11. Brief UR Beluit Electronische Leeromgeving (ELO)

logo URaad UT

universiteitsraad

Griffie

Spiegel – kamer 500



Aan het College van Bestuur,



Uw kenmerk


Telefoon

053 - 489 2027

Ons kenmerk

UR 06-069

Fax


Datum

30 maart 2006

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl

Betreft: Besluit Elektronische Leeromgeving



Geacht college,



De Universiteitsraad heeft notie genomen van uw besluit inzake de nieuwe Elektronische Leeromgeving (ELO) en zou in verband daarmee over de volgende punten met u van gedachten willen wisselen.


Gezien het beleidsuitvoerende karakter van het besluit lijkt het logisch om de UR deze kwestie niet voor te leggen ter advisering, of instemming. Er zijn echter twee zaken die daartegen pleiten. Ten eerste behelst het advies een lidmaatschap van de UT bij de Sakai-foundation. Ten tweede gaat het hier over een systeem dat UT-breed grote consequenties zal hebben voor de ICT-ondersteuning van de primaire processen voor de komende jaren.

Het is opvallend dat in de deelrapportages van de commissie ELO, voor zover wij hebben kunnen zien, geen analyse wordt gegeven van de doelmatigheid van systemen die op andere universiteiten in het land draaien. Daarbij doelen wij niet op onderwijsmanagementsystemen die min of meer vergelijkbaar zijn met TeleTOP en Blackboard, maar meer op de administratieve systemen van het onderwijs, zoals cijferadministratie, vakinformatie en verroostering. Wij verwijzen ondermeer naar de systemen OSIRIS bij de Universiteit Utrecht en het systeem dat Eindhoven hanteert. In dat perspectief is het ons niet duidelijk hoe men zo duidelijk tot dit advies met betrekking tot Sakai is gekomen.

Past deze nieuwe visie in de huidige organisatie ITBE of moet er een losstaande club gevormd worden die met deze ontwikkeling aan de slag gaat? De organisatie is nu bijna geheel ingericht om losse systemen te ontwikkelen, te onderhouden en te ondersteunen.

In hoeverre is het duidelijk dat de 3TU partners mee zouden gaan in dit initiatief?

Aan wat voor soort opleiding wordt er gedacht voor de pilot van Sakai?
Er is in het gebruik van ELO / Onderwijssystemen een verschil tussen technische en maatschappijwetenschappelijke studenten.

Wat gebeurt in de tussentijd met de onderwijssystemen (TOST, TAST, VIST), worden deze doorontwikkeld?

Met het oog op de toekomst, na het R&D- traject, zouden wij graag van u vernemen hoe naar het inzicht van het college de besluitvorming rond de ELO verder zou moeten verlopen en welke rol de UR daarin speelt.



Met vriendelijke groet,

namens de Universiteitsraad,




ir. T.M.J. Meijer

voorzitter