UR 09-235 Verslag overlegvergadering

Overleg Vergadering

UR-CvB 9 september 2009



Verslag door

Van Dijk

Conceptversie


Kenmerk

UR 09-235

Datum

23 september 2009



Aanwezig UR




CvB

Van Alsté, Laura Franco Garcia, Lagendijk (vz.), Pouw, Veenendaal,

Verberkt, Leoné, Bloemen, De Loos, Franken, Hackurtz, Kücking, Prins, Smits en Van Benthem.

Van Ast, Brinksma en Flierman

Griffie

Ribberink

Afwezig

De Goeijen, Telgenkamp en Poorthuis (m.k.)







1. Opening en vaststelling agenda

De voorzitter opent om 9:10 uur de vergadering en wenst de nieuwe leden veel succes.


2. Mededelingen

Voorzitter: Om half elf wordt de vergadering geschorst voor een eenmalige fotosessie met de pers (UT-Nieuws) en een eigen fotograaf.

Flierman: De studentenaantallen kunnen nog niet worden gemeld, op 1 oktober is daar meer zekerheid over.

De opening academisch jaar is voor de UT op een plezierige manier geopend met de minister.

Mevrouw Sorgdrager is aan het einde van haar tweede ambtstermijn als lid van de Raad van Toezicht UT, en dus niet herbenoembaar. Het College is op zoek naar een nieuwe kandidaat en hoopt hier aan het einde van de maand met de UR over te spreken.


Voorzitter: Bij de opening academisch jaar viel het op dat de nadruk op de Graduate School werd gelegd door Flierman en Brinksma. Later bij de scriptieprijzen bleek slechts één laureaat het onderzoekspad op te gaan.

Flierman: We hebben jaren gehad met meer ‘onderzoekers’ bij de laureaten. En ik wil het beeld bestrijden dat slechts de beste studenten naar de Graduate School moeten; we bestrijden het beeld dat de Graduate School het eliteklasje is. Er zijn dus ook briljante studenten die voor een andere loopbaan kiezen.

Plasterk zou hier wel uit kunnen afleiden dat slechts één op de vijf studenten een onderzoekscarrière ambieert.

Brinksma: Mijn hart als wetenschapper bloedde wel een beetje. Misschien zouden we beter zichtbaar moeten maken dat een onderzoekscarrière ook breed kan zijn.


3. Verslag overlegvergadering 24-6-2009

Tekstueel

Van Ast: Pagina 4, regel 12: Er zit M€ 1,3 minder aan premies in TNW, dat is wat verhullend. Dit zijn de ontwerperspremies die voor de laatste keer aan TNW toegekend zijn.


Naar aanleiding van

Brinksma: We zijn bezig met twee Engelstalige bachelors (European Studies en Create). Duidelijke redenen hiervoor zijn: vakgebied en instroom. Dan zijn we in overeenstemming met de geldende gedragscode voertalen, artikel 1c.

Daarnaast is ook nog sprake van een Engelstalige variant van Advanced Technology. Bij de accreditatie kijken we of we de gedragscode moeten aanvullen.

Veenendaal: Over welke gedragscode hebben we het nu? We hebben er wel één voor de masters, niet voor de bachelor.

Van der Hoek: Het gaat over de master, dus wordt dit zo aangepast dat het aansluit bij de bachelor.


Voorzitter: Pagina 7, regel 7: Het functioneren van de Instituutsraden is een punt van frappé toujours, maar wel zorgelijk. Is er nog iets te melden?

Flierman: Nee, het wordt geagendeerd op een overleg met Wetenschappelijk Directeuren in oktober.


4. Nota Reservebeleid

Van Ast: We hebben de nota besproken. Dit is bedoeld om een beeld te schetsen van hoe het vermogen van de UT ervoor staat (kredietlijn & nieuwbouw). Is het verantwoord om een reserve van M€ 25 in het primaire proces te stoppen? We hebben gekozen voor 40 % eigen vermogen, dat is veilig. Het ministerie houdt 30 % aan, en wil dat wellicht verlagen tot 20 %. Maar ik wil niet zeggen dat wij alle ruimte hebben. Die 40 % is een keuze, en daar kun je over discussiëren.

Er ligt nog een inhoudelijke keuze: waar gaan we de vrijkomende reserves aan besteden? Dit stuk is meer een technisch stuk.


Pouw: De Raad heeft veel waardering voor dit stuk; het is een zeer heldere notitie met logische opbouw. Voor dit stuk alle waardering.

Twee vragen: Hoe gaan we met de reserves om en hoe groot moeten de reserves zijn?

Bladzijde 5 geeft aan dat het College het beleid stammende uit de jaren negentig wil doorzetten, de Raad ondersteunt dit.

De getallen: de URaad loopt hier tegen het probleem aan dat het moeilijk is in te schatten wat hier goed is. Dus heeft de UR besloten om advies in te winnen bij een deskundige, om het voorliggende stuk gefundeerd te kunnen beoordelen. Daarna zal advies aan het College gegeven worden.

De UR wil aan het College vragen deze notitie in één of andere vorm volgend jaar terug te laten komen. En dan ook te reflecteren op de getallen, op de aannames. Hier zouden we een heleboel van kunnen leren en eventueel het reservebeleid kunnen bijstellen.


Van Ast: Hier wil ik me graag bij aansluiten, ik herken de opmerkingen. Ik denk dat het goed is om hier jaarlijks bij stil te staan. Juist omdat we prat gaan op effectief lenen. Ik doe graag de gesuggereerde cursieve toezegging.


Pouw: We zullen als UR na de gestelde termijn het College van advies voorzien.


Van Alsté: Ik sluit me aan bij de woordvoerder. Tabel 4: Ik heb me verbaasd dat bij faculteiten als EWI en TNW de reserves aanzienlijk oplopen (resp. M€ 20 en M€ 30), terwijl hier reorganisaties noodzakelijk zijn geweest. Ik vind het goed dat de reserves gehandhaafd worden, maar deze faculteiten hebben moeite met de instroom. Suggestie: richt een college op, in Amersfoort.

Van Ast: Die reserves zijn inderdaad behoorlijk opgelopen. Enerzijds is dat het effect van reorganisaties, en anderzijds is het een gevolg van de afspraak dat reorganisatiekosten voor rekening van het CvB zijn. Vanaf 1 januari hebben we afgesproken dat deze kosten voor rekening van de onderdelen zelf zijn.

De laatste paar jaar zijn behoorlijk wat derdegeldstroomprojecten afgerond. Er staan dus wel getallen, maar er zit geen cent onder.

Brinksma: De notie om aan een Technical University College te denken is er. We gaan dit verkennen met de decanen maar ik wil benadrukken dat we voorzichtig moeten zijn. Bij de Vestiging Friesland is onder de streep veel geld kwijtgeraakt. Bovendien moeten we dit ook bespreken binnen 3TU.

Inhoudelijk zie ik het wel staan, maar een vestigingsplaats elders daar heb ik reserveringen bij. Het verleden heeft uitgewezen dat dat vaak financieel moeilijk is. Aan de andere kant heeft Middelburg een succesvol college. Kortom: we zijn het aan het onderzoeken, en dat was al voor de vakantie zo.


Van Alsté: In dezelfde tabel staat een oplopende reserve bij TG. Nu zitten er al een paar jaar studenten in de masterfase, maar de leerstoelen lopen achter. Ik wil voorstellen dat hier geld aan uitgegeven wordt.

Brinksma: Ook hier kunnen we u geruststellen. De reserves van TG zijn zeker een element in de uitrol van MIRA. Zeer ambitieuze plannen zijn geformuleerd. Maar punt is wel dat het meer tijd kost om talent hierheen te halen. Het geld van TG vormt zeker onderdeel van de inzet.


Van Alsté: Tabel 5: Voorziening van milieurisico’s. Maar ik ben me geen milieurisico’s ter waarde van M€ 4 bewust. Moet ik ongerust worden?

Van Ast: Toch hebben we nog wel wat technische risico’s. Steeds wordt nagelopen of we voorzieningen vrij kunnen laten vallen. Onder andere asbestrisico’s vallen hieronder.


Voorzitter: Verdere besluitvorming wordt gemandateerd aan het presidium.


5. Collegeldtarieven 2010-2011

Brinksma: De reden dat dit naar voren is gehaald is dat publicatie van de tarieven voor bèta’s binnen 3TU noodzakelijk is. Voor gammastudenten komt dit in de normale decembercyclus naar voren. Dit is geen teken van ondergeschiktheid van gamma, dit heeft zuiver te maken met 3TU-afstemming. Gamma is echter geen onderdeel van de 3TU-portfolio.

Voorzitter: Afgesloten.


6. Notitie werkgroep campusontwikkeling en onderwijsfaciliteiten

Voorzitter: We zijn ons bewust van de niet-formele status van de nota. Echter deze nota is zeer interessant.

Van Ast: Deze nota is een gedachtebepaling in een fase van Route ’14. De realiteit gebiedt ons te zien dat sommige onderdelen niet mogelijk zijn; de nota is met een ideaalbeeld in gedachten geschreven. Via het instellen van een campusmanager willen we een betere greep krijgen. Verdere uitwerking zal niet in een dergelijke nota gepresenteerd worden.


De Loos: De indruk van de UR is dat hier sprake is van een oud stuk.

Van Ast: Dat klopt, het stuk is verouderd.


De Loos: Zoals u aangaf is het de vraag of ambities haalbaar zijn. Kunt u iets verduidelijken over de landmark?

Van Ast: Een landmark is wel een reële optie, alleen de vraag is wat is een landmark? Een hightech onderwijsgebouw? En zijn we bij machte iets dergelijks te realiseren terwijl we zoveel andere projecten aan het realiseren zijn? Maar de discussie is zeker wel nuttig. Alleen we kunnen niet zomaar een paar gebouwen erbij zetten, dus moeten we deze ambitie ombuigen. Bij de ingang van Carré gaan we bijvoorbeeld een geavanceerde onderwijszaal realiseren, dat kun je zien als een spin-off van de landmarkdiscussie.

Brinksma: Ik wil even melden dat we mee hebben gedaan aan de iBarometer, dit gaat over ICT en is een brede enquête. Daaruit blijkt dat we op IT-gebied de absolute top zijn, dan gaat het om internettoegang. Maar ik herinner u er graag aan dat om aan de top te blijven, we hard moeten blijven werken.

Voorzitter: Tijdens de paardentramtour over de campus was de UR onder de indruk van alle projecten.


De Loos: De campusmanager wordt “(tijdelijk)” benoemd, hoe moeten we dit interpreteren?

Van Ast: Inmiddels is per oktober Pieter Binsbergen benoemd, en we zien dit niet als tijdelijk. Wellicht komt er tussentijds een herschikking van functie-onderdelen.

Voorzitter: Wat is de verwachting over de eerste daad van de campusmanager?

Van Ast: De eerste daad zal een plan moeten zijn. Op korte termijn zijn onderdeel hiervan: de samenhang van de activiteitenkalender. En de bekendheid van de activiteiten op de campus. Ook is één van de prioriteiten om nog niet-bestaande activiteiten die bekendheid met onderwijs & onderzoek vergroten naar de campus te halen. Het idee is om een paar prioriteiten in het plan te stellen, zodat er geen dik stuk ligt, maar er actie komt.


De Loos: Vanwaar de keuze voor de campus als “de plek waar elke bachelor, internationale student en tijdelijk UT medewerker woonruimte kan vinden?

Van Ast: Dit is gebaseerd op de toenemende vraag om op de campus te wonen. Het zou mooi zijn als we meer naar een mix kunnen toewerken, en ook wat nieuwe voorzieningen kunnen aantrekken. Zowel de Hogekamp als Drienerburght worden ontwikkeld als woonruimte.

De Loos: Ik kan me een pittige discussie herinneren over de huisvesting van internationale studenten. Hoe realistisch is dan de ambitie van een mix?

Van Ast: Ik begrijp de vraag niet helemaal. We willen aantrekkelijk zijn voor een groeiend aandeel aan internationale studenten, hiervoor moeten we meer voorzieningen realiseren. Ik weet wel van de specifieke voorwaarden, maar we moeten toch de discussie hierover voeren. Keuzes hieromtrent komen terug in de Nota Studentenhuisvesting.


De Loos: De naam van gebouwen gekoppeld aan een sponsor. Hoe moeten we dit interpreteren?

Van Ast: Wij hebben die cultuur niet zo. Zo’n sponsor moet wel met meer dan k€ 10 aankomen. Dit is een serieuze optie. Wij willen ons hier wel voor openstellen. Neem bijvoorbeeld het logo van een bekende bank bij de lancering van de FAME regeling. Er is echter nog geen spoor van realisatie, wij staan ervoor open.

Van Benthem: Ik vind dit zeer ondernemend.


De Loos: In hoeverre is al aan de genoemde projecten begonnen?

Van Ast: We hebben het dan over bladzijde 15. We zijn bezig met de activiteitenkalender, op de website. We hebben nu een pilot met verruimde openingstijden in de Horst. Huisvestingsbeleid: er komt een nota. Internationalisering van de campus: dit is een voortgaande discussie. Student discovery labs: deze zie ik voorlopig niet komen; het kost vrij veel geld. Hightech faciliteit: wordt gerealiseerd als een zaal in Carré. De gemeente gaat het viaduct weghalen, en dan zullen wij ook de toegang tot de campus aanpassen. De gedachte is het Paviljoen om te vormen tot locatie voor de beveiliging. Langezijds: De transformatiezaken zijn uitgezet, maar we hebben te kampen met een verminderde bereidheid tot investeren door de kredietcrisis. Sport: We zijn bezig met de realisatie.


De Loos: Punt 8, budget hightech bushokjes. Hoe wenselijk en realistisch is dit?

Van Ast: Dit is niet doorgegaan.


De Loos: Punt 9, wat is de toegevoegde waarde?

Van Ast: Je moet ervoor instaan dat mensen die hier wonen of werken, van goede voorzieningen gebruik kunnen maken. Het kan van toegevoegde waarde zijn om de voorzieningen samen te gebruiken, ook al is de primaire reactie van studenten “dit zijn onze voorzieningen.” Als we hier stappen in kunnen nemen en dit wordt gewaardeerd, zou dat mooi zijn. Wij vinden dat we hierover moeten discussiëren.


Voorzitter: Voor dit moment laten we het hierbij; het was een informatief stuk. De discussie zal bij latere nota’s worden voortgezet.


7. Generiek stappenplan nieuwe opleidingen

Brinksma: Ik heb nog een oude versie; de toon zou in de nieuwe versie veranderd worden.


Veenendaal: De Raad reageert positief dat het stuk er is en dat de procedure er is. Met de tekstuele wijziging zijn wij nog veel contenter.

Voorzitter: Vastgesteld.


8. ITC integratie

Flierman: We zijn inmiddels 2,5 jaar in gesprek met het ITC over integratie met de UT als bijzondere faculteit. De volgende UR-cyclus komt de instemmingsvraag aan de orde. Echter dan zijn we zover dat er geen weg meer terug is. Dus willen we de Raad nu al informeren.

Voorzitter: Ik weet dat vanuit de Raad positief tegen het geheel wordt aangekeken. Er zijn wel nog detailvragen. Ten aanzien van de invulling van de faculteitsraad ITC is er nog discussie, echter dit ligt bij het ITC.


Flierman: De medezeggenschap is een van de ingewikkeldste aspecten van de integratie. Het ITC kent nu een ondernemingsraad en een aantal fora voor studenten. Formele medezeggenschap voor studenten is niet geregeld, dit moet wel. De promovendi kunnen kiesrecht krijgen. Echter voor de masterstudenten ITC zou passief kiesrecht een probleem vormen door hun cyclus. Hier is nog een knelpunt op te lossen; misschien moeten de verkiezingen worden verplaatst want september als begin van een raadsjaar is onmogelijk, omdat de studenten dan nog maar net binnen zijn, of over drie maanden afstuderen.

Ribberink: Voor dit probleem is nog geen oplossing gevonden.

Flierman: Misschien moeten we constateren dat ITC-studenten in beginsel geen gebruik kunnen maken van het passief kiesrecht. Voor eenjarige masterstudenten UT ligt dit immers ook zo.


Van Alsté: De stichting ITC foundation: eindtermijn 2020: wat gebeurt hierna? En wat is de bestuurssamenstelling van de foundation en in hoeverre hebben we hier controle op? En bij een statutenwijziging?

Flierman: De UT zal als een goed huisvader hiermee omgaan, vandaar de einddatum met een tussentijds evaluatiemoment. Tussentijds zouden bijvoorbeeld bepaalde bevoegdheden van de stichting ten einde kunnen komen. Er is bewust gezegd: we creëren een stichting die van enige afstand meekijkt, maar dat kan niet voor de eeuwigheid zijn. De UT bindt zich aan de huidig statuten, niet aan eventueel gewijzigde statuten. Als de stichting ergens in opgaat is het in het Universiteitsfonds. Het onroerend goed gaat over naar de UT. Echter, als de UT binnen tien jaar de vestigingsplaats wil veranderen dan gaat het onroerend goed naar de stichting.

Van Ast: Technisch gezien wordt het vermogen van het ITC geconsolideerd met dat van de UT.

Flierman: Er zit geen vermogen in de stichting.

Voorzitter: Laten we dit punt parkeren en dit komt terug in commissieverband.


Pouw: Ik heb een vraag over de activiteiten van het ITC. Bijlage 11, punt 8: het ITC waarborgt de kwaliteit van de UT. Maar in bijlage 1 staat “(geaccrediteerd)” tussen haakjes. De haakjes moeten toch weg?

Flierman: Wij hebben hier zorgvuldig naar gekeken naar aanleiding van deze vraag. De haakjes kunnen niet weg. Hier in Enschede verzorgt het ITC geaccrediteerd wo en ho. Elders in de wereld verzorgt het ITC modules uit deze opleidingen, en de modules zijn niet geaccrediteerd. Een andere formulering kan zijn: in Nederland geaccrediteerd, en elders eventueel niet.

Voorzitter: Wat is er op tegen om de tekst te wijzigen?

Flierman: Daar is niets op tegen. Echter, dit is ook in discussie bij de OR van het ITC. Ik stel voor dit in de notulen van de UR op te nemen.

Pouw: Hier moet geen misverstand over bestaan.

Voorzitter: We dringen aan op verheldering hiervan.

Flierman: We bekijken hoe we dit kunnen doen.


Veenendaal: We profileren onze huidige masteropleidingen niet als Master of Science-opleidingen. In hoeverre gaan we dit wel doen om onderscheid te maken met de hbo-opleidingen?

Flierman: We hebben hier nog geen gedachten over. Het lijkt me dat we als UT het accent leggen op onze wetenschappelijke, bekostigde opleidingen. Vooral buitenlanders stromen in in de niet-bekostigde hbo-opleidingen.

Brinksma: We zien hier dat de werkelijkheid complexer wordt; we brengen delen van onze opleidingen in andere opleidingen in. Ik deel de intentie van jullie opmerkingen; het wetenschappelijk karakter van onze opleidingen moet voorop staan. Echter, laten we met elkaar accepteren dat deze ontwikkelingen gaande zijn.

Veenendaal: Helderheid is belangrijk; we hebben geen MBA-opleiding maar wel een Master of Business Administration.

Voorzitter: Dit alles komt nog terug, maar de UR heeft een positieve grondhouding.

Van Benthem: Er komt gewoon een faculteit bij, met onderwijs & onderzoek in één lijn. Is het wel handig: nog een faculteit erbij? Eentje met speciale voorrechten (eigen logo etc.) Wat is de zin van meer faculteiten?

Flierman: Dit is een vraag die in een eerder stadium in deze Raad aan de orde geweest is. Ik heb nooit begrepen dat een limiet aan het aantal faculteiten gesteld is. Het College denkt positief over een extra faculteit.


9. Erkenning activisme SU

Voorzitter: We hebben een ongevraagd advies geformuleerd.

Brinksma: Dit is uitgebreid in de commissievergadering besproken. Ik zal reageren op het advies.

Franken: We zijn positief over deze erkenning. Echter, we denken dat het beter kan omdat nu een vrij beperkte groep erkend zal worden. En we hebben twijfels bij de randvoorwaarde van dertig uur.

Brinksma: An sich zijn we het dus eens over de ontwikkeling en maken we een begin met deze pilot. Een groot deel van de complimenten mag worden doorgegeven aan de Student Union, die het initiatief heeft genomen waar het CvB welwillend aan heeft meegewerkt.

We willen beginnen met een regeling die een heel duidelijk kader heeft: dertig uur per week werken aan een samenhangende taak. De intentie van deze regeling is niet om recht te doen aan alle mogelijke inspanningen die door studenten hier gepleegd kunnen worden. Op het moment dat we met portfolio’s gaan werken, staan we voor een administratief zware opgave en voor een beoordelingsopgave. Dus hebben we besloten om als pilot te beginnen met dit, en dit vervolgens te evalueren. We kunnen altijd nog breder gaan, nu voorkomen we dat het instrument ten onder gaat aan de breedte. Mijn reactie op het advies: we willen dit zeker meenemen, maar in het eerste stadium beginnen we zo. We gaan later nadenken hoe we de strekking van de erkenning kunnen uitbreiden. Na één jaar wordt de regeling geëvalueerd.

Mark: We zijn benieuwd naar de vervolgstappen, bedankt voor uw welwillendheid de geadviseerde punten mee te nemen. Ten aanzien van de voorwaarden hebben we dus bedenkingen, maar we begrijpen wel waarom dit nu niet anders kan.

Smits: Kan de evaluatie uitgebreider dan dat er nu staat (aantal deelnemers)?

Brinksma: Jazeker, ik zou willen meenemen hoeveel inspanning hier vanuit de UT mee gemoeid is en in hoeverre we ook op basis van deze ervaringsrapporten van studenten ook inzicht hebben in de rechtvaardigheid van de toegekende erkenningen.

Voorzitter: De evaluatiecriteria moeten van tevoren worden vastgesteld.

Brinksma: Ik weet dat dit een strijdpunt is tussen de methodologen en mijzelf. Dit doe je als je heel precies wilt worden, echter dan kun je heel lang praten over de vaststelling van de criteria. Dus zoeken we een middenweg: aantallen, efficiëntie, en de mate van reële inspanning. Mocht blijken dat we hier het komend studiejaar niet mee aankunnen, dan wil ik de meetinstrumenten fijnslijpen.


Van Alsté: De samenstelling van de beoordelingscommissie verontrust mij. Ik vind het van de gekke dat de Rector Magnificus verslagen van studenten gaat beoordelen, en dan nog ondersteund door de directeur S&O en een SU-bestuurder. Het kan niet door de portier, maar dit is wat overdreven. De Rector moet zich niet bezig houden met dit soort banaliteiten.

Voorzitter: Het kan dus gebeuren dat een SU-bestuurder over zichzelf moet oordelen.

Brinksma: Dat wordt opgelost (het beoordelen van een Unionbestuurder door zichzelf, not.). Ik vind het hartverwarmend dat men zich zorgen maakt over mijn tijdbesteding. Echter ik heb mogelijkheden om anderen te betrekken bij de uitvoering van mijn taak. Maar ik vind de symboolwerking belangrijk. Ik ben trots dat wij een Student Union hebben die op dit niveau professioneel opereert. Ik heb maandelijks overleg met de Student Union over niet-triviale punten. Ik zie dit niet als een wezenlijke verzwaring, en als het de spuigaten uitloopt zullen we kijken hoe we dit oplossen.

Van Alsté: Ik vind het belachelijk.


Prins: De erkenning heeft als doel het activisme bij studenten te vergroten die nog niet actief zijn. Denkt u dit werkelijk?

Brinksma: Ja, maar dit is slechts een onderdeel van een hele rij overwegingen om actief te worden. Dit kan een bijdrage leveren.

Prins: Dan zou ik het doel van de erkenning veranderen.

Voorzitter: Laten we dan voorstellen dat dit in de evaluatie wordt meegenomen; zijn meer mensen actief geworden?


10:47 schorsing van de vergadering voor de fotosessie

11:00 heropening van de vergadering, Jann van Benthem en Sandra Hackurtz hebben de vergadering verlaten


10. Jaarverslag UTSP

Flierman: Er is geen toelichting nodig, dit verslag is gelukkig eerder beschikbaar dan het vorige.

Voorzitter: Dit is in algemene zin nogal een adhoc jaarverslag. Ik mis de volgende zaken: wat wil je met UTSP, zijn de doelen bereikt, etc.?

Er is een bedrag van k€ 140 niet besteed in het verslagjaar, en dan met name de UT-beurzen; hoe komt dit?

Flierman: Het College is het met de observatie van een summier jaarverslag eens. Alleen moet je geen beleidsevaluatie in dit jaarverslag verwachten. Dit jaarverslag is bedoeld om te controleren of er geen geld aan de strijkstok is blijven hangen. Ik zeg toe dat de volgende keer ongeveer een half A4 met uiteenzetting van het beleid onderdeel uitmaakt van het verslag. Een nota internationalisering is in voorbereiding.

Hoe komt het dat juist in het UT-deel beurzen overblijven? Dat wordt speculeren voor mij nu. Het zou kunnen zijn dat Shell-beurzen, NUFFIC-beurzen e.d. een grotere bekendheid hebben. Daarnaast komt het wel eens voor dat we een beurs toekennen, maar als de student uit meerdere toegekende beurzen kan kiezen mogen we blij zijn als de student naar Twente wil komen.


Leoné: Op pagina 3 staat een tabel met doelstellingen. Er staat dat de ambitieuze doelstelling van 150-200 bereikt is, terwijl de realisatie 142 is. Zien jullie dit werkelijk zo?

Flierman: Daar moet je inderdaad uit afleiden dat we in de buurt van de ondergrens zitten. Dat is inderdaad een lichtelijk overdreven formulering.

Van Alsté: Hoeveel is door extern betaald?

Flierman: We willen om te beginnen masterstudenten hebben. Door wie dat betaald wordt, maakt ons niet zoveel uit. Naast de totaalgroei, streven we ook een groei van het UT-beurzenfonds na.


Veenendaal: Pagina 3, staatje met internationale masterstudenten: Het aantal masterstudenten verschilt twee met wat op de website “feiten & cijfers” vermeld is. Algemeen punt: het gaat niet goed met de administratie.

Flierman: Dit houdt nog wel eens verband met het administreren vanuit verschillende invalshoeken.


11. Evaluatiecriteria pilot BSA-herziene versie

Veenendaal: Er zijn verbeteringen aangebracht. Het valt op dat een hoofddoelstelling in een bijzin vermeld staat. De UR zit niet te wachten op een complete vragenlijst, maar wil wel weten waar naar gekeken wordt om te bepalen of de doelstellingen bereikt worden. Ofwel: wanneer besluit het CvB dat de pilots doorgaan?

Brinksma: Inderdaad hebben we een herhalende discussie hier (zie activisme-erkenning). De vraag is: hoe krijgen we studenten op de juiste plek? Ik vind het juist dat de Raad mij achter de vodden zit om zo precies mogelijk te zijn. Echter omtrent dit dossier gebeurt van alles om ons heen. Ik wil niet vastlopen in strak geoperationaliseerde criteria. Mocht bijvoorbeeld blijken dat wij in Nederland straks de enige zonder BSA zijn, dan kan dat een belangrijk criterium worden in bijvoorbeeld een Elsevier Keuzegids. Ik heb het liever over de ware intenties die wij hier hebben, we zitten nu in een te vroeg stadium om precieze criteria vast te stellen. De vorige keer ben ik erin meegegaan om ook de rest van het cohort te bevragen. Doel is dat het BSA een substantiële verbetering moet geven.

Ter informatie: uit een nota die ik jullie zal toesturen blijkt dat wij landelijk onderaan bungelen in de uitval van studenten die nog na twee jaar besluiten hun propedeuse niet af te maken. Ik ben nogal geschrokken van deze cijfers, hier wil ik wat aan doen. We moeten studenten een context aanbieden waarin ze bewust met hun studie bezig zijn.

Ik begrijp het statement van de UR, we moeten deugdelijk evalueren maar ik houd het nu graag bij de voorgestelde evaluatie.


Veenendaal: Wij willen het niet zo precies mogelijk, maar zo helder mogelijk van tevoren. De hoofddoelstelling is inderdaad de juiste mensen op de juiste plek, daar staat de Raad achter. Maar we kunnen wellicht eens in een andere setting praten over de vormgeving van de indicatoren.

Brinksma: Die toezegging heeft u. Wij zijn partners in het vaststellen van de geslaagdheid van BSA. Er komt de komende twee jaar nog veel informatie bij, dus houd ik het hier nu even bij.


Van Alsté: Een losse flodder: de wijze waarop wij het activisme propageren vertraagt de studie. Activisme alleen op studiegebied graag.

Voorzitter: Je gooit nu een steen in de vijver, laten we dit op een ander moment bespreken in de breedte.


12. Budgetrapportages t/m juni

Voorzitter: We hebben dit op de agenda laten staan omdat we dit belangrijk vinden. De stukken zelf hebben we te kort van tevoren gekregen voor verspreiding onder de leden. Maar informatieve vragen kunnen nu worden gesteld, de behandeling komt de volgende keer terug.

Van Alsté: Zitten wij op track gezien de begroting?

Van Ast: Rond september is de prognose van het lopende jaar vrij goed te maken. In het voorjaar is dit moeilijker, maar de rapportage mei gaf aanleiding voor een extra rapportage in juni. De lopende exploitatie wijkt in negatieve zin af van de begroting, een aantal miljoenen. Deze afwijking is geconcentreerd rond CTW en GW, ieder vertoont een miljoen lager resultaat. En bij de directie S&C zien we dit wegens tijdelijke kosten en projecten. Zo zijn we met de stofkam er doorheen gegaan, de details zullen we de volgende keer bespreken. We hebben te maken met stijgende arbeidskosten (pensioenpremies en WW-premies; M€ 4-5 verzwaring). En we hebben last van de sterk gedaalde variabele rente; we rekenen met 4% en de rente is iets meer dan 1 %. Via de SWAPs betalen we het verschil voor het bedrag dat nog niet opgenomen is; dat kost M€ 2.

Wij zijn er uiteraard op uit om het resultaat richting begroting te krijgen en zitten hier meer bovenop dat in het verleden.


13. Twente Technology Fund

Van Ast: De reden voor dit voorstel is dat we denken dat er meer nodig is in het bevorderen van ondernemerschap en het effectueren ervan. We zien dat andere universiteiten dit ook doen. Er zit risico aan. Dit is wel de manier om risicogeld van particulieren (seed money) naar ons toe te trekken. We vinden dat we dit moeten doen om onze start-ups en onderzoek te stimuleren. We werken samen met de Participatiemaatschappij Oost Nederland (PPM Oost). We gaan het fonds niet zelf beheren. We hebben in onze liquiditeitsplanning hiermee al rekening gehouden, en ook in de inhuizing van Carré.

Van Alsté: Er vindt een belangrijke koerswijziging plaats; in plaats van kennis of leningen wil de UT nu als aandeelhouder gaan participeren. Wat maakt nu dat wij als universiteit meer verstand hebben van ondernemerschap dat wij marktpartijen over de streep moeten trekken? Het zou andersom moeten zijn, participatie als aandeelhouders is niet onze core business. Er is een zeer reëel risico om de volledige investering kwijt te raken. De Raad wil negatief adviseren.

Voorzitter: Correctie: de kans bestaat dat niet de hele raad achter een negatief advies staat.

Van Ast: Dat is een teleurstellend geluid. Ik kan me iets bij het standpunt voorstellen als we zomaar zouden participeren. Nogmaals, wij willen mensen over de streep halen om te investeren in Twente. Men wil onze participatie.

Onze derde opdracht is wel valorisatie. Wij zijn niet de ondernemers, maar wel ondernemend en op deze manier blijven we hierin bezig. Wij zijn niet uit op slechts aandelen, wij zijn uit op betrokkenheid, dat er ook informatie kan worden betrokken uit de betrokken vakgroepen. Het zal ook helpen de werkgelegenheid in Twente te stimuleren. Als er voldoende deelname is van particulieren willen we dit doen.

Voorzitter: De vergadering wordt voor vijf minuten geschorst. (11:36)


11:42 de vergadering wordt heropend. De voorzitter doet een rondje fracties.

CC (Pouw): Kort samengevat: wij vinden dat de UT ondernemend is, maar dat wil niet zeggen dat van alles moet worden gedaan. Wij vinden dit niet de core business, en er moet geld worden geleend. Ten derde is er nog de hele onzekerheid rond de financiële situatie van de UT. Negatief advies.

UReka (Verberkt): Wij delen de zorg omtrent geleend geld. Aan de andere kant achten wij de regeling van dusdanig belang voor de ondernemendheid. Als van een solide toelatingsregeling kan worden uitgegaan, kunnen wij positief adviseren.

Pro-UT (Van Alsté): Geen goed idee, wij sluiten ons aan bij CC.

PvdUT (Smits): Transparantie moet gewaarborgd worden, advies positief.

Lijst Chairman (Lagendijk): Ik sluit me aan bij UReka en PvdUT, ik adviseer positief. Ik vind het belangrijk dat het geld gaat naar oud-studenten van de UT en dat we een regio-functie hebben. Ik deel wel de zorgen, een goede evaluatie is belangrijk.


Voorzitter: Ik constateer verdeeldheid, we gaan stemmen of dat we a) ongevraagd advies gaan geven en of dat b) positief dan wel negatief is.

a) Negen leden stemmen voor ongevraagd advies, dus gaan we over tot een ongevraagd advies.

b) Zeven leden voor positief ongevraagd advies, vijf leden tegen en één lid stemt blanco, dus wordt een positief ongevraagd advies gegeven.

Het ongevraagde advies wordt nog samengesteld, en hierin wordt aandacht gegeven aan de evaluatiecriteria.


Van Ast: Ik denk dat we hier nog eens goed verder over moeten praten. Laat duidelijk zijn dat we in eigen bedrijven investeren. Ik ben verheugd over het positieve advies. Wij zullen als organisatie niet alleen afgestudeerden moeten aanleveren, maar breder denken. Wij moeten betrokken zijn bij de maatschappij, we moeten wat terug doen. Ik kom graag terug op de concrete zorgpunten, er gebeurt niets geheimzinnigs en deskundigen zullen een en ander doen.


14. Voortgang Route ’14

Flierman: In het UMT is voor de vakantie de stand van zaken besproken. De Graduate School ligt goed op schema, er gaat een tweede ronde voorstellen de deur uit.

HRM leidt tot een notitie hooglerarenbeleid.

Huisstijl: behoeft geen verdere toelichting. Ik ben verwikkeld in een mailwisseling met iemand die het niet mooi vindt; smaken verschillen.

Een aantal projectgroepen is ‘klaar’, dit moet door de bestaande organisatie worden opgepakt.

Brinksma: De Graduate School ontvangt nieuwe voorstellen. In verband met de verplichting van NWO om de bezuinigde honderd miljoen terug te bezorgen geeft NWO inzicht in de planning. Daaruit blijkt dat Twente het zeer ruim boven gemiddeld doet. We halen per fte het meeste geld binnen. In zekere zin moeten we bij de Graduate School de promotieplaatsen garanderen, dat ziet er rooskleurig uit.

Rond de master en bachelor loopt een en ander, dit komt hier nog terug inclusief de stand van zaken rond de schools.

Verberkt: Komt er een evaluatie rondom het branding project? Niet zozeer omtrent esthetische aspecten, maar omtrent doel en kosten/baten.

Flierman: Ik zou dit graag verbinden aan de discussie die jullie hebben binnenkort met Stephan van Kuik over de instroom. Dat is natuurlijk niet het enige, maar wel een belangrijk onderdeel.



15. Voortgang 3TU proces

Flierman: Er is niet zo heel veel te berichten. De ontwikkelingsvisie 2009-2012 zal dezer dagen openbaar worden.

We zijn met de minister in gesprek over zijn bijdrage aan 3TU. Voor zover wij weten zal in de Miljoenennota nog steeds geld gereserveerd staan. Intern loopt een gesprek over de toekomst: verder dan een federatie? Momenteel werken wij aan een vervolgvoorstel dat een interessant en uitdagend vervolg oplevert.


16. Schriftelijke rondvragen

Promovendi

Veenendaal: De UT werkt mee aan de introductie van beurspromovendi, klopt dat?

Flierman: Ik zal een samenhangend antwoord geven op alle vragen die op papier zijn gesteld.

Veenendaal: Wat is de insteek van de UT met betrekking tot de verkenning van beurspromovendi, hoe past dit met eerder gemaakte afspraken waarin is vastgelegd dat een promovendus een medewerker is? Er was een uitspraak van de kantonrechter met betrekking tot de Rijksuniversiteit Groningen (RuG), is deze bekend? Wat zijn de gevolgen?

Flierman: Ik wil nogmaals bevestigen dat we ons houden aan het beleid zoals afgesproken met de UR. Zolang wij aio-plaatsen hebben streven we naar opvulling ervan. Maar diegenen met een beurs van een buitenlandse of Nederlandse overheid willen we geen strobreed in de weg leggen.

Op landelijk niveau is nogal wat aan de hand: de RuG staat bij de rechter, de belastingdienst intervenieert, in de Tweede Kamer vindt men dat alle promovendi werknemer moeten zijn. De minister lijkt daar soms in mee te gaan en heeft de sector (VSNU) opgeroepen zelf een voorstel te maken. Aan de andere kant is hij ook erg enthousiast over de Graduate School; hij lijkt op twee gedachten te hinken. Dat is het spectrum. Ik ben binnen de VSNU betrokken, en ben een gesprek met onder andere Groningen begonnen met onze UT-inzet. Groningen dacht hier toen anders over.

Met het departement hebben we het hierover; probleem is wel dat als we geen beurspromovendi accepteren we ons internationaal buitensluiten. Er is nog overleg gaande over een oplossing, maar dat doet niets af aan het UT-standpunt.


Over de RuG: de uitspraak slaat op mensen die een beurs van de universiteit zelf hebben gekregen. Echter een extreme uitleg van de uitspraak zou gevolgen kunnen hebben, maar niet voor de UT.


Veenendaal: Helder, dankuwel.


Instelling werkgroep verbetering kwaliteit en efficiency ondersteunende processen

Voorzitter: Wat is nu de samenhang met Efficiënte, Moderne Bedrijfsvoering (EMB)? De evaluatie moet nog komen, en nu is er een tussentijdse commissie.

Van Ast: De evaluatie EMB is bijna voorbereid, deze komt een volgende cyclus aan de orde.

Deze universiteit heeft te maken met teruglopend onderzoeksgeld in de toekomst. We moeten ons realiseren dat we aan onze maximale capaciteit geraakt zijn. We maken ons zorgen over toekomstige acties van de Rijksoverheid. Je moet dit zien als een vervolg op EMB, om verder te kijken.

Voorzitter: Wanneer krijgen wij resultaten hiervan te zien?

Van Ast: Er is een werkgroep ingericht onder leiding van Joyce Berger (directeur FEZ), Jan Emmerzaal (zakelijk directeur van IMPACT) en Martin van Aken (directeur bedrijfsvoering TNW). We kunnen hun rapportage ter informatie aan de UR ter beschikking stellen. En uiteraard zullen we bij eventuele voorstellen die raken aan de taken van de UR deze voorleggen.

Van Alsté: Heb ik het goed begrepen dat het managementteam gewoon gevraagd heeft: “kan de ondersteuning wat goedkoper?”

Van Ast: Dat zit zeker in het denken erachter, en er zijn mensen die daar ongenuanceerd over spreken. We gaan het nu niet zo doen als de vorige keer toen het CvB het bedacht heeft, maar laten de plannen nu uit de organisatie komen.


Rondvraag

Prins: Volgende week dinsdag is de constitutieborrel van UReka in de foyer van het Theatercafé, om 16:30, iedereen is van harte welkom.


Franken: Is er een overzicht met de aantallen BKO en SKO?

Flierman: Ja, we zullen dit geven.


Leoné: We hebben om een toezegging gevraagd dat in het standaardcurriculum geen colleges ’s avonds zullen worden ingeroosterd. Bij Industrieel Ontwerpen is dit voor een vak wel het geval, hoe is dit gekomen?

Brinksma: Die toezegging is gedaan voor mijn tijd, maar ik wil niets af doen aan de bestuurlijke continuïteit. Dit heeft te maken met een overmachtsituatie van een vak, dit is de enige oplossing. We willen hier niet tegen de toezegging ingaan. Om de groepsgrootte te beperken bij het vak “Schetsen en concepttekenen” en dus de onderwijskwaliteit te waarborgen is één groep ’s avonds verroosterd. Er is geloot, en tegen de loting kon bezwaar worden aangetekend, dat hebben twee eerstejaars gedaan. We doen er alles aan om maatwerk te leveren, gezien de omstandigheden denk ik dat we deze uitzondering maar moeten accepteren.

Flierman: De toezegging luidt net iets anders. “Je moet als student in beginsel in staat zijn om het curriculum tussen acht uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds te volgen. “ Dat wil zeggen dat sommige minoren en dergelijke ’s avonds kunnen worden verroosterd.

Leoné: Ik ben blij met de reactie.

Voorzitter: Een minor is een standaardonderdeel van het curriculum.

Flierman: Maar we hebben het dan over hele specifieke minoren, die door mensen van buiten worden verzorgd.

Voorzitter: We hebben volgens mij gezegd dat je in staat moet zijn een curriculum te volgen overdag, alleen heb je dan niet altijd de volle keuze.

Flierman: Exact!


Leoné: Wat is de mening van het CvB omtrent het geschil tussen de Centrale Bewondersraad en De Veste?

Van Ast: Ik wil nu wel eens weten wat hier nu echt speelt; als het zover gaat schort er dan iets aan de communicatie of is er echt iets? Susanne Wichman van S&O kijkt er nu naar. Het is wel moeilijk omdat we het beheer uit handen hebben gegeven. Maar het zijn wel onze studenten en onze campus.


Van Alsté: Het vliegveld: als dit door gaat zetten zit er een aanzienlijke milieubelasting voor de campus aan te komen. Is dit zo; treffen we al voorzieningen hiervoor? Is het misschien handig om actief tegen het vliegveld te zijn?

Van Ast: Nee, wij treffen geen reserveringen. Bovendien zou ik de rekening willen sturen naar de veroorzaker.

Flierman: Wij zien geen aanleiding onze neutrale stellingname te wijzigen. Los van de milieubelasting. We constateren dat de regio ernstig verdeeld is en heb geen zin positie te kiezen, daarvoor is het voor ons niet belangrijk genoeg.


Van Alsté: Ik hoor dat erg veel geïnvesteerd wordt in controlling (elke faculteit heeft een controller en informatiespecialist). De bureaucratie lijkt toe te nemen. De macht binnen het College lijkt te verschuiven van rector naar voorzitter (zie ook NRC Handelsblad 2-9-2009, ingezonden brief van Jos de Beus e.a.).

Van Ast: Dit wordt meegenomen in genoemde commissie.


Smits: Komen in de internationaliseringsnota concrete plannen terug voor uitgaande studenten?

Flierman: Hier durf ik nog geen toezeggingen over te doen. Zeker is dat internationalisering uit twee componenten bestaat: hierheen en hiervandaan.


Bloemen: Vanaf september 2010 wordt het moeilijker om een tweede studie te gaan volgen door een wetswijziging.

Brinksma: Ik heb de minister zelf hieraan herinnerd op de opening academisch jaar. Als er wettelijke kaders komen moeten wij ons daar aan houden. De manier waarop wij dat mee kunnen nemen heeft iets te maken met een grijs gebied. Maar als de studies tijdsvolgordelijk zijn kunnen we daar weinig aan doen. We proberen wat te doen voor de student binnen de wet. Ik kom er nog een keer op terug.


Veenendaal: Parkeerovereenkomst UT-FC Twente: ik zag bordjes staan op de Hengelosestraat, echter de overeenkomst zou geëvalueerd worden. Is dat wel gebeurd?

Van Ast: Hier wordt momenteel over gesproken.


Voorzitter: In de Volkskrant van afgelopen dinsdag stond dat de universiteiten nog jaren kunnen wachten op miljoenen. Moeten wij wachten?

Van Ast: Ja. Ons probleem is M€ 8 tekort. De minister heeft geen budget. Met ingang van 2011 wordt het over 14 jaar gespreid.


Voorzitter: De Auke Vleerstraat zou voor anderhalf jaar dicht gaan en de brug over het kanaal wordt vervangen . Welke gevolgen heeft dat voor ons?

Van Ast: Er is ons niets bekend.

Flierman: De gemeenteraad meldt dat dit nog een eeuwigheid duurt omdat er geen budget voor is.


18. Sluiting

De voorzitter sluit om 12:35 uur de vergadering.