raad expliciet ter instemming voorgelegd;

besluit:

in te stemmen met het voorstel het Instellingsplan vorm te geven als Portfolio Instellingsstrategie zoals beschreven in de nota “Portfolio Instellingsstrategie” van september 2010.


Het college zal samen met het presidium van de URaad de vigerende nota’s en bijbehorende bevoegdheden van de URaad in het Portfolio nader invullen.


Nota Internationalisering (UR 10-222/UR 10-236)

Het college zal de suggestie van de raad over het taalbeleid op de UT meenemen in een volgende nota. Tevens zal aan de raad de financiële onderbouwing toegezonden worden, in eerste instantie ter bespreking in de commissie FPB.


Opheffen Masteropleiding Mechatronics (UR 10- 197/UR 10-231)

De Universiteitsraad,

gezien:

-Het agendaformulier Opheffen masteropleiding Mechatronics gedateerd 29-9-2010;

-De brief + bijlagen van de decaan EWI gedateerd 1 februari 2010;

gehoord:

-De mondelinge toelichting in de commissievergadering OOS van 8 september 2010;

overwegende dat:

-Er een dusdanig grote overlap is tussen Mechatronics en de 3TU master System and Control dat Mechatronics zonder moeite kan worden omgezet in een track van System and Control;

-De UT de zorgplicht heeft studenten die zijn ingestroomd in een op dat moment bestaande opleiding bij tussentijdse opheffing van deze opleiding ruimhartig de gelegenheid te bieden op een andere wijze de studie af te ronden;

gehoord de toezegging van het college dat:

-Alle zittende studenten de garantie krijgen in de opleiding Mechatronics af te kunnen studeren;

besluit:

in te stemmen met het opheffen van de Masteropleiding Mechatronics zoals beschreven in de brief van de decaan EWI d.d. 1 februari 2010 met kenmerk EWI10/B:Mhn/078/tnc.


Het college zal nader uitzoeken binnen welke termijn het diploma behaald dient te zijn.


Opheffen Masteropleiding SSESR (UR 10-205/UR10-230)

De Universiteitsraad,

gezien:

-Het agendaformulier Opheffen masteropleiding Social Systems Evaluation and Survey Research (SSES) gedateerd 30-8-2010;

-De brief + bijlagen namens decaan GW gedateerd 26 mei 2010;

gehoord:

-De mondelinge toelichting in de commissievergadering OOS van 8 september 2010;

overwegende dat:

-het opheffen van de masteropleiding Social Systems Evaluation and Survey Research (SSESR) het gevolg is van een negatief oordeel van de NVAO bij de UT aanvraag voor een heraccreditatie op de facetten relatie doelstellingen/programma;

-De UT de zorgplicht heeft studenten die zijn ingestroomd in een op dat moment bestaande opleiding bij tussentijdse opheffing van deze opleiding ruimhartig de gelegenheid te bieden op een andere wijze de studie af te ronden;

gehoord de toezegging van het college dat:

-Alle zittende studenten de garantie krijgen voor 25 december 2010 in de opleiding SSESR af kunnen studeren;

-Studenten die vanwege erkende studievertraging de datum van 25 december 2010 moeten overschrijden maatwerk krijgen aangeboden;

besluit:

-In te stemmen met het opheffen van de Masteropleiding Social Systems Evaluation and Survey Research (SSESR) zoals beschreven in de brief namens decaan GW d.d. 26 mei 2010.


Wijziging UR-reglement en Kiesreglement (UR 10-215/UR 10-233)

De Universiteitsraad,

gezien:

-Het agendaformulier UR-Reglement gedateerd september 2010;

-Het gewijzigde Reglement Universiteitsraad;

gehoord:

-De mondelinge toelichting in de commissievergaderingen van 8 september 2010;

gehoord de toezegging van het college dat:

-Het college zich tot het uiterste zal inzetten om ervoor te zorgen dat per 1 februari 2011 alle medewerkers en studenten die deel uitmaken van de gemeenschap van de Universiteit Twente via een eenduidig bestand per email bereikt kunnen worden;

besluit:

In te stemmen met de voorgestelde wijziging van het UR- Reglement zoals beschreven in de brief d.d. september 2010 (UR 10-215) met bijlagen.

De besluitvorming over het Kiesreglement is uitgesteld tot februari 2011.


Nota vervroegd Promotierecht (UR 10-218/ UR 10-238)

Het college zegt desgevraagd toe in de decembercyclus in een aanvullende notitie nadere wettechnische informatie over dit punt te verstrekken.


Reorganisatie communicatiefunctie (UR 10-244/ UR 10-246)

Het college zal een compacte beschrijving van het onderliggende communicatiebeleid aan de raad overhandigen, inclusief financiële aspecten daarvan. In december komt dit punt ter instemming in de URaad.


Kadernota Employability (UR10-129/UR 10-247/UR 10-239)

De Universiteitsraad,

gezien:

-Het agendaformulier Kadernota Employability gedateerd 23 juni 2010;

-Het voorstel Kadernota Employability (UR10-129);
Het advies van het OPUT d.d.13 september 2010;

gehoord:

-De discussie in de commissie SI en in het overleg van 29 september 2010;

overwegende dat:

-Employability van werknemers door actief aandacht te besteden aan de ontwikkeling van werknemers, binnen en buiten de functie en binnen en buiten de UT wenselijk is;

-De werkgever ontwikkeling van zijn personeel dient te stimuleren maar daar uiteraard geen onbeperkt budget voor beschikbaar kan stellen;

gehoord de toezegging van het college dat:

-Bij de implementatie van de nota aandacht besteed zal worden aan de faciliteiten die het personeel in dit kader geboden kunnen worden, en in het bijzonder een employability-budget gecreëerd zal worden op voldoende hoog aggregatieniveau;
Een voorstel daartoe wordt in de begroting opgenomen.

-De communicatie aan het personeel over het personeelsbeleid inzake employability een positiever toonzetting zal hebben;
De uitwerking daarvan wordt de UR ter informatie toegezonden.

-De URaad voor 1 december 2010 een concreet voorstel krijgt voorgelegd hoe alle leidinggevenden van de UT worden gefaciliteerd en gestimuleerd en worden aangesproken op het verbeteren van de employability van de medewerkers, een en ander gekoppeld aan de eerder door het CvB vastgestelde notitie Leiderschapontwikkeling 2009 – 2014;

-Het managementdevelopmentprogramma ter informatie aan de raad toegezonden wordt;

besluit:

Positief te adviseren in zake de nota Employability


Instellingscollegegelden (UR 10-224/UR 10-224a)

De Universiteitsraad,

gezien:

-De Discussienota instellingscollegegelden voor niet EER studenten 2011-2012, gedateerd 3 mei 2010;

-De aanvullende bijlage naar aanleiding van vragen UR en CvB-D, gedateerd 23 juni 2010;

gehoord:

-De mondelinge toelichting in de commissievergadering OOS van 8 september 2010;

overwegende dat:

-Instellingscollegelden voor studenten van buiten de EER niet zo laag zouden moeten zijn, dat er aan de kwaliteit getwijfeld wordt;

-Instellingscollegelden niet zo hoog zouden moeten zijn dat de instelling zichzelf uit de markt prijst;

-Er een prijs bepaald is door de kosten goed te analyseren;

gehoord de toezegging van het college dat:

-De URaad inzicht krijgt in de samenstelling van de kosten voor de verschillende opleidingen (december 2010);

-De rapportage van de BAO werkgroep in het najaar aan de raad toegezonden wordt;

besluit:

Positief te adviseren inzake de voorgestelde Instellingscollegelden UT zoals beschreven in de Discussienota instellingscollegegelden voor niet EER studenten 2011-2012.


Samenwerkingsovereenkomst Masterplan gebiedsontwikkeling Kennispark

(UR 10-193/UR 10-241)

De Universiteitsraad,

gezien:

-de samenwerkingsovereenkomst Masterplan Gebiedsontwikkeling Kennispark Twente, UR 10-193;

gehoord:

-de beraadslaging in de commissie Financiën Personeel en Bedrijfsvoering;

overwegende dat:

-deze samenwerkingsovereenkomst de positie van de partners in de ontwikkeling van het Kennispark ten opzichte van elkaar vastlegt;

gehoord de toezegging van het college dat:

-Het startdocument en bijbehorende begroting van individuele projecten binnen het masterplan die voor rekening van de UT zijn aan de UR worden voorgelegd;

besluit:

Positief te adviseren over de samenwerkingsovereenkomst Masterplan

Gebiedsontwikkeling Kennispark Twente.


Rondvraag

Het college zal nagaan of het technisch mogelijk is om voor personen die niet meer in dienst van de UT zijn een e-mail adres en/of alias in stand te houden.

In de Benoemingsadviescommissie voor een nieuwe hoofdredacteur van het UT-Nieuws zal ook een lid van de URaad opgenomen worden, aldus het college.

Het college zal nagaan waarom niet alle tentamendata in OSIRIS staan vermeld.