Nieuwsbrief 2002 november

Nieuwsbrief Universiteitsraad november 2002


Opleiding Gezondheidswetenschappen

De Universiteitsraad heeft ingestemd met de instelling van de opleiding Gezondheidswetenschappen. Het was een moeilijke afweging: aan de ene kant is het starten van deze opleiding van groot belang voor de faculteit Bedrijf, Bestuur en Technologie (BBT), aan de andere kant bestaan er twijfels over de vraag of de Universiteit wederom een fors bedrag moet investeren in een nieuw project. Hoewel er aan het begin van dit jaar al om gevraagd is, heeft de raad nog steeds geen volledig overzicht gekregen van de resterende mogelijkheden voor investeringen in nieuwe projecten en de lopende verplichtingen in verband met recent gestarte nieuwe opleidingen. Het College van Bestuur kan evenmin aangeven hoe groot de benodigde aanloopkosten voor Gezondheidswetenschappen zullen zijn, omdat bijvoorbeeld de effecten van de overgang naar het Bachelor-Masterstelsel nog niet zijn doorgerekend. Uiteindelijk heeft de Universiteitsraad het college het voordeel van de twijfel gegeven, omdat de beslissing over Gezondheidswetenschappen niet langer kon worden uitgesteld.


Nota Onderzoeksbeleid

De Universiteitsraad heeft ook ingestemd met de Nota uitwerking onderzoeksbeleid 2002-2006. De nota bevat weinig meer dan hetgeen al was bepaald bij de besluitvorming over de facultaire herindeling en kanteling in het voorjaar. De raad heeft kanttekeningen geplaatst bij de overlap met het leerstoelen- en personeelsbeleid, twee terreinen waarvoor aparte nota's in de maak zijn. Dit heeft op één onderdeel geleid tot een voorbehoud: het instellen van twee nieuwe soorten leerstoelen: "universiteitsleerstoelen" (te betalen uit centrale middelen) en "teaching professor" (de mogelijkheid om toppers van buiten op deeltijdbasis binnen te halen). De raad wil dit onderdeel nader bekijken in het kader van de Nota Leerstoelenbeleid. Ook is afgesproken dat in de Nota Personeelsbeleid nadrukkelijk aandacht zal worden besteed aan het AIO-beleid (waartoe de Nota Onderzoeksbeleid al een aanzet geeft).


Voortgang reorganisatieproces

De voortgang van het reorganisatieproces is in informerende zin aan de orde geweest. De Universiteitsraad heeft gewezen op geluiden vanuit de faculteiten en diensten dat de concept-implementatieplannen in bepaalde gevallen niet op tijd aan de decentrale raden zijn voorgelegd, danwel dat ze niet compleet zijn. Ook is aandacht besteed aan de ontwikkelingen rond de positie van de ICT-specialisten, de vorming van de nieuwe ICT-dienst en de technische ondersteuning bij de faculteiten. Volgens het afgesproken tijdpad zal de Universiteitsraad in de tweede week van 2003 het aangevulde reorganisatieplan behandelen. Dit is alleen haalbaar als de decentrale raden uiterlijk 22 november advies kunnen uitbrengen en het College van Bestuur uiterlijk 6 december het aangevulde reorganisatieplan gereed heeft.


Manifestatie 12 november

In navolging van de Universiteitsraad heeft ook het College van Bestuur steun betuigd aan de manifestatie op 12 november. Als concrete geste heeft het college aangeboden de vervoerskosten (maximaal 16 bussen) voor zijn rekening te nemen.


Veiligheid op de campus

Op voorstel van de Universiteitsraad zal het College van Bestuur een commissie instellen die de problemen rond de veiligheid op de campus gaat inventariseren en voorstellen kan doen ter verbetering daarvan. Vanuit de raad zullen een student en een medewerker zitting nemen in deze commissie, die onder voorzitterschap zal staan van DiSC-directeur Jan Melief.


Naamgeving gebouwen

Al eerder is geconstateerd dat na alle verhuizingen en fusies de namen van veel gebouwen op de campus achterhaald zijn. Het College van Bestuur stelt nu een commissie in die met voorstellen moet komen voor aanpassing van deze namen, bijvoorbeeld het uitschrijven van een prijsvraag. De Universiteitsraad zal een lid afvaardigen naar deze commissie, waar Frans van Vught ook deel van zal uitmaken.


Instemmingsrecht op toelatingseisen master-opleidingen

Recent kwam in de Tweede Kamer de bevoegdheid van faculteitsraden op toelatingseisen voor master-opleidingen aan de orde. Uit antwoorden op kamervragen blijkt dat faculteitsraden instemmingsrecht hebben op deze toelatingseisen. Op de UT worden toelatingseisen in de regel door de examencommissie van een opleiding geformuleerd, hierbij al dan niet geadviseerd door de opleidingscommissie. Deze toelatingseisen mogen enkel betrekking hebben op kennis en vaardigheden. Aanvullende selectie-eisen, zoals genoemd in de discussie over het instellen van topmasters, zijn volgens de wet niet toegestaan. Wij adviseren de faculteitsraden om een afspraak te maken met de decaan over de wijze waarop men van deze bevoegdheid gebruik wenst te maken. De oorspronkelijke kamervragen (van Tweede-Kamerlid Vendrik) en antwoorden (van staatssecretaris Nijs van OC&W) kunt u als pdf-bestanden downloaden.