16. Brief CvB medewerkerstevredenheidsonderzoek 366.502/PA&O

Aan de voorzitter van de Universiteitsraad







Uw kenmerk


telefoon

053 4893602

ons kenmerk

366.502/PA&O

fax

053 489 3119

datum

27 januari 2005

e-mail

m.j.winkler@utwente.nl



Onderwerp

Aanbieding rapportage medewerkerstevredenheidsonderzoek



Bijlagen

Rapportage medewerkerstevredenheidsonderzoek (per e-mail, papieren versie bij de griffie verkrijgbaar)

Planning vervolgactiviteiten







Hierbij ontvangt u ter informatie de UT-brede rapportage van het medewerkerstevredenheids-onderzoek. Voor het eerst is bij de UT een dergelijk onderzoek bij alle faculteiten en diensten uitgevoerd. Het onderzoek heeft veel informatie opgeleverd. Het geeft niet alleen inzicht in zaken die medewerkers als knelpunten ervaren. De UT-medewerkers blijken over verschillende onderwerpen ook zeer positief te zijn. Zo gaat 75% van de medewerkers met plezier naar het werk en men ervaart het werk over het algemeen als zeer gevarieerd en uitdagend.


Als vervolg op dit onderzoek is het van belang om de positief beoordeelde zaken te behouden en voor de als knelpunten aangemerkte onderwerpen oplossingen aan te dragen. PA&O geeft dit vorm in een plan van aanpak. Door de verlate oplevering van de rapportage is het plan van aanpak helaas nog niet gereed. Het zal daarom in de U-raadvergadering van 5 april ter instemming worden voorgelegd.


Wat gebeurt er verder met het onderzoek?

Het IVA levert twee soorten rapportages aan: de UT-brede rapportage en de eenheids-gebonden tabellenboeken. Op basis van de UT-brede rapportage stelt PA&O, in overleg met de PA’s en AMC’s van de eenheden, een plan van aanpak op. Hierin wordt aangegeven welke maatregelen genomen dienen te worden om UT-brede knelpunten op te lossen en UT-brede positieve zaken te behouden. Na instemming van de U-raad worden de maatregelen geïmplementeerd. Over de vorderingen en resultaten rapporteert PA&O jaarlijks in het arbo- en milieujaarverslag.


Daarnaast zal het CvB gesprekken hebben met de decanen en dienstdirecteuren om de afzonderlijke rapportages per eenheid te bespreken. Vervolgens zullen de eenheden, ondersteund door PA&O, een eenheidsgebonden plan van aanpak opstellen. Dit wordt, samen met de onderzoeksrapportage, beschouwd als de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) welzijn. De faculteit of dienst dient dit ter instemming voor te leggen aan resp. de faculteits- of dienstraad. De bedoeling is dat het plan van aanpak ingepast wordt in het format van de algemene RIE. Jaarlijks dienen de eenheden over de vorderingen van de gehele RIE in het arbo- en milieujaarverslag te rapporteren.


Voor het geval u niet bekend bent met de opzet van een plan van aanpak voor een RIE een korte omschrijving. In het plan van aanpak worden de geconstateerde knelpunten beschreven. Per knelpunt staat vervolgens aangegeven welke prioriteit dit knelpunt heeft, welke maatregelen genomen kunnen worden om het knelpunt op te heffen, wie hiervoor verantwoordelijk is, welke budget daarvoor nodig is en in welke tijdsinterval de maatregelen worden uitgevoerd.


Informeren van UT medewerkers

Een belangrijk aspect rond dit onderzoek is de communicatie over de resultaten en het vervolg naar UT medewerkers. Om de UT-brede rapportage bekend te maken verschijnt in februari een artikel in het UT-nieuws. Daarnaast wordt de rapportage op de PA&O site geplaatst, waar medewerkers deze in kunnen zien. Na instemming door de U-raad met het plan van aanpak ontvangen alle medewerkers informatie over de resultaten van het onderzoek en de geplande vervolgstappen. UT-medewerkers zullen periodiek worden geïnformeerd over de vorderingen, waarschijnlijk door een vaste periodieke pagina in het UT-nieuws.


De informatievoorziening over de eenheidsgebonden aanpak dient door de betreffende faculteit of dienst te worden uitgevoerd. Bij voorkeur maken de eenheden wel gebruik van een eenduidige aanpak. Hierover zal PA&O, in overleg met BC, de eenheden adviseren.


Mogelijke aanpassing plan van aanpak

Bij deze brief vindt u een planning van de vervolgstappen. In de planning kunt u zien dat rekening wordt gehouden met een eventuele bijstelling van het plan van aanpak. De mogelijkheid bestaat namelijk dat na het opstellen van de plannen van aanpak door eenheden nieuwe inzichten of aandachtspunten naar voren komen die van invloed zijn op het UT-brede plan van aanpak. Indien dit het geval is, wordt het aangepaste plan van aanpak met motivatie opnieuw ter instemming aan de U-raad voorgelegd.


Indien u nog vragen hebt naar aanleiding van deze brief of de meegestuurde stukken kunt u contact opnemen met Mariëlle Winkler.





Vertrouwende u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben,


Namens het College van Bestuur,






Drs. P.A. Binsbergen,

Secretaris van de Universiteit