Verslag interne 2006-09-05

logo Universiteitsraad UT

universiteitsraad

Griffie

Spiegel – kamer 500



Uw kenmerk


Telefoon

053 - 489 2027

Ons kenmerk

UR 06-276

Fax


Datum

12 september 2006

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl



Verslag interne vergadering d.d. 5 september 2006


Aanwezig: CC: Van Andel, Becht, Brinkman, Ferreira Pires, De Jong, D. Meijer (vz), Pol, Poorthuis, Possel, Visser (later)

UReka: Andringa, Hoogveld, Van Nierop, Visschedijk

Campussy: Fonville, Stek

Griffie: Ribberink, Peijster (verslag)

Oud-UR leden Deetman, Van Dijk, Gutteling, Hendriks, Hesselink, Hollman, Lippinkhof, Van der Wal, IJzermans, Houweling


Afwezig: N. Meijer, A. van der Velde, Wormeester (allen m.k.)




1. Opening 12.00 uur

De voorzitter opent de vergadering. Hij merkt op dat hij vanwege de aansluitende bijeenkomst met het college het kennismakingsrondje wil overslaan.


2. Mededelingen

Niemand heeft mededelingen.


3. Verslagen

Verslag 20-6-2006 (UR 06-204)

Pg. 1 Aanwezig. Deetman merkt op dat hij geen voorzitter is geweest, maar Meijer.

Pg. 3 regel 32. "Centers of Commerce" moet zijn "Centers of Competence".

Pg. 4. vanaf regel 27. Van Dijk merkt op dat naar zijn mening de punten van UReka en CC door elkaar gehaald zijn. Meijer merkt op dat beide partijen punten van dezelfde strekking naar voren hebben gebracht. Hij zegt dat we hieruit kunnen afleiden dat de partijen het afgelopen jaar sterk naar elkaar toe gegroeid zijn. Houweling stelt de volgende tekstwijziging voor: "de volgende punten zijn ingebracht:". Allen zijn hiermee akkoord.

Pg. 5. Hier worden plotseling alleen de voornamen van de leden gebruikt hetgeen inconsequent is. Dit wordt gewijzigd.

Met inachtneming van bovenstaande wijzigingen wordt het verslag vastgesteld.


Verslag 23-6-2006 (UR 06-220)

Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.


4. Postlijst (UR 06-244)

Meijer legt de functie van deze lijst uit aan de nieuwe leden. Hij geeft aan dat eventuele vragen hierover rechtstreeks aan de griffie gemeld kunnen worden. Van Dijk heeft enkele opmerkingen die separaat aan het secretariaat zullen worden doorgegeven.


5. Actiepuntenlijst, versie 24 augustus 2006 (UR 06-245)

De voorzitter geeft aan dat de actiepuntenlijst ter bespreking in de commissievergaderingen voorligt. De inhoudelijke vragen en opmerkingen zullen dan ook in de commissievergaderingen besproken worden. Deze worden door de griffie verwerkt tot voorliggende lijst. Mochten er aanvullende punten zijn dan kunnen deze doorgegeven worden aan de commissie voorzitters.


6. Overdracht – Voorstel formatie 2006-2007 (UR 06-217)

De voorzitter memoreert allereerst het voorstel/besluit van de Commissie Voorzitterschap ter benoeming van de voorzitter (T.M.J. (Dick) Meijer) voor de komende periode. Hij geeft aan dat er tevens diverse formatiegesprekken hebben plaats gevonden waaruit voorliggend voorstel is gekomen. Wel zal er binnen de CC fractie nog nader overleg zijn omdat de heer Heesink, i.v.m. het vinden van een functie buiten de UT zijn zetel heeft afgestaan. Mevrouw Bauke Visser zal zijn plaats in de raad innemen.

Gevraagd wordt of de partijen akkoord zijn met dit voorstel. Allen zijn akkoord.

Ribberink merkt op dat in de zojuist uitgereikte Infomap nog enkele concept stukken zitten. Zodra deze stukken definitief zijn zullen ze digitaal nagezonden worden.

Er wordt gevraagd of er nog een evaluatie komt van de werkzaamheden van de commissie voorzitterschap. Ribberink zal dit regelen.

Ribberink geeft tevens de werkwijze van de griffie aan inzake de (ver)zending van de raadsstukken. In de eerste zending (voor de commissievergadering) worden alle stukken fysiek toegezonden naar het huisadres. De tweede zending (aanvullende stukken voor de interne vergadering) vindt digitaal plaats.

De stukken die verzonden moeten worden moeten donderdags voor 12.00 uur bij de griffie ingeleverd zijn. De leden geven aan deze tijdslimiet zoveel mogelijk te zullen respecteren.


Gevraagd wordt als laatste punt de Hoofdlijnennota te behandelen. Dit is akkoord.


Er volgt een korte pauze om te lunchen.


8. Catering (UR 06-201, 210, 240, 246)

De voorzitter geeft aan dat voor de vakantie diverse punten besproken zijn. Hij vraagt Poorthuis om een nadere toelichting vanuit de commissie Catering. In de gecombineerde commissie vergadering afgelopen dinsdag zijn de punten taakafbakening en uitbesteding catering aan de orde geweest. Voorliggende concept brief betreft vooral het onderdeel "de beheersvorm voor de catering op de UT".

Van Dijk merkt op dat het tekstvoorstel Taakafbakening niet aan het college c.q. Van Ast is gezonden. Hij is hier teleurgesteld over en vindt dit tegen de afspraken in. Afgesproken wordt dit zo spoedig mogelijk alsnog te doen. De voorzitter vraagt hierop of alle partijen het eens met het voorstel. Allen zijn akkoord. De tekst Taakafbakening V8 zal zo spoedig mogelijk aan het CvB gezonden worden.

Stek vraagt nadere uitleg over de term "marktpartij", genoemd in punt 1. van de concept brief. Meijer geeft uitleg en merkt op dat deze zin duidelijker geformuleerd moet worden.

De studenten van Campussy en UReka vinden punt drie bij de toezeggingen niet akkoord. Zij vinden het niet aan de UR om deze voorwaarde te bepalen. Dit is een punt van onderhandelingen tussen OPUT en CvB. Poorthuis geeft nadere informatie. Tevens merkt hij op dat het personeel wil benadrukken dat er zorgvuldig met het personeel omgegaan dient te worden. Dit wil de UR door deze toezegging waarborgen.

Het personeel wil een sterke uitspraak. Meijer vraagt of er nog andere punten zijn die qua formulering gewijzigd moeten worden.

De vergadering wordt kort geschorst om tot een nieuwe formulering te komen.


De voorzitter heropent de vergadering en leest de nieuwe tekst voor. "De uitbesteding van de Catering zal slechts plaatsvinden onder de voorwaarde van de detacheringconstructie of een voor het cateringpersoneel in UT-dienst gelijkwaardige oplossing."

Iedereen is akkoord met de nieuw geformuleerde tekst waarmee het amendement aangenomen is.

Van Dijk vraagt of er nog andere toezeggingen in het conceptbesluit opgenomen moeten worden. De voorzitter geeft aan dat de URaad alleen inzake de hoofdlijnen adviseert. Ten aanzien van de overige zaken wordt dit gedaan door de dienstraad FB.

De brief is verder akkoord en kan uit.


9. Nota focus in HRM beleid (UR 06-227, 238)

De voorzitter geeft nadere informatie uit de vorige cyclus. Tevens geeft hij aan dat er een concept brief/advies naar jullie gemaild is door Poorthuis. Hij merkt op dat de personeelsgeleding er erg veel behoefte aan heeft om goed personeelsbeleid op de UT te hebben. Het huidige personeelsbeleid is een erg ad hoc geformuleerd en zeer versnipperd beleid. Tevens wordt er bijna bij elk onderwerp gediscussieerd over de bevoegdheden. Mede door deze punten is er voor de vakantie niet ingestemd met de nota "Focus in HRM beleid".

Stek vraagt op welk niveau de UR instemming wil. Misschien moeten hierover nadere afspraken gemaakt worden. Tevens merkt hij op dat Campussy zich niet met deze kwestie wil bemoeien, maar zich liever wil inzetten voor het nieuwe beleid.

Deetman merkt op dat de voorliggende tekst een sterk wij – zij karakter heeft. Hij vindt dat nader op de vragen uit de CvB brief ingegaan moet worden. Misschien moet eveneens naar voren gebracht worden waarom goed personeelsbeleid zo'n belangrijk punt voor de URaad is. Van Dijk vindt ook dat de vragen uit de CvB brief beantwoord moeten worden. De nieuwe leden van UReka geven aan zich eveneens liever niet met deze kwestie te willen bemoeien.

Brinkman wil niet opnieuw in een patstelling met het CvB komen. Belangrijk is aan welk (oud en nieuw) beleid men zich wil committeren.

Meijer geeft aan dat dit een besluit van de personeelsgeleding is. De studenten moeten hierover advies geven (indien men dit wil). Indien de studenten achter dit besluit staan kan het uit als UR - besluit. Afgesproken wordt dat het besluit uitgaat namens de personeelsgeleding.

Poorthuis merkt op in de overlegvergadering liever niet op deze brieven te willen ingaan. Hij wil het vooral hebben over de inhoud van het te formuleren personeelsbeleid.

Poorthuis is woordvoerder.


7. Hoofdlijnennota "Efficiënte, moderne bedrijfsvoering" (UR 06-235, 241)

De voorzitter merkt op dat er een door enkele leden van de CC fractie geformuleerd concept advies is uitgereikt. Dit advies moet besproken worden.

Van Dijk vraagt of de resterende vragen uit de commissievergadering aan het college zijn gezonden. Poorthuis geeft aan dat dit niet gebeurd is. Hij maakt zijn excuses hiervoor. De vragen zullen alsnog (via Ribberink) verzonden worden.

Gevraagd wordt of de beantwoording van de vragen door het college de besluitvorming niet zal beïnvloeden. Meijer merkt op dat de vragen veelal op detailniveau zijn.

Er wordt een leespauze ingelast.


Meijer stelt voor te inventariseren welke veranderingen in deze concept tekst moeten komen. Hij stelt voor de opmerkingen per partij te inventariseren.

Pol (CC) geeft aan de tekst van het conceptbesluit in dezelfde terminologie en op dezelfde wijze als de juni brief te willen verwoorden. De stappen uit de juni brief moeten niet veranderd worden. Misschien moet in klein comité overleg plaatsvinden.

Campussy geeft aan hierover nog geen besluit genomen te hebben. Men is kritisch ten opzichte van dit punt. Hij merkt op dat punt 3 van de overwegingen niet duidelijk is.

UReka vindt dat punt 1 van de overwegingen weg moet. Inzake punt 2 wordt opgemerkt dat het college de M€ 5 nu meer als richtlijn ziet. Toegevoegd moet worden dat de kwaliteit van de dienstverlening door de wijzigingen niet achteruit mag gaan. Het punt van geen gedwongen ontslagen is volgens UReka niet haalbaar. Tevens staat men achter de opmerking van Pol over het vasthouden aan de terminologie van de vorige brief.

Er volgt nog enige discussie over de werkwijze van het CvB. Hierdoor wordt vooraf al de richting bepaald welke kant er op gegaan wordt. Het besluit valt achter aan de lijn idee – plan – praten – nota – besluit. Hetgeen naar zijn mening een omgekeerde werkwijze is. Er is geen afweging van diverse alternatieven mogelijk. Tevens zijn de voorstellen niet gefundeerd op onderzoek of evaluatie. Het zou goed zijn om criteria te hebben om te kunnen meten.

Tevens bestaat er zorg over de vraag hoe het college zorgt dat de diverse processen bij elkaar komen en het UT-beleid een goede samenhang krijgt. Opgemerkt wordt dat in deze brief behalve op procedurele zaken ook op de inhoud ingegaan moet worden, zover dit mogelijk is.

Afgesproken wordt gezamenlijk een brief op te stellen en hiervoor even bij elkaar te komen.

Hoogveld, Stek, Poorthuis en Pol zullen dit doen.

Het concept voorstel volgt dan woensdag ter controle en is donderdag (voor 12.00 uur) definitief.


10. Schriftelijke rondvraag

Pol en Fonville hebben een punt m.b.t. de afstudeerregeling voor internationale studenten en de Topsportregeling.

Gevraagd wordt de tekst aan Ribberink te mailen zodat zij hier een brief van maakt.


11. Rondvraag

Geen.


12. Sluiting 14.25 uur