UR 11-356 UR Conceptbesluit Reorganisatieplan RoUTe' 14+



Aan het College van Bestuur





uw kenmerk


telefoon

053 - 489 2027

ons kenmerk

UR 11-356

fax


datum

16 december 2011

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl

bijlage(n)


cc.


Onderwerp

Conceptbesluit Reorganisatieplan RoUTe’14+




Geacht college,


Onder verwijzing naar de discussie in het overleg van 14 december 2011 en de brief die de UR ter zake heeft gestuurd op 15 december 2011, sturen we u, ter bespreking op het overleg van 22 december 2011, het conceptbesluit toe. De schuin gedrukte delen in het besluit dienen in ieder geval besproken te worden (c.q. vergen actie van het college).


CONCEPT-BESLUIT Reorganisatieplan RoUTe 14+ t.b.v het overleg van 21 december 2011

De Universiteitsraad,
Gezien:

-Het advies van de URaad ten aanzien van het format reorganisatieplan en het negatieve advies van de URaad in november 2011 (UR 11 – 306)

-De adviezen van de faculteitsraden (in 2 termijnen) en dienstraden en de reacties van de decanen.

-De verschillende reacties van het college op commentaren en adviezen.

-Het aangepaste reorganisatieplan RoUTe 14+ (UR 11 - 320) d.d.14 november 2011

-De op schrift gestelde wijzigingen in het voorliggende reorganisatieplan.

Gehoord:

-De besprekingen met de vertegenwoordigers van de decentrale raden.

-De beraadslagingen in de overleg en commissie vergaderingen van de decembercyclus van 2011, alsmede de vertrouwelijke besprekingen ten aanzien van de beoordeling van de leerstoelen.

Overwegende dat:

Het college bereid is om (rekening houdend met een inschatting van de “Veermanmiddelen” die vanaf 2013 een voorwaardelijke aanvulling op de eerste geldstroom onderwijsmiddelen vormen) vooralsnog te sturen op een totale bezuiniging van M€ 11, hetgeen het handhaven van de huidige promotiepremie en een verhoging van de onderwijsbekostiging mogelijk maakt;

De oorspronkelijke hoofddoelstelling van de reorganisatie was om op grond van een kwaliteitsbeoordeling van de onderzoekgroepen tot een algehele herschikking/vernieuwing van het leerstoelenpallet te komen, waarbij ook rekening werd gehouden met een strategische fit. Gaandeweg dit proces heeft dit echter, onder meer door structurele tekorten bij sommige faculteiten en (financiële en sociale) kosten van gedwongen ontslag, geleid tot keuzes die sterk gerelateerd zijn aan natuurlijk verloop en tot ingrepen in groepen die niet tot de core business worden gerekend;

De adviezen van de faculteitsraden genuanceerd worden door de laatste ontwikkelingen, zoals het oplossen van knelpunten en extra overleg met de FR-en;

De URaad begrip heeft voor de wijzigingen in de procesgang en de gewijzigde beoordeling door de decentrale raden en constateert dat er op detailniveau het nodige blijft aan te merken op het reorganisatieplan, maar desalniettemin bereid is tot een besluit te komen om helderheid te bieden aan betrokkenen;

De aangeduide tekortkomingen in het deelplan van GW thans ondervangen zijn.

Gehoord de toezeggingen van het college dat

1.Het deels reeds in gang gezette proces van herplaatsen en van werk-naar-werk begeleiden van de medewerkers die volgens het plan nog met ontslag bedreigd zijn, voortvarend door de verantwoordelijke UMT-leden en het college zullen worden aangepakt. De coördinerende rol van het college is om, bij het uitvoeren van de eenheidsoverstijgende reorganisatie, de financiële, personele en strategische belangen van de Universiteit als goed werkgever te bewaken.

2.Voor de resterende individuele gevallen van dreigend ontslag een beoordelingscommissie voor van-werk-naar-werk-trajecten wordt ingesteld. Deze zal paritair samengesteld zijn vanuit de werkgever enerzijds en de vakbonden(OPUT)/ medezeggenschap anderzijds. Voor de bekostiging van van-werk-naar-werk-trajecten met een tijdelijk karakter kan in overleg met het OPUT de arbeidsvoorwaardenreserve worden aangewend. Daarbij dient een breed scala van instrumenten ingezet te kunnen worden: herplaatsing, omscholing, verzelfstandiging, remplaçanten regeling, overbrugging, etc. De commissie geeft een advies over de wenselijkheid en uitvoering van een dergelijk traject, mede op grond van een totaalkostenplaatje voor de UT (scenario’s/business plan). Aanvragen staan open voor alle medewerkers wiens functie in het kader van het reorganisatieplan wordt opgeheven.

3.Het college erop toe zal zien dat medewerkers wier functie bij pensioen komen te vervallen en waarvoor niet aangetoond kan worden dat er nog taken binnen hun functie beschikbaar zijn, niet op initiatief van de werkgever de UT vervroegd zullen verlaten.

4.de wijzigingen die voortvloeien uit de reeds gedane toezeggingen van het college (zie brief college d.d. 12-12-2011) en de overige overeen te komen veranderingen in de definitieve tekst van het reorganisatieplan worden vastgelegd.

Besluit de personeelsgeleding van de Universiteitsraad in te stemmen en de studentgeleding positief advies te geven




Met vriendelijke groet,

namens de Universiteitsraad,




drs. F.L. Lagendijk

voorzitter