Inschrijvingsregeling Universiteit Twente 2011-2012

Deze regeling bevat een nadere uitwerking van de Wet op het Hoger Onderwijs en
Wetenschappelijk Onderzoek (WHW), waarin de hoofdregels voor de inschrijving en de
collegegelden worden gegeven. Het dienaangaande in die wet bepaalde geldt onverminderd.
In de WHW wordt de in- en uitschrijving geregeld in art. 7.32 t/m 7.42a en de bepalingen met
betrekking tot de collegegelden worden geregeld in art. 7.43 t/m 7.50.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen


Art. 1. Begripsbepalingen


In deze regeling wordt verstaan onder:


Bachelor of bacheloropleiding: Bachelor of Science;


CSA de Centrale Studentenadministratie van de UT;


CRI-HO het Centraal register inschrijving hoger onderwijs;


CRO-HO het Centraal register opleidingen hoger onderwijs;


DUO de Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen IB-groep en CFI);


Eerstejaars student Student die voor de eerste keer ingeschreven wordt voor een opleiding aan de UT;


Examengeld het door het instellingsbestuur, krachtens artikel 7.44 WHW vastgestelde examengeld voor een inschrijving als extraneus;


HO-instelling instelling voor hoger onderwijs (universiteit of HBO-instelling);


Instellingscollegegeld het krachtens artikel 7.43 lid 1 en artikel 7.46 WHW door het
instellingsbestuur vastgestelde collegegeld;


Instellingsbestuur het College van Bestuur van de Universiteit Twente;


Master of masteropleiding Master of Science;


Herinschrijver Student die op enig moment in het verleden een inschrijving als student aan de UT heeft gehad en zich opnieuw inschrijft bij de UT.


Studiefinanciering studiefinanciering op grond van hoofdstuk II van de Wet op
de studiefi­nan­ciering;


Studiejaar het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31
augustus van het daaropvolgende jaar;


UT Universiteit Twente;


Wet de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW);


Wettelijk collegegeld het in artikel 7.43 lid 1 en 7.45 WHW genoemde collegegeld.



Art. 2. Uitvoering inschrijvingsbesluit


Het Hoofd van de CSA is namens het instellingsbestuur belast met de inschrijving van studenten aan de universiteit.

Voor de algemene bepalingen betreffende de inschrijving wordt verwezen naar artikel 7.32 van de wet.


Hoofdstuk 2 Inschrijving



Art. 3a. Procedure inschrijving


Artikel 7.32, lid 4, WHW bepaalt dat de inschrijving voor een opleiding geschiedt voor het gehele studiejaar. Indien de inschrijving plaatsvindt in de loop van het studiejaar, geldt zij voor het resterende gedeelte van het studiejaar. Inschrijving met terugwerkende kracht voor het gehele studiejaar is wettelijk niet mogelijk.

Ter aanvulling op artikel 7.33 "Procedure inschrijving" van de wet gelden de volgende bepalingen:

1.Het digitale verzoek tot inschrijving, via Studielink of de master aanmeldapplicatie voor een opleiding, evenals de betaling van het verschuldigde collegegeld, dient jaarlijks voor aanvang van het studiejaar - 1 september - te hebben plaatsgevonden.

2.Het verzoek tot inschrijving wordt ingewilligd, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a.het verzoek tot inschrijving is door CSA via Studielink of de digitale master aanmeldapplicatie ontvangen;

b.- het verschuldigde college- of examengeld is ontvangen door CSA, conform het bepaalde in art. 10 van deze regeling of

- een bewijs van het betaalde collegegeld van een andere HO-instelling, verstrekt door de betreffende HO-instelling, is overgelegd of

- een machtiging voor (gespreide) betaling conform art.10 is afgegeven;

c.bij een eerste inschrijving bij de UT moet de student i.h.k.v. de woonplaatsvereiste een uittreksel uit het bevolkingsregister aanleveren. Daarnaast wordt van herinschrijvers, waarvan het adres niet is geverifieerd door CSA, een uittreksel uit het bevolkingsregister opgevraagd.

d.in eerdere studiejaren verschuldigde maar nog niet betaalde college- of examengelden zijn voldaan;

e.bij een eerste inschrijving aan de UT een verblijfsvergunning in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 (de zgn. Koppelingswet) is overgelegd indien de verzoeker niet de Nederlandse nationaliteit heeft en 18 jaar of ouder is op de eerste dag waarop de opleiding begint waarvoor de eerste maal inschrijving wordt gewenst;

f.bij een inschrijving als extraneus een verklaring van geen bezwaar van de desbetreffende opleiding is overgelegd.

3.Indien degene die al aan de universiteit is ingeschreven een verzoek tot inschrijving voor een tweede opleiding binnen de universiteit indient, geldt de inschrijving voor de tweede opleiding met ingang van de maand waarin het eerstvolgende inschrijfmoment is.


Art. 3b. Inschrijving voor de bacheloropleiding

Bij de inschrijving voor de bacheloropleiding geldt in aanvulling op artikel 3a:

1.Er is voldaan aan de vooropleidingseis evenals de nadere vooropleidingseisen dan wel de
student is daarvan vrijgesteld (7.24 t/m 7.30 van de wet).

2.Er is een door de DUO afgegeven bewijs van toelating overgelegd overeenkomstig artikel 7.53 van de wet, indien een verzoek tot inschrijving betrekking heeft op een ‘numerus-fixus’
opleiding.

3.Bij een eerste inschrijving voor een opleiding te beginnen met de postpropedeuse een
verklaring van de examencommissie van de betreffende opleiding is overgelegd inhoudend dat betreffende verzoeker is vrijgesteld van het afleggen van het propedeutisch examen.

4.Bij een inschrijving voor het tweede jaar van een bachelor geldt dat de student geen negatief bindend studieadvies mag hebben voor betreffende bachelor (artikel 7.8b, lid 5 van de wet).

5.De UT houdt zich bij toelating voor de bachelor aan de Lissabon afspraken
(artikel 7.30d van de wet).

Art. 3c. Inschrijving UT-student voor een aansluitende masteropleiding


Bij de eerste inschrijving van een UT-bachelorstudent voor een aansluitende masteropleiding geldt in aanvulling op artikel 3a het volgende:

1.Er is door of namens het instellingsbestuur een verklaring afgegeven dat de student kan worden ingeschreven omdat is voldaan aan de in de onderwijs- en examenregeling vastgestelde (toelatings)eisen.

2.De UT houdt zich bij toelating tot de master van betreffende studenten aan de Lissabon
afspraken (artikel 7.30d van de wet).


Art. 3d. Inschrijving voor de overige masteropleidingen


Bij de eerste inschrijving voor de overige masteropleidingen gelden in aanvulling op artikel 3a de volgende toelatingseisen:

1.Er is door of namens het instellingsbestuur een verklaring afgegeven dat de student toegelaten kan worden, waarbij is vastgesteld dat de student:

a.in het bezit is van een toelatend bachelorgetuigschrift of doctoraalgetuigschrift dan wel is vrijgesteld van het bezit van een toelatend getuigschrift, al dan niet door het afleggen van een assessment;

b.heeft aangetoond de Engelse taal op voldoende niveau te beheersen door het volgende te overleggen:

-Nederlands HBO of VWO diploma of

-een certificaat van de IELTS-toets met een minimum score van 6.5 of de TOEFL iTB toets met een minimum score van 90

c.aan de overige, in de onderwijs- en examenregeling voor toelating gestelde eisen, heeft voldaan.

2.Er is door of namens het instellingsbestuur een verklaring afgegeven dat de student toegelaten kan worden tot het premastertraject van de masteropleiding. Inschrijving vindt plaats in de bijbehorende bachelor opleiding (bijlage 1).

3.De UT houdt zich bij toelating tot de master van de betreffende studenten aan de Lissabon afspraken (artikel 7.30d van de wet).


Art. 3e. Inschrijving voor een lerarenopleiding


Bij de eerste inschrijving voor een lerarenopleiding geldt in aanvulling op artikel 3a:

1.De student is in het bezit van hetzij een bachelorgetuigschrift, hetzij een mastergetuigschrift, hetzij een doctoraalgetuigschrift.

2.Bij een eerste inschrijving voor een bepaalde lerarenopleiding is door de desbetreffende
toela­tings­commissie een bewijs van toelating overgelegd.

3.De UT houdt zich bij toelating voor de master van de betreffende studenten aan de Lissabon afspraken (artikel 7.30d van de wet).


Art. 3f. Inschrijving als bijvakstudent

1.Degene die in het kader van een opleiding aan een andere HO-instelling één of meer
onderwijsonderdelen wil volgen aan de UT dient hiervoor een verzoek in te dienen bij CSA.

2.Het verzoek dient vergezeld te gaan van:
- een verklaring van de desbetreffende opleiding dat geen bezwaar bestaat tegen de registratie als bijvakstudent;
- een bewijs van betaald collegegeld van de instelling van eerste inschrijving.

Toelating tot de opleiding aan de UT kan worden geweigerd op grond van capaciteit en/of onvoldoende voorkennis bij de student.


Art. 3g. Inschrijving voor een gezamenlijke opleiding/joint degree


1.Studenten die zich inschrijven voor een joint degree worden ook als student ingeschreven aan de andere universiteit(en) voor zover het een Nederlandse instelling betreft (artikel 7.3c lid 3 van de wet).

2.Studenten die ingeschreven staan voor een gezamenlijke opleiding kunnen indien dit binnen de betrokken universiteiten is afgesproken, hun verschuldigde collegegeld betalen aan de penvoeder van het gezamenlijke programma. De UT ontvangt een verklaring van de penvoeder. Hiermee heeft de student voldaan aan zijn financiële verplichtingen aan de UT.

Art. 4. Termijnen indienen verzoek

1.Een verzoek tot inschrijving wordt ingediend:

a.voor aanvang van het studiejaar voor bachelor- en masteropleidingen dan wel een opleiding in afbouw;

b.binnen dertig dagen na afgifte van het bewijs indien een bewijs van toelating van de DUO is vereist.

2.De UT kent één instroommoment voor de bachelor opleidingen te weten 1 september. Voor de master en pre-master (inschrijving in de bachelor) zijn twee instroommomenten te weten 1 september en 1 februari. Studenten kunnen alleen in overmachtsituaties en bijzondere situaties ter beoordeling en met toestemming van (het hoofd) CSA op andere momenten gedurende het jaar instromen.

3.Een verzoek tot inschrijving dat tussen 1 september en 1 oktober wordt ingediend heeft, indien overigens aan alle andere voorwaarden voor inschrijving wordt voldaan, een inschrijving met ingang van 1 september van datzelfde studiejaar tot gevolg.

4.Een verzoek tot inschrijving dat op of na 1 oktober wordt ingediend heeft, indien overigens aan alle voorwaarden voor inschrijving wordt voldaan en na toestemming van (het hoofd) CSA, een inschrijving met ingang van de eerste van de maand waarin het verzoek is ingediend, tot gevolg. Het collegegeld wordt verminderd met een twaalfde deel voor elke maand dat betrokkene niet is ingeschreven.

5.Studenten die in de loop van het studiejaar slagen voor hun UT-bachelor en aansluitend ingeschreven willen worden in een UT-master worden per eerste van de maand van het eerstvolgende inschrijfmoment volgend op de slaagdatum ingeschreven in de UT-master. In de tussenliggende maanden kunnen zij ingeschreven blijven staan in de bachelor.


Art. 5. Einddatum

Ten aanzien van de einddatum van de inschrijving geldt dat de inschrijving eindigt op 31 augustus tenzij de inschrijving tussentijds wordt beëindigd conform art. 7.


Art. 6. Bewijs van inschrijving

1.Het door het College van Bestuur uitgereikte bewijs van inschrijving vermeldt de naam en de voorletters van de betrokkene, de periode van inschrijving, de opleiding, de inschrijving vorm en is geldig voor het betreffende studiejaar.

2.In bijzondere gevallen kan op verzoek van de desbetreffende student een duplicaat van de collegekaart worden verstrekt. De student is dan een bedrag van € 5,- verschuldigd.


Art. 7. Procedure beëindiging inschrijving en restitutie collegegeld


De procedure beëindiging inschrijving en restitutie collegegeld is in de wet geregeld in art. 7.42 en art. 7.48.


Een student kan op eigen verzoek worden uitgeschreven in de volgende gevallen:

1.Algemene beëindiging inschrijving

a.Beëindiging inschrijving

Op verzoek van de student wordt de inschrijving beëindigd met ingang van de maand volgend op de maand waarin betrokkene het verzoek heeft ingediend via Studielink.

b.Restitutie collegegeld

Bij beëindiging van de inschrijving heeft de student aanspraak op terugbetaling van een twaalfde gedeelte van het voor hem geldende jaarlijkse collegegeld tarief voor elke maand dat het studiejaar na uitschrijven duurt. Indien het collegegeld in termijnen wordt voldaan, vindt verrekening plaats met nog openstaande termijnen. Bij beëindiging van de inschrijving met ingang van juli of augustus heeft de student geen aanspraak op beëindiging van de betaling van de termijnen en op terugbetaling van het voor die maanden betaalde collegegeld.

c.Indienen verzoek

Het verzoek om beëindiging van de inschrijving en restitutie van collegegeld moet via
Studielink worden ingediend. Het verzoek tot beëindiging wordt niet ingewilligd dan nadat in voorkomende gevallen een door de instelling afgegeven bewijs van betaald collegegeld ten behoeve van een tweede inschrijving aan een andere HO-instelling is ingeleverd.

2.Ziekte of bijzondere omstandigheden

Op verzoek van de student kan de inschrijving voor het desbetreffende studie­jaar op grond van ziekte of bijzondere familieomstandigheden worden beëindigd met ingang van de maand
volgend op de maand waarin betrokkene niet aan het onderwijs heeft kunnen deelnemen.
Het verzoek tot beëindiging op basis van ziekte of bijzondere omstandigheden dient door een verklaring van een arts, dan wel de studentendecaan te worden onderbouwd.

De restitutie van het collegegeld en het indienen van het verzoek daartoe is conform
art. 7.1b en c.

De instelling kan een student in de volgende gevallen uitschrijven:

3.Op verzoek van het instellingsbestuur indien de student zijn wettelijk collegegeld, instellingscollegegeld of examengeld na aanmaning niet heeft voldaan, met ingang van de tweede maand volgend op de aanmaning (artikel 7.42, lid 2 van de wet).

4.Op verzoek van het instellingsbestuur indien de student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven ongeschikt te zijn voor de toekomstige beroepsuitoefening (artikel 7.42a van de wet). Uitschrijving geschiedt met ingang van de maand volgend op het verzoek van het
instellingsbestuur.

5.Op verzoek van de examencommissie indien de student zich schuldig maakt aan (ernstige) fraude (artikel 7.12b lid 2 van de wet). De uitschrijving bij fraude geschiedt voor ten hoogste
één jaar en bij ernstige fraude is deze onherroepelijk. Uitschrijving geschiedt met ingang van de maand volgend op het verzoek van de examencommissie.

6.Op verzoek van het instellingsbestuur indien de student zich niet houdt aan de huisregels en ordemaatregelingen van de UT (artikel 7.57h van de wet). Uitschrijving geschiedt met ingang van de maand volgend op het verzoek van het instellingsbestuur.

De restitutie van het collegegeld voor de gevallen genoemd in art. 7. lid 3 t/m 6 is conform art.7.1b.

7.Overlijden
Indien een student in de loop van een studiejaar is overleden, wordt voor elke volgende maand van het studiejaar na diens overlijden een twaalfde van het betaalde collegegeld terugbetaald. Indien het collegegeld in termijnen wordt voldaan vindt verrekening plaats met nog openstaande termijnen.


8. Extraneus

Bij een beëindiging van de inschrijving als extraneus in de loop van een studiejaar heeft de extraneus geen recht op restitutie en kan hij zich niet opnieuw inschrijven als student.


Hoofdstuk 3 Eigen bijdragen


Onderstaande onderwerpen zijn in de wet geregeld, t.w.:

Collegegeldverplichting, arti­kel 7.43 WHW;

Examengeldverplichting, artikel 7.44 WHW;

Wettelijk collegegeld, artikel 7.45 WHW;

Instellingscollegegeld, artikel 7.46 WHW;

Voldoening collegegeld, artikel 7.47 WHW.

Art. 8. Tarieven collegegeld / examengeld studiejaar 2011/2012


1. Wettelijk tarief

Het collegegeld resp. examengeld is volgens artikel 7.43 -7.46 van de wet door het instellingsbestuur voor een inschrijving voor het gehele studiejaar als volgt vastgesteld:

a.Wettelijk tarief: basistarief € 1713,-
Recht op betaling van het wettelijke tarief hebben studenten die voldoen aan alle onderstaande eisen:

Vooropleiding:

ostudenten, die zich inschrijven voor een bacheloropleiding en volgens het CRIHO sedert 1991 nog niet eerder een bachelor of graad of doctoraal diploma hebben behaald, dan wel een masteropleiding en nog niet eerder een mastergraad of doctoraal diploma hebben behaald, tenzij dit een opleiding binnen de CROHO-labels Onderwijs en Gezondheid is.

Nationaliteitvereiste:

ostudenten met de nationaliteit van een EER-land (België, Bulgarije, Cyprus,
Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije,
Ierland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenie, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, IJsland, Verenigd Koninkrijk en Zweden;) of

ostudenten met de Surinaamse of Zwitserse nationaliteit of

oeen ieder die door het UAF als vluchtelingstudent erkend is of

ostudenten die afkomstig zijn uit een niet EER-land, maar die wel aan de
nationaliteit eis van de Wet studiefinanciering 2000 (art. 2.2) voldoen.

Woonplaatsvereiste:

oStudenten die bij aanvang van de studie woonachtig zijn in Nederland, België, Luxemburg of een van de Duitse deelstaten Noord-Rijnland-Westfalen,
Neder-Saksen en Bremen.


b.Deeltijd tarief: wettelijk € 1253

Voor studenten die de mogelijkheid krijgen de opleiding in deeltijd te volgen. Voor deze groep studenten gelden ook de nationaliteitseis en het woonplaatsvereiste.









2.Instellingstarief

Voor alle studenten die niet voldoen aan de eisen om in aanmerking te komen voor het
wettelijk tarief geldt het instellingstarief. Hieronder staan de tarieven vermeld voor de verschillende opleidingen (bachelor/ master) en beta dan wel gamma of alfa opleidingen:

c.Instellingstarief B1: € 8000
Het instellingstarief van € 8000 is van toepassing op: studenten die zich inschrijven voor een bèta bacheloropleiding (zie bijlage 2).

d.Instellingstarief B2: € 7000

Het instellingstarief van € 7000 is van toepassing op: studenten die zich inschrijven voor een alfa of gamma bacheloropleiding (zie bijlage 2).

e.Instellingstarief M1: € 12500
Het instellingtarief van € 12500 is van toepassing op: studenten die zich inschrijven voor een bèta masteropleiding (zie bijlage 2) in de voltijdse dan wel deeltijdse vorm (zie bijlage 1).

f.Instellingstarief M2 : € 10000
Het instellingtarief van € 10000 is van toepassing op: studenten die zich inschrijven voor een alfa of gamma masteropleiding (zie bijlage 2) in de voltijdse dan wel deeltijdse vorm (zie bijlage 1).

g.Instellingstarief P1: €1713

Het instellingstarief van €1713 is van toepassing op: studenten die na het behalen van een in het CROHO geregistreerde bachelor opleiding zich inschrijven voor een pre-master traject in de bachelorfase ten einde te voldoen aan de toelatingseisen voor de betreffende (deeltijd) master opleiding aan de UT. Student voldoet daarbij aan woonplaatsvereiste en nationaliteitsvereiste.

h. Extraneus tarief: € 1044
Voor studenten die alleen tentamens afleggen.


3. Overgangsregeling instellingscollegegelden 2011- 2012

Met ingang van het studiejaar 2011-2012 zullen de instellingscollegegelden relatief meer stijgen dan in het verleden het geval was, zo is in het najaar 2010 door het College van Bestuur vastgesteld. De studenten die in het studiejaar 2010-2011 (of daarvoor) met een opleiding aan de UT zijn begonnen, hebben geen rekening kunnen houden met die hogere tarieven. Het is dan ook redelijk voor die groep studenten een overgangsregeling te hanteren.

De overgangsregeling luidt als volgt:

1. Studenten die in het studiejaar 2010-2011 (of eerder) aan de Universiteit Twente zijn begonnen aan een opleiding en instellingscollegegeld betalen, mogen deze opleiding afmaken tegen het instellingstarief 2010-2011 + jaarlijkse index.

2. Bij verandering van opleiding geldt voor bij de UT ingeschreven studenten het volgende:

a.indien studenten overstappen naar een andere opleiding dan waarvoor men in het studiejaar 2010-2011 (in eerste instantie) stond ingeschreven vervalt deze overgangsregeling;

b.pre-masterstudenten die na het afronden van hun pre-mastertraject in de betreffende masteropleiding worden ingeschreven en dan het instellingstarief M1 of M2 moeten betalen, kunnen die master afronden tegen het instellingstarief 2010-2011 +index;

3. Deze overgangsregeling geldt niet voor studenten die tussentijds geen inschrijving aan de UT hebben m.a.w. studenten die hun studie hebben onderbroken. Een studie is onderbroken als de student een volledig collegejaar niet ingeschreven stond.



4. Tarieven tweede bachelor of tweede master

Met de inwerkingtreding van de wet Versterking Besturing (per 1 september 2010) wordt het uitgangspunt van kracht dat de overheid in principe nog maar één bachelor en één master bekostigt:

- voor een eerste bachelor en een eerste master zijn studenten het wettelijk vastgestelde collegegeld verschuldigd;

- voor een tweede bachelor of een tweede master is de student het instellingscollegegeld verschuldigd.

Vanaf het studiejaar 2011-2012 betekent dit voor UT studenten dat zij die in aanmerking komen voor het wettelijke collegegeld tarief (op grond van nationaliteitseis en woonplaatsvereiste) dat:

1.Studenten die gelijktijdig twee opleidingen volgen en voor de eerste opleiding het wettelijk collegegeld betalen, krijgen voor de tweede opleiding vrijstelling van collegegeld;
als de eerste opleiding wordt afgerond dan geldt voor het resterende collegejaar op grond van de WHW voor de tweede opleiding het wettelijk collegegeld.
Gedurende 3 jaar - t/m studiejaar 2012-2013 - kunnen studenten die een ten tijde van de eerste inschrijving begonnen tweede opleiding aan een Nederlandse instelling volgen, deze opleiding volgen tegen het wettelijk collegegeld. Dit op grond van het in 2007 afgesloten bekostigingsakkoord tussen VSNU, HBO-raad, ISO en LSVb
.

Vanaf het studiejaar 2013-2014 is na afronding van de eerste opleiding het instellingscollegegeld verschuldigd vanaf het collegejaar volgend op het collegejaar waarin de eerste opleiding is afgerond;

2.Studenten die een bachelor of master hebben behaald en vanaf het studiejaar 2011-2012 een tweede bachelor of master gaan volgen, zijn het instellingscollegegeld verschuldigd.

3.Studenten die al voor of in het studiejaar 2010-2011 aan een tweede bachelor of master waren begonnen (en ook al eerder een graad hadden behaald) worden in de gelegenheid gesteld de opleiding af te ronden tegen het wettelijk collegegeld t/m 2012-2013.


Op bovenstaande geldt de volgende uitzondering:

Inschrijvingen en graden van een tweede studie, in opleidingen van de CROHO-onderdelen onderwijs of gezondheidszorg tellen mee voor bekostiging, indien de student in die onderdelen nog geen graad heeft behaald. Studenten die een tweede bachelor of master willen volgen in de CROHO-onderdelen onderwijs of gezondheidszorg en de eerste graad niet behaald hebben in deze onderdelen betalen het wettelijk tarief voor deze tweede opleiding (indien de student ook voldoet aan de andere eisen om in aanmerking te komen voor het wettelijk tarief).

Voor de UT geldt deze uitzondering voor de volgende opleidingen:

a.56553 BSc Gezondheidswetenschappen

b.68509 MSc Leraar VHO Maatschappijleer

c.68404 MSc Science Education and Communication

d.50033 BSc Klinische technologie (Technische Geneeskunde)

e.60033 MSc Technical Medicine

f.66851 MSc Health Sciences



Art. 9. Verrekening of vrijstelling collegegeld

1.Indien de student bij een andere instelling voor hoger onderwijs is ingeschreven en daar het instellingstarief heeft betaald, wordt bij de inschrijving aan de universiteit het verschuldigde collegegeld verrekend met het al betaalde collegegeld indien elders een lager tarief is betaald. De benodigde bewijsstukken voor de aanspraak op vermindering of vrijstelling van het collegegeld worden door de betrokkene aan de CSA overgelegd.

Art. 10. Betaling collegegeld


1.Het collegegeld wordt voldaan door betaling ineens dan wel door gespreide betaling in twaalf
termijnen. Indien de student dan wel extraneus niet zelf het collegegeld /examengeld betaalt dan dient hij schriftelijk of digitaal via Studielink te verklaren dat hij er mee instemt dat een in die verklaring vermelde persoon namens hem het collegegeld/examengeld betaalt.

2.Betaling ineens kan door middel van:

een eigen eenmalige overschrijving van het volledige collegegeldtarief. Het collegegeld dient vóór 1 september bij de universiteit binnen te zijn;

een pintransactie, die mogelijk is bij Student Services, de studentenbalie van de UT;

een eenmalige digitale machtiging waarbij de inning rond 25 september plaatsvindt.

3.Gespreide betaling van het college- en examengeld staat open voor alle inschrijvingsvormen die in deze inschrijvingsregeling zijn genoemd.

4.Voor deelname aan de regeling voor gespreide betaling/éénmalige (digitale) machtiging gelden de volgende voorwaarden:

De rekening waarvoor de machtiging wordt afgegeven;dient een betaalrekening bij een bank in Nederland te zijn

de rekening mag niet worden opgeheven / gewijzigd alvorens de laatste termijn is voldaan en een eventueel tekort op de rekening is voldaan;

een andere persoon mag, met schriftelijke toestemming van betrokkene, een machtiging voor zijn rekening afgeven ten behoeve van betrokkene;

voor betaling met een digitale machtiging dienen de student en eventueel de voor hem betalende andere persoon te beschikken over Digi-D.

uitgevoerde boekingen kunnen niet op verzoek van betrokkene, zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger of bank worden teruggeboekt;

de toelage krachtens de Wet op Studiefinanciering of gelden uit andere bronnen van
inkomsten dienen gedurende de looptijd van de regeling op de bankrekening van
betrokkene te worden bijgeschreven, dan wel betrokkene zorgt voor voldoende tegoed op de bankrekening;

bij gebruikmaking van de gespreide betaling, op basis van art. 7.47 lid b van de wet is éénmalig een bedrag van € 24,- verschuldigd, dat zal worden geïnd bij de eerste termijn.
Er vinden 12 inningen plaats, rond de 25
ste van elke maand, te beginnen in september.



Art. 11. Schadevergoeding


1.Degene die zonder ingeschreven te zijn, gebruik maakt van onderwijs- of examenvoorzieningen, is wegens onrechtmatig gebruik van deze voorzieningen per maand een schadevergoeding verschuldigd van 10% van het voor de student verschuldigde collegegeldtarief voor iedere maand waarin hij ten onrechte niet stond ingeschreven. Het aantal maanden waarover de schadevergoeding verschuldigd is, is gelijk aan de periode vanaf de maand waarin ten
onrechte gebruik is gemaakt van de onderwijsvoorzieningen tot de maand waarin betrokkene correct is ingeschreven.

Art. 12. Hardheidsclausule


In zeer bijzondere omstandigheden, ter beoordeling aan het instellingsbestuur, waarbij de afwijzing van een verzoek op grond van deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden, kan het instellingsbestuur van deze regeling afwijken.





Art. 13. Inwerkingtreding en citeertitel


1.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2011 en geldt voor het studiejaar 2011-2012 tenzij voor onderdelen van de inschrijvingregeling tussentijds de wettelijke grondslag wordt gewijzigd of vervalt in welke gevallen tot overeenkomstige aanpassingen van deze regeling zal worden overgegaan.

2.Dit besluit kan worden aangehaald als “Inschrijvingsregeling Universiteit Twente 2011-2012”.





Enschede, juni 2011 Het College van Bestuur



Toelichting op inschrijvingsregeling 2011-2012


Wijzigingen voor het studiejaar 2011-2012 t.o.v. studiejaar 2010-2011:


Collegegeldtarieven 2011-2012:

Het wettelijke collegegeldtarief voor het studiejaar 2011-2012 is door de minister vastgesteld op
€ 1713 waarbij zowel een verhoging van het tarief als een indexering van het tarief is doorgevoerd. Evenals voorgaande jaren zijn de tarieven van deeltijdstudenten en extranei met dezelfde systematiek aangepast.
In 3 TU-verband zijn nieuwe instellingstarieven afgesproken voor de bèta opleidingen. De UT heeft zijn instellingstarieven voor de alfa/gamma opleidingen op eenzelfde wijze aangepast. Zittende studenten kunnen gebruik maken van de overgangsregeling en betalen het instellingstarief 2010-2011 + index (volgens artikel 8 lid 3)


Collegegeldtarieven studiejaar 2011-2012:



2011-2012

2011-2012 (overgangsregeling instellingstarieven)

Wettelijk tarief voltijdse inschrijving:


€ 1713


Wettelijke tarief deeltijdse inschrijving

€ 1253



Extraneus

€ 1044


----------------------------------------------------------

--------------------

--------------------


Tarief

Tarief 2010-2011 + index

Instellingstarief B1:
inschrijving bachelor
bèta


€ 8000

€ 5441

Instellingstarief B2:
inschrijving bachelor
alfa/gamma



€ 7000


€ 4139

Instellingstarief M1 :
inschrijving master
bèta (voltijd, deeltijd),


€ 12500

€ 9034

Instellingstarief M2
inschrijving master

alfa/gamma (voltijd, deeltijd)

€ 10000


€ 6874


Instellingstarief P1

Inschrijving in de premaster

€ 1713



Bijlage 1 master opleidingen en bijbehorende bachelor opleidingen voor
premaster studenten



Master


Bijbehorende bachelor voor premaster studenten


Applied Mathematics

Technische Wiskunde

Applied Physics

Technische Natuurkunde

Biomedical Engineering

Biomedische Technologie

Business Administration

Bedrijfskunde

Business Information Technology

Bedrijfsinformatie Technologie

Chemical Engineering

Scheikundige Technologie

Civil Engineering and Management

Civiele Techniek

Communication Studies

Communicatiewetenschap

Computer Science

Technische Informatica

Construction Management and Engineering

Civiele Techniek

Educational Science and Technology

Onderwijskunde

Electrical Engineering

Electrical Engineering

Embedded Systems

Electrical Engineering

European Studies

Bestuurskunde

Health Sciences

Gezondheidswetenschappen

Human Media Interaction

Technische Informatica

Industrial Design Engineering

Industrieel Ontwerpen

Industrial Engineering and Management

Technische Bedrijfskunde

Leraar VHO in maatschappijleer

geen premaster mogelijk

Mechanical Engineering

Werktuigbouwkunde

Mechatronics

Electrical Engineering

Nanotechnology

Advanced Technology

Philosophy of Science, Technology and Society

geen premaster mogelijk

Psychology

Psychologie

Public Administration

Bestuurskunde

Science Education and Communication

Onderwijskunde

Sustainable Energy Technology

Werktuigbouwkunde

Systems and Control

Technische Wiskunde

Technical Medicine

Technische Geneeskunde (Klinische Technologie)

Telematics

Technische Informatica


Bijlage 2 instellingscollegegeld tarieven:

Bacheloropleidingen waarvoor het instellingscollegegeldtarief wordt vastgesteld op € 8000:

- Advanced Technology

-Bedrijfsinformatietechnologie

-Biomedische Technology

-Civiele Techniek

-Creative Technology

-Electrical Engineering

-Industrieel Ontwerpen

-Scheikundige Technologie

-Technische Informatica

-Technische Bedrijfskunde

-Technische Geneeskunde

-Technische Natuurkunde

-Technische Wiskunde

-Werktuigbouwkunde


Bacheloropleidingen waarvoor het instellingscollegegeldtarief wordt vastgesteld op € 7000:

-Gezondheidswetenschappen

-Bedrijfskunde (incl. opleidingsvariant International Business Administration)

-Bestuurskunde ( incl. opleidingsvariant European Studies)

-Communicatiewetenschap

-Onderwijskunde

-Psychologie

Masteropleidingen waarvoor het instellingscollegegeldtarief wordt vastgesteld op € 12500:

-Applied Mathematics

-Applied Physics

-Biomedical Engineering

-Business Information Technology

-Chemical Engineering

-Civil Engineering and Management

-Computer Science

-Construction Management and Engineering

-Electrical Engineering

-Embedded Systems

-Human Media Interaction

-Industrial Design Engineering

-Industrial Engineering and Management

-Mechanical Engineering

-Mechatronics

-Nanotechnology

-Science Education and Communication

-Sustainable Energy Technology

-Systems and Control

-Technical Medicine

-Telematics









Masteropleidingen waarvoor het instellingscollegegeldtarief wordt vastgesteld op € 10000:

-Business Administration

-Communication Studies

-Educational Science and Technology

-European Studies

-Health Sciences

-Leraar VHO in maatschappijleer en maatschappijwetenschappen

-Philosophy of Science, Technology and Society

-Psychology

-Public Administration



N.B. De inschrijvingsregeling is niet van toepassing op onderstaande "postinitiële", niet-bekostigde maar wel geaccrediteerde en CROHO-geregistreerde masteropleidingen:

-Master of Environmental and Energy Management

-Master Geo Information Sciences and Earth Observation (WO-master van faculteit ITC)

-Master Geo Information Sciences and Earth Observation (HBO-master van faculteit ITC)