10. Gemeenschappelijke regeling 3TU Masters

UR


Betreft: behandeling 3TU richtlijn gezamenlijke masters


Inmiddels zijn vier van de vijf gezamenlijke 3TU masters van start gegaan, de vijfde opleiding (Science Education and Communication) is recentelijk akkoord bevonden door OCW met betrekking tot de macro-doelmatigheid. Allen zijn ook in de UR vergadering behandeld.


Binnen de 3TU Graduate School zijn er diverse afspraken gemaakt die er onder andere voor zouden moeten zorgen dat er regelmatig tussen de 3 locaties wordt overlegd, dat er gezamenlijke aanmeldingsprocedures zijn en dat er eenduidige financiële regels bestaan. Daarnaast is er een gemeenschappelijke model Onderwijs- en Examenreglement (OER) opgesteld specifiek voor de 3TU masters om er voor te zorgen dat ook de inhoud van het curriculum op de 3 locaties een goede harmonie blijven vormen.


Toch blijkt het in de praktijk vaak lastig zijn om met name de organisatorische zaken eenduidig te regelen. De wet kent op dit moment niet de mogelijkheid om een gemeenschappelijke opleiding van meerdere universiteiten samen te hebben. Dit betekent dat er juridische “kunstgrepen” nodig zijn om toch al zo ver mogelijk in die richting te komen. Daarom heeft de 3TU Graduate School het initiatief genomen om diverse reeds in het sectorplan ‘Slagkracht in Innovatie’ benoemde en onderschreven uitgangspunten vorm te geven in een richtlijn aan de verantwoordelijke decanen op de drie locaties (conform artikel 9.5 WHW). De regeling is bedoeld om de randvoorwaarden te creëren voor de beoogde “gemeenschappelijkheid”.


Inhoudelijk komt de regeling eerst en vooral neer op een opsomming van zaken die de decanen moeten regelen voor de 3TU masters. Kijken we welke zaken de voor de 3TU masters verantwoordelijke decanen moeten regelen, dan resulteert dat in het volgende “boodschappenlijstje”:

1. vaststellen OER 3TU master in onderling overleg tussen de decanen van de drie locaties;

2. benoeming van een opleidingsdirecteur per locatie;

3. deze opleidingsdirecteuren onderling afstemming laten plegen en jaarlijks verslag laten uitbrengen;

4. uit het midden van de locale opleidingscommissie voor de 3TU master twee leden (een staflid en een student) aanwijzen die deelnemen aan een overkoepelende “opleidingscommissie” in 3TU-verband;

5. twee leden van de wetenschappelijke staf aanwijzen die participeren in een 3TU toelatingscommissie voor elke landelijke master;

6. uit het midden van de locale examencommissie voor de 3TU master twee leden aanwijzen die deelnemen aan een overkoepelende 3TU examencommissie;

7. een regeling voor onderlinge financiële verrekeningen opstellen.


Het college verzoekt u om bijgaande regeling (ter informatie) te behandelen in uw vergadering van 5 maart.


Namens CvB,



P. Binsbergen

CONCEPT


GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

ex artikel 8.1 WHW ten behoeve van 3TU masteropleidingen


Partijen:


de Technische Universiteit Delft, gevestigd te Delft, ten dezen vertegenwoor­digd door de heer ir. G.J. van Luijk, Voorzitter van het College van Bestuur,

de Technische Universiteit Eindhoven, gevestigd te Eindhoven, ten dezen vertegenwoor­digd door de heer ing. A.H. Lundqvist, Voorzitter van het College van Bestuur en

de Universiteit Twente, gevestigd te Enschede, ten dezen vertegenwoor­digd door de heer dr. A.H. Flierman, Voorzitter van het College van Bestuur.

Gelet op artikel 8.1, 9,5, 9.15, lid 1 sub a, e, en h van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)


Overwegende dat het van belang is dat de faculteitsbesturen/decanen van de faculteiten waarbinnen 3TU masteropleidingen worden verzorgd, zonder aantasting van hun wettelijke bevoegdheden, afspraken maken over in ieder geval de in deze gemeenschappelijke regeling genoemde onderwerpen,

Komen overeen:

een Gemeenschappelijke Regeling ex artikel 8.1 WHW te sluiten waarbij de faculteitsbesturen/decanen van de faculteiten van de drie technische universiteiten worden opgedragen ten behoeve van de 3TU masteropleidingen uitvoering te geven aan de volgende bepalingen:

Algemeen

art. 1 a. De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) de betekenis die deze wet hieraan geeft;

b. 3TU masteropleidingen: masteropleidingen die door de drie technische universiteiten gezamenlijk worden verzorgd.
c. decanen: waar in deze regeling het begrip decanen wordt gebruikt, wordt bedoeld: de faculteitsbesturen/decanen van de faculteiten waarbinnen 3TU masteropleidingen worden verzorgd.
d. opleidingsdirecteuren: de opleidingsdirecteuren van 3TU masteropleidingen.

Overleg/afstemming

art. 2 De decanen van de betreffende 3TU masteropleidingen stellen in onderling overleg de Onderwijs- en examenregelingen van de 3TU masteropleidingen vast en plegen overleg over de invulling hiervan, waarbij zij in ieder geval de inhoud van de gemeenschappelijke onderdelen afstemmen.


Rol Opleidingsdirecteuren

art. 3.1 De betreffende decanen benoemen voor iedere 3TU masteropleiding per instelling een opleidingsdirecteur.

art. 3.2 De betreffende decanen dragen er zorg voor dat de betreffende opleidingsdirecteuren afspraken maken over de stroomlijning van de uitvoering van de hen regarderende onderwijsprogramma’s.

art. 3.3 De betreffende opleidingsdirecteuren doen tenminste één maal per jaar gezamenlijk schriftelijk verslag van hun werkzaamheden aan hun decanen. Het verslag wordt tevens toegezonden aan de respectievelijke opleidingscommissies.

Gezamenlijke opleidingscommissie

art. 4 De decanen wijzen ieder uit het midden van de betreffende (locale) opleidingscommissie twee leden aan, te weten een studentlid en een lid van de wetenschappelijke staf, om zitting te nemen in een gezamenlijke opleidingscommissie voor de opleiding met het doel om tenminste één maal per jaar overleg te voeren met de betrokken opleidingsdirecteuren.

Toelatingscommissie

art. 5.1 De decanen wijzen ieder twee leden van de wetenschappelijke staf van de betreffende opleiding aan om zitting te nemen in een gezamenlijke toelatingscommissie.

art. 5.2 Het voorzitterschap van deze commissie rouleert jaarlijks, tenzij de decanen anders overeenkomen.

art. 5.3 De zittingstermijn en taken van de toelatingscommissie worden nader geregeld in een door de decanen vast te stellen toelatingsreglement.

Examencommissie

art. 6.1 De decanen benoemen ieder twee eden van de examencommissies van de betrokken opleidingen tot lid van de gezamenlijke examencommissie voor de 3TU masteropleiding.

art. 6.2 De gezamenlijke examencommissie heeft tot taak het vaststellen van regels met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens en examens en de in dat verband te nemen maatregelen.

Zij bepaalt of ieder tentamen van een examen met goed gevolg dient te worden afgelegd en verbindt hieraan zonodig voorwaarden.

Zij stelt criteria op voor het verlenen van het predicaat "met lof" aan een getuigschrift.
Zij kan aan de examinatoren richtlijnen en aanwijzingen geven met betrekking tot de beoordeling van de tentamens en de vaststelling van de uitslag daarvan.


Financiën

art. 7 De decanen stellen een regeling op voor de verrekening van kosten en baten, voor zover nodig.

Geschillenregeling

art. 8 Bij een verschil van inzicht tussen de decanen betreffende de uitvoering van deze Gemeenschappelijke Regeling trachten de betrokken decanen in eerste instantie onderling een oplossing te bereiken. Als de bedoelde oplossing niet wordt bereikt, wordt het geschil ter beslissing voorgelegd aan de Colleges van Bestuur.


Duur gemeenschappelijk regeling

art. 9.1 De Gemeenschappelijke Regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

art. 9.2 Indien een deelnemende universiteit haar deelneming aan de Gemeenschappelijke Regeling wenst te beëindigen, dient zij het voornemen hiertoe tenminste één jaar voorafgaande aan de aanvang van het volgend studiejaar aan de andere partijen kenbaar te maken onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de betrokken decanen.

Slotbepaling

art. 10 Deze Regeling kan worden aangehaald als "Gemeenschappelijke Regeling 3TU Masters" en treedt in werking op ……… 2008.





Aldus ondertekend te Delft, Eindhoven, Enschede








3TU masteropleidingen en de verantwoordelijke decanen



3TU master Decaan van de faculteit

Sustainable Energy Technology

TUD Technische Natuurwetenschappen Prof.ir. K.Ch.A.M. Luyben


TU/e Werktuigbouwkunde Prof.dr.ir. R. de Borst (penvoerder)

Technische Natuurkunde Prof.dr.ir. K. Kopinga

Scheikundige Technologie Prof.dr. J.W. Niemantsverdriet

Elektrotechniek Prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx

Bouwkunde Prof.ir. J. Westra

Technologie Management Prof.dr. A.G.L. Romme


UT Construerende technische wetenschappen Prof.dr. F. Eising



Embedded Systems

TUD Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Prof.dr. D. Lenstra


TU/e Wiskunde en Informatica Prof.dr. K.M. van Hee (penvoerder)

Elektrotechniek Prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx


UT Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Prof.dr.ir. A.J. Mouthaan



Systems and Control

TUD Mechanical, Maritime and Materials Eng. Prof.drs. M. Waas


TU/e Werktuigbouwkunde Prof.dr.ir. R. de Borst (penvoerder) Faculteit Elektrotechniek Prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx


UT Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Prof.dr.ir. A.J. Mouthaan


Construction Management and Engineering

TUD Civiele Techniek en Geowetenschappen Prof.ir. L. de Quelerij


TU/e Bouwkunde Prof.ir. J. Westra (penvoerder)

Technologie Management Prof.dr. A.G.L. Romme


UT Construerende technische wetenschappen Prof.dr. F. Eising



Science Education and Communication

TUD Technische Natuurwetenschappen Prof.ir. K.Ch.A.M. Luyben


TU/e Scheikundige Technologie Prof.dr. J.W. Niemantsverdriet (penvoerder) Technische Natuurkunde Prof.dr.ir. K. Kopinga

Wiskunde en Informatica) Prof.dr. K.M. van Hee


UT Gedragswetenschappen Prof.dr. H.W.A.M. Coonen