van 2002 03 05

van dinsdag 5 maart 2002


Aanwezig:

U-Raad:

Barsema, Berkers, Bloem, Houweling, Hovenkamp, Jacobs, Kwast, Meijer (UR-vz), Mulder, Schrama, Thomasson, Wallinga-de Jonge, Weber (techn.vz), Weijnen, Wittkampf

Griffie:

Ribberink, Klomp-Jongsma (Secretariaatsservice “PS” – verslag)


Afwezig m.k.:

Van Doorn, Van der Heijden, Kluitenberg


1.Opening en vaststelling van de agenda

De voorzitter opent om 13.40 uur de vergadering en heet allen welkom.


De agenda wordt als volgt gewijzigd:

Schrappen: agendapunt 5 – overlegvergadering. Reden: er zijn geen stukken ontvangen.

Schrappen: agendapunt 6. Reden: ontwerpbegroting nog niet gereed.

Bij agendapunt 7 zal ook de medezeggenschapsprocedure besproken worden.

Na afloop van de vergadering wordt er een presentatie gegeven (die ook het CvB heeft gehad) van de vastgoedplannen.


2.Mededelingen

--


3.Verslag van de interne vergadering van 29 januari 2002 (UR-02.073)

De titel van het verslag ontbreekt.

Met inachtneming hiervan wordt het verslag vastgesteld.


4.Ingekomen/uitgegane post (UR-02.080)

Nr. 70: Betreft de enquête inzake digitaal stemmen.

Nadere informatie over de plannen van de UR om de komende UR-verkiezingen digitaal te laten verlopen volgt nog. Geen van de fracties heeft bezwaren tegen digitale verkiezingen. Wat wel op korte termijn zal moeten gebeuren is het aanpassen van het kiesreglement – Jacobs, Meijer, Houweling en Ribberink zullen zich daarover buigen.


5.Aanpassingen vastgoed Masterplan fase 2b

Vervallen


6.Ontwerpbegroting

Vervallen.


7.Voortgang bestuurlijke processen

Recentelijk is een mail van het CvB ontvangen: “Afspraken tussen CvB en UR m.b.t. het te volgen medezeggenschapstraject”.



Meijer: Sommige faculteiten willen graag zo snel mogelijk zekerheid, zodat ze verder kunnen met de verdere inrichting, andere faculteiten (met name de technische) willen eerst meer duidelijkheid over de positie van de onder te brengen leerstoelen, het te hanteren bestuurlijke model, de middelenverdeling etc. alvorens er een besluit wordt genomen. Aangezien de formele besluitvorming gepland staat op 1 april a.s. is de tijd die nog rest erg kort.

Verder verwacht Meijer dat het niet haalbaar zal zijn per 1 juli a.s. een helder plan te hebben liggen m.b.t. facultaire herverdeling, kanteling en herstructurering dienstverlening. Eerst zal er meer duidelijkheid moeten zijn t.a.v. de personele gevolgen.

Weijnen: UReka is het met het CvB eens dat de huidige onzekere situatie zo kort mogelijk moet duren. Overigens is het tijdpad de verantwoordelijkheid van het CvB. Het wordt tijd voor de UR om inhoudelijk over de zaken te praten, ook met het college en de bestuurlijke commissies, en dat kan ook informeel zoals Sistermans heeft aangeboden. Meijer wijst erop dat hij al vaker heeft aangedrongen op inhoudelijke discussie, maar dat een groot deel van de raad daar nog niet voor voelde.


Afspraken:

VzUR zet voor het college op een rij welke vragen en knelpunten er zijn (daarbij ook betrekkend hetgeen aan de orde is gesteld in de bijeenkomst die tussen UR en faculteitsraden heeft plaatsgevonden); hij stuurt dat stuk in concept aan de UR-leden, die per omgaande zullen reageren; vervolgens gaat het naar het college, ter beantwoording in de overlegvergadering van 12 maart a.s.

Na afloop van de overlegvergadering op 12 maart blijft de UR bijeen om te discussiëren over de uitgangspunten voor de facultaire herindeling, kanteling en middelenverdeling; daarbij zouden ook de drie bestuurlijke commissies kunnen worden uitgenodigd voor een presentatie.


8.Notitie Kwaliteitsmanagement in het onderwijs UT (UR-02.068, UR-02.090)

Het tekstvoorstel van P&S zal enigszins aangepast worden.


9.Positionering educafés (UR-02.011, UR-02.032, UR-02.086)

Aangezien de beschikbare informatie nog steeds niet toereikend wordt geacht, wordt besloten dit punt niet te agenderen voor de overlegvergadering van 13 maart a.s. De commissie P&S zal actie ondernemen om alsnog nadere informatie te verkrijgen.


10.Procedure decaanbenoemingen (UR-02.075, UR-02.087)

Meijer merkt op dat in de bijeenkomst van UR en FR-en o.a. de volgende opmerkingen zijn gemaakt:

Er zou meer invloed van FR-en moeten zijn dan alleen in het finale stadium als de decaankeuze is gemaakt.

De suggestie is gedaan de UR vertegenwoordigd te laten zijn in de benoemingsadviescommissie.

Het doet wat vreemd aan dat er al wel een profiel voor een decaan wordt opgesteld, terwijl er nog geen profiel van de faculteit op papier staat.

Weijnen meent dat het opnemen van een UR-lid in de benoemingsadviescommissie alleen maar de schijn wekt van openheid.

Schrama vindt dat eerst de besluitvorming t.a.v. de facultaire herindeling moet zijn afgerond; vervolgens moet de UR instemmen met een wijziging van de BBR en pas daarna kunnen decanen benoemd worden (wat overigens niet betekent dat de procedure niet al opgestart kan worden).

Na nog wat verdere discussie wordt besloten het P&S-tekstvoorstel aan te passen.


11.Arbeidssatisfactieonderzoek (340.836/PA&O)

Weijnen merkt op dat de commissie P&S vindt dat er vóór 1.7.2002 wèl een meting moet plaatsvinden in de resterende faculteiten waar nog geen nulmeting is geweest (omdat er anders geen vergelijking mogelijk is), en dat het CvB moet aangeven dat zij in de toekomst haar eindverantwoordelijkheid zal nemen voor tijdige en correcte uitvoering van eventuele vervolgonderzoeken. Verder wil de commissie graag weten wat men concreet wil gaan doen met de gedane onderzoeken en welk tijdpad daarbij hoort.

Meijer wijst er nog op dat het college ook in het kader van de Major/minor-problematiek heeft beloofd dat er universiteitsbreed een nulmeting t.a.v. de werkdruk zou worden gedaan.

Afgesproken wordt dat P&S een brief aan het college zal schrijven.


12.Verkenning samenwerking UT-Univ.Osnabrück (UR-02.082, UR-02.089)

De UR neemt het tekstvoorstel van P&S over.


13.Samenwerkingsovereenkomst UT-Saxion Hogeschool (UR-02.081, UR-02.088)

Aangezien er geen notitie door het college aan de UR is aangeboden (de tekst van UR-02.081 is van het net geplukt) wordt besloten dit punt niet te agenderen voor de overlegvergadering van 13 maart a.s.


14.Rondvraag

Meijer vindt het zorgelijk dat het kennelijk erg moeilijk is tot bestuurlijke overeenstemming over de ontwerpbegroting te komen.

Terwijl Meijer aan het woord is komt Barbas binnen, bij wie wordt geïnformeerd naar de stand van zaken. Barbas vertelt dat hij hoopt dat op 7 maart a.s. het UMT unaniem instemt met de voorstellen. Hij zegt toe direct na de MT-vergadering contact met de UR te zullen opnemen.


Wallinga vraagt of er al een formele reactie van het college is op de besluiten van de UR t.a.v. de nieuwe opleidingen. De voorzitter antwoordt ontkennend.


Jacobs is blij met het goede en efficiënte verloop van de vergadering.


15.Sluiting

Om 15.15 uur sluit de voorzitter de vergadering.