UR 10-207 Brief UR Ingebruikname Carre etc



Aan het College van Bestuur



uw kenmerk


telefoon

053 - 489 2027

ons kenmerk

UR 10 - 207

fax


datum

27 augustus 2010

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl

bijlage(n)


cc.


Onderwerp

Ingebruikname Carré e.a.




Geacht college,



De afgelopen maanden zijn de gebouwen Carré, Nanolab en Ravelijn in gebruik genomen. In alle gevallen werd een (gedeelte) van het gebouw al in gebruik genomen voordat het gebouw volledig was opgeleverd. Een nog niet volledig afgebouwd gebouw brengt grotere gevaren met zich mee zoals gebruikelijk op een bouwplaats. Zo hebben bewoners van Ravelijn moeten vaststellen dat op de eerste dag de verdiepingen slechts per lift bereikbaar waren en alle noodtrappenhuizen niet gebruikt konden worden. Ten tweede is een medewerker dusdanig gewond geraakt t.g.v. een situatie voortvloeiend uit bouwactiviteiten dat de komst van een ambulance noodzakelijk was. De termijn tussen eerste ingebruikname en nog uit te voeren werkzaamheden was niet beperkt tot enkele dagen maar strekte zich over ten minste enkele weken uit. De UR heeft de volgende vragen naar aanleiding van de ingebruikname van genoemde gebouwen:

1.

a.Welke factoren hebben meegewogen om gebouwen al in gebruik te nemen voordat deze volledig opgeleverd waren? Welke prioriteit heeft hierbij de persoonlijke veiligheid van medewerkers gehad?

b.Op welke wijze zijn medewerkers op de hoogte gesteld van een groter gevaarrisico van werken in een nog niet volledig opgeleverd gebouw?

c.Op het moment dat de eerste groepen in Carré gehuisd werden was er – zo bleek bij navraag bij FB-personeel - geen adequaat ontruimingsplan. Was dit ook voor Ravelijn en Nanolab het geval op het moment van ingebruikname? Is er op dit moment voor alle gebouwen sprake van een adequaat ontruimingsplan en goed toegankelijke routes voor hulpverleningsvoertuigen?

d.Waren er tijdens de inhuizing voldoende BHV’ers aanwezig in de diverse gebouwen en waren deze bekend gemaakt en getraind voor hun BHV taak in hun nieuwe omgeving?

e.De klimaatbeheersing van Ravelijn is dusdanig dat zelfs in augustus medewerkers met jas en das achter het bureau zitten. Op welke wijze wordt gekomen tot een adequate klimaatbeheersing binnen Ravelijn?

2.Een drietal groepen van MB zijn niet binnen Ravelijn geplaatst. Bij de instemmingsvraag aan de UR voor de bouw van Ravelijn is geen melding gemaakt van een dusdanig omvangrijk ruimteprobleem. Het nu gerealiseerde gebouw zou toereikend voor de faculteit MB zijn. Sindsdien is deze faculteit nauwelijks in personeelsomvang gegroeid. Hoe is deze situatie van ruimtegebrek ontstaan?

3.Bij het vastgoedplan is een inventarisatie gemaakt van gebruik van collegezalen. Op basis hiervan is het gewenste volume van onderwijsgerelateerde ruimtes bepaald. Op dit moment geeft “BOZ-MB” aan docenten aan dat er te weinig zalen beschikbaar zijn, zelfs op de incourante uren. Welke bezetting van collegezalen op basis van de roosters voor 2010-2011 wordt er gerealiseerd? Is er op dit moment sprake van een krappe situatie?


Met vriendelijke groet,

namens de Universiteitsraad,





drs. F.L. Lagendijk

voorzitter