UR 10-333 Conceptbesluit Ontwerpbegroting 2011


Aan het College van Bestuur






uw kenmerk


telefoon

053 - 489 2027

ons kenmerk

UR 10 - 333

fax

datum

10 december 2010

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl

bijlage(n)


cc.


onderwerp

Ontwerpbegroting 2011




Geacht college,


De URaad heeft uw adviesvraag ontvangen m.b.t. de ontwerpbegroting 2011-2015, km. UR 10-311. Helaas wordt deze begroting in grote mate overschaduwd door de dreigende sterke vermindering van de eerste geldstroomfinanciering waardoor de geschetste meerjarenontwikkeling uiteindelijk sterk kan verschillen van de nu gepresenteerde cijfers. De meeste van de vragen van de UR zijn inmiddels uitgebreid in commissie verband met u afdoende besproken. Een aantal onderwerpen rest nog voor de overlegvergadering:

1.Langstudeerders. De ontwikkelingen binnen de rijksoverheid wijzen op een grote negatieve invloed van langstudeerders op zowel de hoogte van het collegegeld als de rijksbijdrage. Terecht besteedt u aandacht aan dit onderwerp in de voorliggende begroting. Een duidelijke lijn om te komen tot een reductie van de gemiddelde studiesnelheid is nog niet te zien. In antwoord op onze schriftelijke vragen geeft u aan dat er geen simpele oplossing voorhanden is. Het is echter wel geboden om een plan van aanpak te formuleren.

2.Duurzaamheid. Het onderwerp duurzaamheid staat hoog op de UT agenda. Bij aanschaf van apparatuur wordt terecht gekeken naar duurzaamheidsaspecten. Voor vervanging van apparatuur is echter al snel sprake van micro-optimalisatie. Apparatuur met groot ruimtebeslag of een hoge energierekening wordt niet vervangen aangezien de netto winst hiervan niet bij de betalende UT-unit terecht komt. Wij willen het college verzoeken om binnen de begroting ruimte te maken om investeringen met een macro terugverdiencapaciteit van een paar jaar te helpen financieren. De behoefte aan een dergelijke voorziening is momenteel niet duidelijk. Echter, indien het niet wordt gebruikt dan blijven de middelen beschikbaar, terwijl bij een groot beroep op zo’n regeling er een investeringsrendement is.

3.Seniorenbeleid: eerder dit jaar heeft de URaad het college verzocht om het afschaffen van de compensatie voor het gebruik van de seniorenregeling te heroverwegen. Voor handhaven van de compensatie of een andere vorm van verevening zijn er goede argumenten, terwijl overheveling van deze sociale lasten van centraal naar de eenheden slechts een cosmetische sociale lasten verlichting is. Waarom houdt het college toch vast aan die afschaffing?

4.Stimuleringsbudgetten: In het kader van het vastgestelde employability-beleid heeft het college toegezegd hiervoor stimuleringsbudgetten beschikbaar te stellen. Waar zijn deze te vinden in de begroting?

5.UT nieuws. In de commissievergadering heeft het college aangegeven te hechten aan een onafhankelijk nieuwsmedium voor de UT gemeenschap. De UR onderschrijft deze stelling van harte. Graag willen wij van u weten op welke wijze u wilt komen tot een invulling van de vacature van het hoofdredacteurschap UT -Nieuws. Gezien gewijzigde media is een andere (aanvullende) vorm van het UT -Nieuws denkbaar. Dit vraagt echter wel om een voorbereiding om bij de gewenste vorm de juiste persoon te vinden. Op welke wijze wil het college tot deze vorm- bepaling komen?

6.Onderwijsbegroting. De UR ondersteunt uw inspanningen om via de BAO te komen tot een inzicht hoe middelen binnen het onderwijs besteed worden. Graag willen wij u adviseren om hierbij ook te bezien op welke wijze rapportage en begroting een rol kunnen spelen om dit ook voor de toekomst inzichtelijk te houden. Wij herinneren u graag aan uw (jaarlijks herhaalde) toezegging om hier werk van te maken. Wordt deze toezegging volgend jaar daadwerkelijk gerealiseerd?

7.Overheveling M€ 1.5 van Centrale Stimulering naar Centrale Bekostiging. De URaad is en blijft van mening dat centrale stimulering geen doel op zich is, maar een middel om vooraf duidelijk geformuleerde doelen te bereiken. Bij het ontbreken van (goedgekeurde) plannen dienen deze middelen aan het primaire proces ten goede te komen, waar de middelen nu meer dan ooit nodig zijn. Nu creëert het college opnieuw een budget op centraal niveau zonder zijn plannen daarbij te presenteren. Bovendien komt dit bovenop de vrije beleidsruimte van het college en überhaupt de vrijheid die het college neemt om niet begrote plannen gedurende het jaar te bekostigen uit reserves. Wat zijn de plannen van het college met deze M€ 1.5 voor 2011 (en M€ 1 voor 2012, 2013 resp. 2014)?

8.Presentatie begroting. De Universiteitsraad heeft eerder gepleit voor een beleidsrijk begrotingsproces. Het jaarplan dient bij uitstek een document te zijn waarbij de link tussen beleidsinitiatieven en inzet van middelen wordt gelegd. De hiervoor genoemde punten en het feit dat het beleidsinstrument bij uitstek van het college, de centrale stimuleringsmiddelen, zonder veel toelichting zijn opgenomen laten zien dat het college nog ver verwijderd is van de door haar voorgestane beleidsrijke begroting.



CONCEPT-BESLUIT:

De Universiteitsraad,

gezien:

-De Ontwerpbegroting 2011 – 2015 Universiteit Twente d.d. 24-11-2010 met kenmerk FEZ/391.915;

-Het bijbehorende agendaformulier met kenmerk UR 10-311;

-De schriftelijke beantwoording van vragen met kenmerk UR 10 – 331;

gehoord:

-De toelichting tijdens de commissievergadering FPB van 1 december 2010;

-De bespreking in het overleg van de nog openstaande vragen zoals geformuleerd in de aanbiedingsbrief van de URaad;

overwegende dat:

-De meerjarenbegroting 2011 – 2014 overschaduwd wordt door de dreigende sterke vermindering van de eerste geldstroomfinanciering waardoor de geschetste meerjarenontwikkeling uiteindelijk sterk kan verschillen van de nu gepresenteerde cijfers;

gehoord de toezegging van het college dat:

1.Op het moment dat er zekerheid is over de bekostiging 2011-2014 de noodzakelijke aanpassingen worden verwerkt in een herziene begroting voor 2011, die voor advies wordt voorgelegd aan de URaad;

2.Voor 1 maart 2011 een plan van aanpak Langstudeerders aan de URaad voor advies wordt voorgelegd;

3.Voor een integrale, duurzame aanpak binnen de begroting ruimte wordt gemaakt om investeringen met een macro terugverdiencapaciteit van een paar jaar te helpen financieren;

4.Er zorg voor te dragen dat de kosten van personeelsbeleid (employability, seniorenregeling) niet eenzijdig bij afdelingen en groepen worden neergelegd maar binnen het financiële UT-model verevend worden;

5.Een volwaardig en onafhankelijk UT- Nieuws op korte termijn gewaarborgd wordt;.

6.Bij de BAO ook bezien wordt op welke wijze rapportage en begroting een rol kunnen spelen om dit ook voor de toekomst inzichtelijk te houden. En dit metterdaad in 2011 te realiseren;

7.Per 2012 onderwijsbegrotingen daadwerkelijk ingevoerd worden;

8.De overheveling van M€ 1.5 van centrale stimulering naar Centrale bekostiging eerst nader wordt onderbouwd met concrete plannen, die voor advies aan de URaad worden voorgelegd;

9.De door haar voorgestane beleidsrijke begroting in de meerjarenbegroting 2012 – 2015 is geïmplementeerd;

besluit:

Positief te adviseren ten aanzien van de Ontwerpbegroting-2011-2015.



Met vriendelijke groet,

namens de Universiteitsraad




drs. F.L. Lagendijk,

voorzitter