Griffie
Spiegel – kamer 500
Aan het College van Bestuur
Uw kenmerk | Telefoon | 053 - 489 2027 | |
Ons kenmerk | UR 05 115 | Fax | |
Datum | 12 mei 2005 | j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl |
Betreft: Medical School Twente
Geacht college,
De commissie O&O van de UR heeft in haar vergadering van 26 april 2005 de conceptnota ‘Medical School Twente’ (DUB/2005/Bgr, 2 februari 2005) besproken.
De commissie onderschrijft het belang van samenwerking met de genoemde partners, hetgeen binnen onze universitaire gemeenschap met MST, Roessingh en Saxion inmiddels behoorlijk vorm heeft gekregen.
In de overlegvergadering wil de Universiteitsraad graag met u van gedachten wisselen over de volgende vragen die de conceptnota oproepen:
1. In hoeverre heeft de UT deze samenwerkingsovereenkomst nog nodig gegeven het feit dat de samenwerking inmiddels vorm heeft gekregen?
2. Wat is het beoogde strategisch doel van deze samenwerking?
3. Waaraan committeert de UT zich concreet?
4. Welke financiële consequenties heeft een dergelijk committment gegeven het feit dat mogelijk op te starten projecten uit eigen middelen gefinancierd moeten worden?
5. Heeft deze samenwerking consequenties voor bestaande UT-opleidingen?
6. Heeft de voorliggende conceptnota wel de intentie om te komen tot gecommitteerde samenwerking gegeven de tekst op pag. 5 (eind 3e alinea) ‘Openheid voor verschillen in belangen en posities vergroot de kansen voor het regionale samenwerkingsverband: afhankelijk van de functie moet ieder van de partners altijd voor het sterkste samenwerkingsverband gaan'.
Met vriendelijke groet,
namens de Universiteitsraad,
dr. G.J.I. Schrama
voorzitter