CvB stukken voor agenda Universiteitsraad
Overlegvergadering d.d. : 18 November 2009
Commissievergadering : OOS
Agendapunt : Sturing onderzoek plus Kern Prestatie Indicatoren
Bijgevoegde stukken : Nota Sturing onderzoek
Notitie Kern Prestatie Indicatoren
Secretaris: paraaf: _____
Portefeuillehouder: Brinksma paraaf: _____
1.Status agendapunt:
Rol URaad:
oTer informatie
oTer advisering
x Ter instemming
2.Nota sturing onderzoek eerder behandeld in:
Naam gremium: CvB-WD, CvB-D, UMT en CvB
Datum behandeling: CvB-WD: 10 juni, CvB-D:17 juni, UMT: 22 april, CvB: 18 mei
Naam agendapunt: Sturing onderzoek
Conclusie toen: Instemming met de nota door alle gremia
Kern Prestatie Indicatoren: zijn (nog) niet in gremia behandeld
3.Toelichting/samenvatting:
Gelet op het feit dat door middel van de notitie ‘’Sturing onderzoek’’ een deel van het onderzoeksbeleid van de UT wordt vastgesteld, heeft de UR instemmings-recht op het beleidsmatige aspect van de nota.
De vaststelling van Kern Prestatie Indicatoren (KPI’s) per instituut is een uitvloeisel van de nota Sturing Onderzoek. De indicatoren per instituut zijn opgenomen in de bijgevoegde notitie ‘’Kern Prestatie Indicatoren (KPI’s) ten behoeve van Sturing Onderzoek’’. De UR ontvangt de indicatoren eveneens ter instemming.
4.(Voorgenomen) besluit CvB:
Gezien: de notitie ‘’Sturing onderzoek’’, versie 2 juni 2009
Gehoord: de discussie in het UMT
Overwegende: het belang van een stabiele onderzoeksbekostiging
Het College van Bestuur besluit: de sturing van onderzoek, de componenten binnen het onderzoekscompartiment van het UT-verdeelmodel, de dynamiek tussen deze compartimenten en de omvang van de instituutsbudgetten in te richten en vast te stellen, zoals beschreven in de notitie ‘’Sturing onderzoek’’.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
GRIFFIE URaad: (door griffie UR in te vullen)
Eerder in URaad aan de orde geweest?
oNee.
oJa, op
Conclusie toen:
Nadere toelichting: (Voor als presidium/griffier vindt dat één van bovengenoemde punten nadere toelichting behoeft)
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………