Verslag interne 2008-06-18

logo Universiteitsraad UT

universiteitsraad

Griffie

Spiegel – kamer 300



Uw kenmerk


Telefoon

053 - 489 2027

Ons kenmerk

UR 08-255

Fax


Datum

26 juni 2008

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl

Verslag interne vergadering d.d. 18 juni 2008

Vastgesteld 2008-09-03



Aanwezig: CC: G. Brinkman, L. Ferreira Pires, J. Hoogerdijk, J. Lodewijks, D. Meijer (vz), N. Poorthuis, H. Wormeester

UReka: W. Koet, R. Landheer, P. Vernooij, T. Ziehmer

Griffie: J. Ribberink, M. Peijster (verslag)

Afwezig: H. Becht, F. Houweling, B. Pol, H. Poorthuis, H. Terpoorten, E. Vogelzang, (allen m.k.)



1. Opening 09.05uur

De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Aan de agenda wordt agendapunt Financiële regelingen toegevoegd onder punt 14a.


2. Mededelingen

- Er spelen diverse zaken rondom de Raad van Toezicht. Verlenging lidmaatschap, benoeming nieuw lid en voorzitterschap. Gevraagd wordt om eventuele vragen de we hebben per mail richting Dick Meijer te zenden, dan hoeven we geen vooroverleg te houden. Pieter Vernooij vraagt of dit vooroverleg er wel zou kunnen zijn, bijvoorbeeld 15 minuten voorafgaand aan de vergadering? Dit is akkoord.

- Gevraagd wordt of er nog vragen of opmerkingen naar aanleiding van het verslag van de presidiumvergadering zijn? Er zijn geen reacties.

- Er zal vanmiddag een formatieoverleg voor de nieuwe Raad plaatsvinden. Hierbij zullen uit alle partijen afgevaardigden aanwezig zijn.


3. Verslag vergadering 26-03-2008 (UR 08-103)

Tekstueel. Vanaf punt 12 klopt de nummering van de punten niet meer. Dit zal worden aangepast. Het verslag wordt met inachtneming van bovenstaande wijziging vastgesteld.

N.a.v. Gevraagd wordt naar het overleg met het college dat vandaag (18-06-2008) zou plaatsvinden. Dick Meijer geeft aan dat het college deze vergadering heeft afgezegd.


4. Ingekomen Post (UR 08-086)

Jaarverslag geschillencommissie onderwijs. Dit jaarverslag kun je inzien bij Jacqueline Ribberink


5. Actiepuntenlijst bijgewerkt t/m 07-05-2008 (UR 08-036)

In de commissie wordt deze lijst besproken; de eventuele opmerkingen moeten naar Jacqueline Ribberink.


6. Reorganisatiecode (UR 08-220)

Dick Meijer vraagt of de in de commissievergadering gedane toezeggingen in deze nieuwe versie gewijzigd zijn. Jacqueline Ribberink geeft aan dat dit gebeurd is.

Dick Meijer zal een positief besluit opstellen. Hij zal Herman Poorthuis of Frans Houweling vragen om woordvoerder te zijn tijdens de overlegvergadering.


7. Reorganisatie Inkoop (UR 08-215, 08-106, 08-156, 08-157, 08-203, 08-214)

De voorzitter geeft aan dat er een concept advies geformuleerd is. Hij merkt echter op dat de personeelsgeleding hierover moet instemmen en de studentengeleding advies moet geven. Er zou eventueel ook een zin als "de studentengeleding is het eens met het geformuleerde instemmingsbesluit" opgenomen kunnen worden. De schuin gedrukte toezeggingen uit de commissievergadering moeten nog officieel vastgelegd worden, daarom zijn ze in het besluit opgenomen.

Dick Meijer meldt dat bij de FR van EWI dit onderwerp nogmaals op de agenda staat, aangevuld met informatie en nadere uitleg. Een nieuw advies hierover volgt evt.

Dick Meijer zal de conceptbrief wijzigen en Herman Poorthuis is woordvoerder.


8. Nieuwe Opleidingen

8a. Medische Psychologie (UR 08-195)

De voorzitter geeft aan dat gistermiddag nog een nieuw stuk ontvangen is (UR 08-242).

Pieter Vernooij meldt dat de vragen die de commissie OOS had nog onvoldoende beantwoord zijn. Herbert Wormeester geeft aan dat hij de financiële kant heeft bekeken. Het financiële kader is niet juist. Volgens de berekeningen zal er een tekort van € 19.000 per student zijn. De kosten worden gedeeltelijk door de faculteit en door IBR opgebracht maar in het uiterste geval is er een maximum tekort van 1 miljoen. Hij zal dit punt met de Faculteitsraad van GW bespreken. Wouter Koet geeft aan dat er onvoldoende financieel inzicht over dit punt binnen de Faculteitsraad is. Op dit moment zou hij een negatief advies geven omdat deze opleiding een grote financiële aanslag voor de faculteit en instituut is. Hoogerdijk geeft aan dat ook gekeken moet worden naar hoe groot de groep is die profijt zal hebben van deze opleiding en dat dit tegen de kosten afgewogen moet worden. Wouter Koet merkt op dat gedeeltes van de bijgevoegde informatie al drie jaar oud zijn. Tevens worden er onderzoeksgegevens uit Engeland en de VS gepresenteerd die niets met de UT situatie te maken hebben. Dit geeft hem een raar gevoel. Dick Meijer vraagt Wouter Koet of hij de zojuist gemaakte opmerkingen ook tijdens de overlegvergadering wil verwoorden. Jan Lodewijks vraagt nog hoe het staat met het nastreven van de BIG-registratie.

De voorzitter concludeert dat de status van dit voorstel nog niet akkoord is. Er zullen nog diverse onderdelen duidelijk moeten worden gemaakt. Hij vraagt wie het conceptbesluit zal aanpassen. Wouter Koet en Jan Lodewijks zullen dit doen. Pieter Vernooij vraagt of er nog extra overleg nodig is voorafgaand aan de overlegvergadering. Hij zal dit regelen in overleg met Rob van Dijk. Daarna zal het definitieve conceptbesluit geformuleerd worden.


8b. Post-initiële opleiding IMBA (UR 08-206)

Pieter Vernooij geeft aan dat de opleiding al een tijdje loopt maar nog niet geaccrediteerd is. De financiële kant is akkoord. Er is een antwoord op de vragen uit de commissievergadering ontvangen van het college. Joris Hoogerdijk merkt op dat hij zijn zorg wil uiten over de inzet van medewerkers hiervoor terwijl in het algemeen vacatures moeilijk te vervullen zijn. Hij zal dit mondeling toelichten tijdens de vergadering.

Dick Meijer geeft aan dat de toezeggingen al in de commissievergadering gedaan zijn. De conceptbrief kan ongewijzigd uit. Jacqueline Ribberink zal dit afhandelen.


9. Opheffen bacheloropleiding Telematica (UR 08-204)

Herbert Wormeester merkt op dat dit de eerste opleiding ooit is die op de UT opgeheven gaat worden. Dit verzoek is nogal miniem. Hij vindt dat de URaad zich niet moet laten afschepen met “een kattebelletje”. Meijer merkt op dat er puntsgewijs aangegeven zou moeten worden wat de doelen waren en de verwachtingspatronen van de opleiding, waarom de opleiding niet meer liep. Deze punten moeten in het besluit verwoord worden. Opgemerkt wordt dat de UT zelf de opleiding kapot heeft gemaakt. Al enige tijd wordt namelijk bij de communicatie over de opleiding opgemerkt dat de opleiding niet meer bestaat. Hierdoor melden zich natuurlijk geen studenten meer aan. Wanneer dan vanuit EWI gemeld wordt dat de opleiding niet meer loopt is dit logisch. Er zou een evaluatie uitgevoerd moeten worden. Dit mag eigenlijk niet alleen gedaan worden door EWI maar er zou ook een externe partij bij betrokken moeten worden. Deze punten worden nu in de overlegvergadering besproken maar moeten ook besproken worden met de Faculteitsraad van EWI. Wouter Koet gaat dit doen. Herbert Wormeester zou ook graag tijdig informatie willen over de afloop van de financiering.

Nelleke Poorthuis stelt de brief en het besluit op en is woordvoerder.


10. Instellingskwaliteitszorgsysteem (UR 08-205)

Het CvB hecht grote waarde aan het invoeren van een breder instellingskwaliteitszorgsysteem. Men heeft een kritische houding hierin. Opgemerkt wordt dat deze manier van kwaliteitszorg wel heel intensief wordt en misschien overbodig is. Aangegeven wordt dat de review in de jaarlijkse P&C-cyclus ingebouwd zou moet worden. Gemeld is dat het college hiervoor voorwaarden gaat formuleren maar nu nog niet. Pieter Vernooij merkt op dat dit punt eigenlijk niet genoeg besproken is in de commissievergadering. Er zijn nog veel vragen niet of onvoldoende besproken en beantwoord. De voorzitter vraagt of de fracties nog punten hebben.

Vanuit de CC-fractie wordt gevraagd wat het UCO advies hierover zegt. Is dit positief? Men geeft aan dat er beter een facultair IKS kan komen waarin de kwaliteitsborging goed is. Deze manier van kwaliteitszorg, elke drie jaar, is veel werk.

UReka merkt op positief tegenover meer aandacht voor beter onderwijs te staan. Bij deze plannen gaat men uit van kwaliteitszorg binnen de opleiding/faculteit, niet van een centraal systeem. Dit is niet goed. Accreditatie van de opleiding met na drie jaar een review zou goed kunnen zijn voor de opleidingen. Vooral indien er kritiekpunten bij de accreditatie waren. Opgemerkt wordt dat het niet alleen gaat om opleidingen waar kritiekpunten zijn, maar ook voor opleidingen die goed gaan. Juist deze opleidingen vinden dat ze geen reden tot aanpassingen hebben. Dit is niet goed.

Het gaat hier om een stukje kwaliteitstoetsing en –beoordeling. Hoe faciliteer je faculteiten hierin jaarlijks? Opgemerkt wordt dat dit stuk over het verbeteren van het accreditatieproces gaat. Het onderwijs verbetert hierdoor niet, alleen het systeem om dit te controleren.

De voorzitter merkt op dat hierover nog veel discussie nodig is. Enkele vragen die hij hieruit kan stellen zijn: 1) is deze notitie ook het kader voor het facultaire kwaliteitszorgsysteem? 2) Wil je een gemeenschappelijk / centraal kader onderwijszorgsysteem? 3) op welke manier wordt hierbij de medezeggenschap geraadpleegd? Dit kan niet alleen via de behandeling van de P&C cyclus. 4) Er wordt informatie gemist vanuit de UCO. Gevraagd moet worden naar een UCO advies.

Op dit moment zouden we nog geen besluitvorming hierover moeten geven omdat er nog te veel vragen leven en onvoldoende informatie beschikbaar is.

Joris Hoogerdijk stelt een conceptbrief op met hierin de zojuist besproken punten. Hij is ook woordvoerder.


11. Inschrijvingsregeling UT (UR 08-169)

Pieter Vernooij geeft aan dat hetgeen in de conceptbrief is aangegeven vooraf besproken is in de commissievergadering. Er zijn geen opmerkingen over de conceptbrief, deze is akkoord en kan uit.

Pieter Vernooij is woordvoerder.


12. Raamovereenkomst Saxion – UT (UR 08-170)

Pieter Vernooij merkt op dat diverse zaken nu duidelijk verwoord worden voor wat betreft de diverse faciliteiten. De conceptbrief is akkoord en kan verzonden worden.

Pieter Vernooij is woordvoerder.


13. Jaarcirkel 3TU (UR 08-196)

Pieter Vernooij merkt op dat dit onderwerp nog niet in 3TU verband is afgestemd. Het belangrijkste punt is het onderdeel hertentamens. Gevraagd wordt deze tentamens voor de introductieperiode te plannen. Gevraagd wordt de term haalbaarheidsonderzoek anders te formuleren, op deze manier wordt het nogal vrijblijvend gevonden. Dick Meijer merkt op dat de hertentamens niet begin augustus gepland zouden moeten worden omdat dit midden in de vakantie voor de medewerkers valt. Misschien is het mogelijk de tentamens zo te plannen dat ze in de week voorafgaand aan de introductie plaats vinden.

Pieter Vernooij wijzigt de brief vooral qua formulering. Hij of Evelien Vogelzang is woordvoerder.


14. Sports@UT (UR 08-194)

In het commissieverslag staat beschreven dat voorgesteld wordt dit onderwerp niet in de komende overlegvergadering te bespreken maar pas na de zomervakantie. Er zijn nog bijzonder veel vragen hierover die nog niet besproken zijn. De andere leden zijn akkoord.

Opgemerkt wordt dat S&O de opdracht heeft gekregen bepaalde onderdelen van dit plan al wel te gaan uitvoeren. Het college moet gevraagd worden naar de status van dit stuk. Dit kan ook als rondvraagpunt. Pieter Vernooij maakt hiervoor de tekst.


14a Financiële regelingen UT: Ravis Regeling en Topsportregeling (UR 08-207)

Wouter Koet geeft aan dat de Ravis regeling akkoord is. Gevraagd wordt de Topcultuurregeling te mandateren aan de WAR. Aangegeven wordt dat dit initiatief voor de Topcultuurregeling ondersteund wordt maar dat een definitief tekstvoorstel afgewacht wordt voordat hierover geoordeeld gaat worden. Tevens staan enkele leden niet achter het overdragen van bevoegdheden aan de WAR. De voorzitter merkt op dat het antwoord van de URaad ook in één brief verwoord moet worden. De conceptbrief wordt aangepast door Wouter Koet. Hij is tevens woordvoerder.


15. Ontwerpnota Kaderstelling Jaarplan en Begroting 2009 (UR 08-209, 08-156, 08-163)

Herbert Wormeester geeft aan dat de vragen uit de commissie FVA nog niet beantwoord zijn. Hij wil de antwoorden afwachten voordat hij een conceptbesluit gaat opstellen. Hij verwacht wel dat de antwoorden deze week nog toegezonden worden. Hij merkt op dat de volgende onderwerpen besproken moeten worden.

1. Hij vindt dat alle activiteiten die in 2009 plaats zullen gaan vinden ook duidelijk beschreven moeten staan in de begroting. Er moet worden aangegeven waarom het gebeurt, wanneer het gebeurt en wie de actor is.

2. De promotie premie, de teruggang van 4 naar 2 jaar. De faculteiten hebben nu veel eigen geld en zouden dus zelf hun probleem kunnen oplossen. Hij vindt echter dat het geld onvervreemdbaar moet worden doorgegeven en dat dit niet uit de facultaire reserves betaald mag worden.

3. Er zit een verschil in de eerstejaars tellingen uit het verdeelmodel en hetgeen door de minister bekostigd wordt. Er zou eventueel dubbele bekostiging kunnen voorkomen. Dit lijkt hem niet juist.

4. Faculteiten moeten met een onderwijsbegroting komen. De kosten voor bachelor- en master- opleidingen moeten duidelijk zichtbaar worden. Dan kan de bekostiging duidelijk gemaakt worden via het bekostigingsmodel.

5. Het UT verdeelmodel is een facultair verdeelmodel. Nog steeds is niet duidelijk wie bijvoorbeeld voor het onderwijs de zalen betaalt. Dit zijn decentrale kosten. Het zou centraal geregeld moeten worden, eventueel moeten dit soort kosten in de tarievenlijst opgenomen worden. Duidelijk moet worden wanneer iets centraal of decentraal betaald moet worden en wie dan betaalt (doorberekeningssystematiek).

Gevraagd wordt hoe het zit met de Centrale Stimulering. Hoeveel geld is nu nodig en hoe verhoudt dit zich tot de discussie hierover in het verdeelmodel dat 10% van de middelen voor centrale Stimulering bestemd is. Veel plannen worden nu namelijk uitgevoerd met facultaire gelden. Bijvoorbeeld nieuwe opleidingen.

De voorzitter merkt op dat een begroting wel toekomstgericht is. Het punt Onderzoekstimulering binnen een klein verdeelmodel zou een mooi discussiepunt voor de overlegvergadering kunnen zijn.

In het kader van de premiëring wordt opgemerkt dat blijkt dat de vakgroep nog steeds als business unit worden beschouwd. De UR vindt dat dit afgeschaft zou moeten worden, maar de werkelijkheid is anders. Binnen de faculteiten speelt nu een verfijning van het business unit model. Aangegeven wordt dat dit ligt aan de centrale kosten die "persoonlijk" doorberekend worden aan de vakgroepen. Zolang dit gebeurt moet de premiëring ook doorgesluisd worden. Dit wordt ook nog steeds vermeld in het verdeelmodel. De WD moet het geld rechtstreeks doorsluizen. Dit onderwerp moet wel gemeld worden aan het CvB. De koppeling beleid – financiën op zich is goed en moet uitgevoerd worden.


Herbert Wormeester geeft aan dat hij pas een conceptbrief/-advies zal schrijven nadat hij de antwoorden van het college heeft ontvangen. Gevraagd wordt of er nog een extra commissie FVA nodig zal zijn? Herbert Wormeester geeft aan dat indien dit noodzakelijk is hij deze vergadering zal organiseren.


16 Bespreking Algemene gang van zaken i.a.v. leden Raad van Toezicht

De Voorzitter merkt op dat er van de Raad van Toezicht twee leden aanwezig zullen zijn tijdens de vergadering. Dit zijn de heer Van Essen en de heer De Boer. Vanuit de RvT zijn er twee kwesties die men bespreken wil. De kwestie inzake het voorzitterschap UR. Afgesproken wordt dat Jan Lodewijks en Evelien Vogelzang eventuele vragen hierover zullen beantwoorden. Het tweede punt betreft het geschil. Dick Meijer zal hierover het woord voeren.


16a. Jaarverslag en financieel verslag 2007 (UR 08-177, 08-083, 08-076)

Herbert Wormeester zal vragen naar het oordeel van de RvT inzake het besluitvormingsproces van de Begroting en de goedkeuring van de RvT hierop. Dit naar aanleiding van de summier aangeleverde informatie aan de RvT hierover.


16b. Notitie voorlopige instroomcijfers UT 2008-2009 (UR 08-210)

Herbert Wormeester geeft aan dat over de onderwerpen studierendement, studentenactivisme en studie en Campus eventueel een vraag gesteld gaat worden.


16c. Voortgang "RoUTe 14"

Afgesproken is dat per fractie eventuele onderwerpen naar voren gebracht kunnen worden. Dick Meijer vraagt of er al iets op papier staat? Dit is niet het geval.

Tijdens het overleg kunnen onderwerpen door middel van een vraag of stelling naar voren gebracht worden. Gehoopt wordt op een spontane discussie met de RvT naar aanleiding hiervan.

De voorzitter geeft aan dat er voor de bespreking van de Algemene gang van zaken 1 uur en 15 minuten beschikbaar is. Afgesproken wordt per fractie, om en om discussiepunten in te brengen.


17. Voortgang 3TU proces

Geen opmerkingen.


18. Schriftelijke rondvraagpunten

Dick Meijer geeft aan dat in ieder geval Sports@UT als rondvraagpunt komt. Pieter Vernooij stelt hiervoor een tekst op. Zijn er nog meer punten?

Herbert Wormeester geeft aan het onderwerp inzake het aanpassen van de namen van opleidingen aan de CROHO namen te willen bespreken. Dit levert voor sommige opleidingen geen problemen op maar voor anderen lijkt de opleiding daardoor inhoudelijk te wijzigen. Tevens past het CvB deze opdracht van het ministerie niet consequent toe. Bijvoorbeeld voor Technische Geneeskunde wil ze de naam wel behouden. Dit is niet consequent ten opzichte van de andere opleidingen.

Nelleke Poorthuis wil een vraag stellen over de onderwerpen Calslaan en kamerzoekstop. Frits Lagendijk geeft een nadere toelichting hierover. Opgemerkt wordt dat de huisvesting op de Campus een van de positieve punten van de UT is. Dit “sellingpoint” kan door deze actie zeer negatief uitpakken voor de UT, wat al gemerkt wordt door ontvangen informatie hierover uit de faculteiten. Nelleke Poorthuis stelt de tekst op.


19. Rondvraag

Geen.

Afgesproken wordt de overlegvergadering vanwege het grote aantal punten om 13.00 uur te laten beginnen. Vooral om de punten Medische Psychologie en IMBA goed te kunnen bespreken.

Tevens verzoekt de voorzitter de conceptteksten zo spoedig mogelijk aan iedereen te mailen. De uiterste inlevertijd voor de definitieve teksten is donderdag 17.00 uur.


20. Sluiting De voorzitter sluit om 11.05 uur de vergadering.