Aandachtspunten 2007-06-12

Aandachtspunten uit de overlegvergadering van de Universiteitsraad van 12 juni 2007


3TU Masteropleiding Systems & Control

(besluit genomen door het presidium, daartoe gemandateerd in de vergadering van 08 mei 2007)

De Universiteitsraad

gezien:

de brief van het College van Bestuur aan de Universiteitsraad d.d. 14 maart 2007

het accreditatie dossier behorende bij de Master Systems and Control;

de adviezen van de Faculteitsraad van EWI en CTW ter zake;

overwegende dat:

de voorliggende aanvraag voortbouwt op een jarenlange samenwerking binnen de onderzoekschool DISC;

Systems and Control één van de vijf geïnitieerde 3TU master opleidingen is;

de programmaonderdelen niet geleid hebben tot ontwikkeling van (nieuwe) vakken;

het domein ‘Control Engineering’ van de UT uniek is;

het gebruik maken van keuzevakken bij een partnerinstelling mogelijk wordt geacht binnen de gewenste kwaliteitscriteria en eindtermen omdat alle toeleverende opleidingen geaccrediteerd zijn en studenten een verplicht basisprogramma moeten doorlopen;

verwacht wordt dat kannibalisatie van andere opleidingen gecompenseerd wordt door een hogere instroom van buitenlandse studenten of studenten die na een disciplinaire bachelor naar een multidisciplinaire master opleiding willen;

de adviezen van de Faculteitsraden van EWI en CTW met betrekking tot het instellen van de 3TU master opleidingen positief zijn;

gehoord:

de mondelinge toelichting van dr. J.W. Polderman in de commissievergadering OOS d.d. 20 maart 2007;

de beraadslagingen

besluit:

in te stemmen met de voorgestelde instelling van de 3TU masteropleiding Systems and Control.



3TU Masteropleiding Science Education and Communication

(besluit genomen door het presidium, daartoe gemandateerd in de vergadering van 08 mei 2007)

De Universiteitsraad

gezien:

de brief van het College van Bestuur aan de Universiteitsraad d.d.14 maart 2007

het accreditatie dossier behorende bij de Master of Science opleiding in Science Education and Communication;

de adviezen van de Faculteitsraad van GW terzake;

overwegende dat:

de voorliggende aanvraag voortbouwt op de 3TU-samenwerking in TULO-verband (lerarenopleiding);

de UT-bijdrage zich zal richten op zowel educatie als communicatie;

onderkend wordt dat voor iedere masteropleiding inbedding in onderzoek van wezenlijk belang is;

wetenschappelijke onderbouwing van de lerarenpraktijk, zoals voorzien in deze master, zich nog zal moeten bewijzen;

binnen de 3TU-master wordt gemikt op onderzoek op het gebied van onderwijsontwikkeling (innovaties met ICT, competentiegericht leren, enz.) en in de koppeling van domein en vakdidactische aspecten;

de voorziene (extern gefinancierde) promotieonderzoeken met name zullen worden uitgevoerd in deeltijd door VO docenten die willen promoveren;

de werkdruk van docenten reëel wordt verondersteld voor het geven van onderwijs, het doen van onderzoek, en het binnenhalen en begeleiden van extern gefinancierde projecten;

kannibalisatie van andere opleidingen niet wordt verwacht omdat de mogelijkheden voor de lerarenopleiding vrij regionaal georiënteerd zijn;

het probleem om genoeg studenten te werven onderkend wordt, en dat men 3TU-breed de in het Instellingsplan genoemde kritische massa van 20 master studenten verwacht te halen op de UT;

de masteropleiding ‘Science Education and Communication’ binnen de UT niet controversieel is, en veelal stoelt op nu al bestaande vakgebieden;

de Master ‘Science Education and Communication’ voornemens is om een TeleEducatie systeem te ontwikkelen voor de digitale ondersteuning ten behoeve van alle onderwijsactiviteiten in het kader van de 3TU Graduate School;

het advies van de Faculteitsraad van GW met betrekking tot het instellen van de 3TU masteropleidingen positief is;

gehoord:

de mondelinge toelichting van dr. C. Terlouw in de commissievergadering OOS d.d. 20 maart 2007;

de beraadslagingen

besluit:

in te stemmen met de voorgestelde instelling van de 3TU masteropleiding Science Education and Communication.


Convenant CvB – UR - OPUT

De Universiteitsraad,

gezien:

De brief met het verzoek om in te stemmen met het Convenant CvB-UR-OPUT (km 379.036 d.d. 23 mei 2007)

Het bijgevoegde Concept Convenant CvB-UR-OPUT van 7 mei 2007;

overwegende dat:

Dit convenant een juiste weergave is van de afspraken die eerder tussen de betrokken partijen zijn gemaakt

Met dit convenant een heldere verdeling is gemaakt t.a.v. van de bevoegdheden van UR en OPUT voor de belangrijkste onderwerpen

Met de voorgestelde procedure de informatievoorziening naar beide gremia optimaal vorm zal krijgen;

gehoord:

De beraadslagingen;

besluit:

In te stemmen met het voorliggende convenant.



Master of Environmental and Energy Management

De Universiteitsraad,

gezien:

de Accreditatieaanvraag: Opleiding Master of Environmental and Energy Management (MEEM), kenmerk 378.724/fs d.d. 23 mei 2007;

de positieve adviezen van de betrokken OLC en FR van de faculteit MB;

de discussie in de commissievergadering met de Rector Magnificus en beleidsmedewerker onderwijs, d.d. 29 mei 2007;

gehoord:

de beraadslagingen tijdens de overlegvergadering van 12 juni 2007.


overwegende dat:

Øhet postinitieel onderwijs betreft;

Øhet opleidingsprogramma loopt sinds 2000;

Øde hoogte van de tuition fees van postinitieel onderwijs kunnen en mogen afwijken van reguliere UT-master opleidingen;

Øde toelatingscriteria ruimer zijn dan gebruikelijk voor initiële master opleidingen gezien de aard van de opleiding en de beoogde instroomdoelgroep

Øde management en coördinatiekosten ca. 1/3 van de totale opleidingskosten uitmaken;

Øgeen bijdrage voor UT-overhead in de kosten is opgenomen;

Øde NVAO de site visit heeft gepland in augustus 2007;

Ønaar verwachting de NVAO accreditatie positief zal zijn.

gehoord de toezegging dat:

het CvB onderzoek gaat doen naar consistentie in bijdragen aan UT-voorzieningen en -overhead van postinitiële programma’s en de bevindingen met de UR bespreekt.

besluit:

in te stemmen met het aanvragen van accreditatie voor bovengenoemde opleiding.



Slotregularisatie 2006

De Universiteitsraad,

gezien:

-de nota Slotregularisatie 2006, km FEZ/377.962

-het verslag van de commissie FVA d.d. 29 mei 2007

overwegende dat:

-de begrotingswijzigingen in de Slotregularisatie merendeels al ter informatie in januari 2007 zijn gestuurd;

-een aantal begrotingswijzigingen jaarlijks terugkomt, met name toewijzingen van het rijk voor compensatie van loon- en prijsstijgingen;

-deze toewijzingen daarmee een structureel karakter krijgen, het niet opnemen van de ingeschatte baten voor eenheden het begrote resultaat negatief beïnvloedt en zodoende een vertekend beeld geeft van de financiële verwachtingen bij de begrotingsbehandeling;

-hierdoor regelmatig grote positieve saldo’s ontstaan aan het eind van een boekjaar, terwijl bij de initiële begroting van dit boekjaar een aanzienlijk minder positief financieel beeld is geschetst;

-een zorgvuldige en reële schatting van baten en lasten bij de begroting randvoorwaarde is voor de beoordeling van plannen neergelegd in de begroting

gehoord
-
de beraadslagingen
gehoord de toezegging van het college dat:

-Een schatting van de compensatie voor loon- en prijsstijgingen door het rijk gedurende het begrotingsjaar meegenomen zal worden in de begroting,

adviseert:

positief ten aanzien van de Slotregularisatie 2006



Nota Onderzoeksbeleid 2007 – 2010

Afgesproken wordt de instemmingsvraag aan te houden en dit punt in de volgende vergadering opnieuw te agenderen.


Schriftelijke rondvraagpunten

De vraag van de UR naar de voertaal in de medezeggenschap zal in de volgende vergadering of na de zomer door het CvB beantwoord worden.





Bespreking Algemene gang van zaken

Naar aanleiding van de punten genoemd in de brief van de UR (UR 07 – 182) zegt het college met betrekking tot het punt begroten toe dat vanaf 2008 het verschil tussen begroting en realisatie kleiner zal zijn.

Ook zal het CvB met de decanen overleggen over de mogelijkheid van een grotere betrokkenheid van studenten bij het management van de faculteiten.